Toeslagen, zoals huurtoeslag en zorgtoeslag, zijn ervoor bedoeld om mensen financieel te ondersteunen. Zou het echt zo zijn dat liefst tweederde van de Nederlanders afhankelijk is van een toeslag, zoals VVD-lijsttrekker Dilan Yesilgöz tijdens een verkiezingsdebat van RTL beweerde? Het klopt dat tweederde van de Nederlanders toeslagen ontvangt, maar niet iedereen is er afhankelijk van.
Deze factcheck is uitgevoerd in het kader van de gezamenlijke factcheckmarathon van het AD, Nieuwscheckers en Pointer (KRO-NCRV) in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november 2023. Bekijk hier alle factchecks.
Bron van de bewering
In een talkshowachtige setting zaten zes lijsttrekkers afgelopen zondag voor het RTL-verkiezingsdebat rond de tafel om te praten over de thema’s wonen, zorg en bestaanszekerheid. Bij het laatste thema bracht politiek journalist Frits Wester de toeslagen ter sprake. Moeten we die niet gewoon afschaffen, opperde hij.
Daar is iedereen het over eens, maar dat gaat niet zomaar, riposteerde VVD-lijsttrekker Dilan Yesilgöz, want er zijn heel veel mensen afhankelijk van toeslagen:
“Als je kijkt op dit moment, hoeveel Nederlanders afhankelijk zijn van die toeslagen, ik meen ongeveer tweederde van alle Nederlanders, dan weet je dat we dat niet morgen hebben geregeld.
Aantal huishoudens die toeslagen ontvangen
De cijfers over toeslagen worden niet bijgehouden per inwoner, maar per huishouden. Want het recht op toeslagen is afhankelijk van het inkomen van een huishouden. Daarom gaan we hier uit van huishoudens, en niet van individuele Nederlanders.
Nederland telt volgens het CBS momenteel ongeveer 8,3 miljoen huishoudens. Tweederde van 8,3 miljoen is 5,5 miljoen, dus als Yesilgöz gelijk heeft, is dat het aantal huishoudens dat minstens één toeslag ontvangt.
Een woordvoerder van het ministerie van Financiën laat desgevraagd weten dat momenteel circa 5,9 miljoen huishoudens een of meer toeslagen ontvangen. Dat is dus nog wat meer dan tweederde van alle huishoudens.
Dat aantal zou zelfs nog hoger kunnen zijn, zegt Olaf Simonse, die aan de Universiteit Leiden onderzoek doet naar toeslagen. Uit een van zijn onderzoeken blijkt dat van alle mensen die recht hebben op een toeslag, zo’n tien procent die toeslag niet aanvraagt.
Waardoor zoveel?
Een grote meerderheid van de Nederlandse huishoudens krijgt dus financiële ondersteuning via de toeslagen. Maar waardoor zijn dat er zoveel? Simonse legt uit dat toeslagen bedoeld zijn voor een hele brede groep in de samenleving
“Vooral de Zorgtoeslag is voor veel mensen van toepassing. De belangrijkste voorwaarde voor Zorgtoeslag is dat je niet meer verdient dan € 48.224 (€ 38.520 voor alleenstaanden). Dus dat gaat om een flinke groep. Voor Kindgebonden Budget kom je nog in aanmerking als je twee keer modaal verdient. Maar hoe meer je verdient, hoe lager het bedrag waar je recht op hebt.”
Ook voor de Kinderopvangtoeslag komen veel huishoudens in aanmerking: ”Deze toeslag is eigenlijk geen inkomensmaatregel, maar een participatiemaatregel. Het idee is dat mensen kunnen gaan werken doordat de kinderopvang deels betaald wordt via de toeslag.”
Ook hogere inkomens krijgen toeslagen
Rest de vraag of al deze huishoudens echt afhankelijk zijn van toeslagen, zoals Yesilgöz zei. Dat is niet het geval, stelt Simonse, want ook als je een hoog inkomen hebt, kun je nog in aanmerking komen voor kindgebonden budget of Kinderopvangtoeslag. Voor die hoge inkomens zijn de toeslagen niet per se noodzakelijk, legt Simonse uit: “Voor alle toeslagen geldt: hoe hoger je inkomen, hoe lager de toeslag die je ontvangt. Naarmate het inkomen hoger is, zullen mensen minder afhankelijk zijn van toeslagen, om twee redenen: hun inkomen is hoger en de toeslag is lager.”
Maar, benadrukt Simonse, dat geldt voor een minderheid: “Voor een aanmerkelijke groep - ik zou zeggen: de meerderheid - zijn toeslagen wel een noodzakelijk onderdeel van hun inkomen.
Oordeel
Het klopt dat tweederde van de Nederlandse huishoudens toeslagen ontvangt, zoals Yesilgöz beweerde. Hoewel niet iedereen afhankelijk is van die toeslagen, is het voor een meerderheid wel een noodzakelijke aanvulling op het inkomen.