Het minimumloon: moet het nou wél of niet omhoog om het leven voor veel mensen betaalbaar te houden? Pieter Omtzigt grijpt in zijn campagne geregeld terug op een vergelijking met Frankrijk en Spanje om te illustreren dat we in Nederland al een flink minimumloon hebben. Maar klopt deze vergelijking wel, en hoe zit het dan in onze buurlanden?
Deze factcheck is uitgevoerd in het kader van de gezamenlijke factcheckmarathon van het AD, Nieuwscheckers en Pointer (KRO-NCRV) in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november 2023. Bekijk hier alle factchecks.
In één van de eerste debatten tussen Frans Timmermans (PvdA/GroenLinks) en Pieter Omtzigt (NSC) deed Omtzigt de volgende uitspraak: ‘Het minimumloon in de ons omliggende landen is al lager. In Frankrijk is het 1750 euro per maand, bij ons is het bijna 2000 euro per maand en in Spanje is het 1250 euro per maand.’
Omtzigt claimt dat de minimumlonen in de landen om ons heen lager liggen dan in Nederland. Dit doet hij aan de hand van de voorbeelden van Spanje en Frankrijk, twee landen waar volgens hem het minimumloon lager ligt dan bij ons. Dat roept de vraag op waarom Omtzigt specifiek deze landen kiest om Nederland mee te vergelijken. En bovendien: kun je de lonen in deze landen wel met Nederland vergelijken, of vergelijk je dan appels met peren?
Minimumloon bij de buren
Het klopt dat het minimumloon in Nederland bijna 2000 euro per maand is. Volgens cijfers van Rijksoverheid ligt het exacte bruto minimumloon voor iedereen in Nederland van 21 jaar en ouder op €1.995 per maand. Let wel: de Nederlandse toeslagen, waar vooral de lagere inkomens van profiteren, zijn in deze vergelijking niet meegenomen. Die zijn natuurlijk ook van invloed op de kosten van het levensonderhoud.
Ook Omtzigt’s cijfers over de Franse en Spaanse lonen kloppen: in Frankrijk bedraagt het minimumloon om precies te zijn 1.747 euro en in Spanje 1.260 euro. Om zijn uitspraak te kunnen beoordelen, moeten we verder kijken dan deze twee landen. Hij heeft het immers over de ‘ons omliggende landen’.
Wanneer we kijken naar het minimumloon in de landen rondom Nederland, ontstaat er plotseling een heel ander beeld. Een Belg verdient slechts een paar tientjes minder en in Duitsland is het verschil met Nederland slechts enkele euro’s per maand. In Luxemburg is het loon niet lager, maar juist een stuk hoger: daar verdien je 2500 euro: een verschil van meer dan 500 euro bruto per maand.
Lager minimumloon of duurder leven?
Bovendien zegt de hoogte van het minimumloon an sich lang niet alles. Het gaat er immers om dat je met een minimumsalaris de kosten van het levensonderhoud kunt betalen. En die kosten kunnen per land en zelfs per EU-land ontzettend verschillen. Zo is Luxemburg volgens Eurostat het land met de hoogste ‘cost of living’.
Niet zo gek dus, dat daar het minimumloon ook hoger ligt. Opvallend genoeg is Spanje van al deze landen het land met de laagste kosten van levensonderhoud. Dat maakt het relatief lage minimumloon voor Spanjaarden een stuk logischer. En het land na Luxemburg met de hoogste kosten? Nederland. Volgens Eurostat zijn de kosten voor het levensonderhoud bij ons vergelijkbaar met die in Duitsland en België.
Selectieve krenten uit de pap
De bewering van Pieter Omtzigt dat het minimumloon in de ons omliggende landen lager ligt, is dus slechts gedeeltelijk kloppend. Ja, in Frankrijk en in Spanje zijn de minimumlonen lager, maar in met name Spanje is het leven ook een stuk goedkoper.
Bovendien kent Frankrijk een kortere werkweek dan Nederland. In zowel Duitsland als België, landen waar het leven ongeveer even duur is als bij ons, ligt het minimumloon op nagenoeg hetzelfde niveau. En in Luxemburg ligt het zelfs een stuk hoger. Het lijkt er dus op dat Omtzigt hier selectieve krenten uit de pap haalde.