Het is niet waarschijnlijk, maar stel: de VVD komt met 76 zetels in de Tweede Kamer en plannen uit het verkiezingsprogramma worden een-op-een meteen beleid, zonder dat compromissen met andere partijen nodig zijn. Stijgt dan het percentage Nederlanders dat in armoede leeft? GroenLinks-PvdA'ers Jesse Klaver en Tom van der Lee beweren van wel. En die bewering klopt feitelijk.
Deze factcheck is uitgevoerd in het kader van de gezamenlijke factcheckmarathon van het AD, Nieuwscheckers en Pointer (KRO-NCRV) in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november 2023. Bekijk hier alle factchecks.
Bewering
Nu nog fractievoorzitter van GroenLinks Jesse Klaver schrijft op X: ‘Uit de doorrekening van de VVD blijkt dat de belastingen voor huishoudens, inkomen én arbeid stijgen. Er komen zelfs meer mensen in armoede dan er nu zijn.’ Zijn partijgenoot Tom van der Lee – in de huidige GroenLinks-fractie woordvoerder Financiën – doet er nog een schepje bovenop. Uit de doorrekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) concludeert hij: ‘Het pakket van de VVD laat armoede in Nederland flink stijgen!’ In de grafiek die hij tweet, staat een onheilspellend percentage van 5,3 procent.
Feiten
Wat verstaan we in Nederland onder armoede? Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) stelt ieder jaar een zogeheten ‘niet-veel-maar-toereikend’-criterium vast, kortweg de armoedegrens. De norm ligt dit jaar op een netto-inkomen van 1.533 euro per maand. 833.000 Nederlanders (4,8 procent van de totale bevolking) moeten het iedere maand maximaal daar mee doen. Hoe gaan partijen dat te lijf? Volgens Jesse Klaver maakt de VVD het alleen maar erger.
Is dat zo? Laten we om te beginnen de term ‘basispad’ introduceren. Het basispad is het antwoord op de vraag: hoe ontwikkelt een probleem zich als we er de komende vier jaar helemaal niets aan doen? Op belangrijke thema’s zoals bijvoorbeeld overheidsuitgaven, werkloosheid of dus armoede formuleert het CPB zo’n basispad. Dat legt het naast de plannen in verkiezingsprogramma’s. Onderaan de streep verschijnen dan de doorrekeningen, voor partijen, een populaire stok om elkaar mee te slaan
Terug naar het basispad: op het thema armoede voorspelt het CPB voor 2028 (normaal gesproken het einde van de volgende kabinetsperiode) een percentage van 6,1 procent op de totale bevolking. Wat zeggen de doorrekeningen? Om te beginnen: alleen wanneer JA21 op alle punten zijn zin krijgt, leven in 2028 nóg meer Nederlanders in armoede dan de 6,1 procent uit het basispad. Verder remmen alle partijen de groei van die prognose in meer of mindere mate af. Het gaat dus om details.
En die wijzen uit dat het VVD-programma zoals het er nu ligt, zal leiden tot een armoedepercentage van 5,3 procent in 2028. Dat is – inderdaad – het percentage uit de grafiek van Van der Lee. In zijn X-post laat het Kamerlid alleen wel de nuance weg dat het CPB die 5,3 procent beoordeelt als positief saldo. Het betekent weliswaar meer mensen in armoede dan nu, maar minder dan wanneer we de situatie op zijn beloop laten. En dat laatste is hoe je de CPB-doorrekeningen moet lezen.
GroenLinks-PvdA heeft, zou je kunnen zeggen, het gepuzzel met VVD-doorrekeningen helemaal niet nodig. Als de partijplannen van de groen-roden zouden worden uitgevoerd, komt het armoedepercentage in 2028 uit op 3 procent. Dat is minder dan de huidige 4,8 procent, maar nog veel minder dan de 6,1 procent uit het basispad.
Tot slot: Klavers uitsmijter dat de VVD er niet voor lage- en middeninkomens maar de grootste vermogens is, klopt maar half. Wanneer de VVD zijn zin krijgt, stijgt de koopkracht van de laagste inkomensgroepen en mensen met een uitkering per saldo het hardst van allemaal, namelijk met 1,3 procent. Toch heeft deze groep meer aan een stem op PvdA-GroenLinks: die zorgt, stelt het CPB vast, voor een koopkrachtstijging van 3,9 procent.
Reactie
GroenLinks-PvdA mailt dat Klaver en Van der Lee hun post mede hebben gebaseerd op de macro-economische verkenning 2024: ook een CPB-rapport, maar nadrukkelijk een ander stuk dan de doorrekening van partijprogramma's. In de macro-economische verkenning staat dat het armoedepercentage volgend jaar gelijk zal zijn aan de 4,8 procent van 2023. Dat hebben de twee Kamerleden als startpunt genomen, schrijft de partij: 'Met het VVD-pakket loopt de armoede op tot 5,3 procent. Daarom komen wij tot de conclusie dat met VVD-beleid het percentage mensen in armoede zal stijgen (...). Of je dat accepteert, is een politieke keuze. GroenLinks-PvdA kiest ervoor de armoede terug te dringen, het beleidspakket van de VVD accepteert dat de armoede verder oploopt.’
'De armoede loopt de komende jaren op (in het basispad) door eerder ingezet beleid (...). De VVD verzacht dus hooguit de gevolgen van het eigen beleid.'
Oordeel
Het klopt dat integrale uitvoer van het VVD-programma voor meer mensen in armoede zorgt dan er op dit moment zijn. Maar dat is wel een eigen interpretatie van de doorrekeningen van het Centraal Planbureau. Dat heeft partijen en hun plannen immers afgerekend op de toekomst, niet op het heden.