Over de gesloten geloofsgemeenschap van de Jehovah’s Getuigen komt steeds meer aan het licht. Na de wereldwijde berichten over kindermisbruik krijgt de gesloten geloofsgemeenschap nu ook meer en meer tegenwind door toenemende klachten van twijfelaars, uittreders en afvalligen die met hun ervaringen naar buiten komen. Vooral het beleid van uitsluiting van ex-leden, dat structureel wordt toegepast door de Jehovah’s Getuigen, ligt daarbij onder vuur.
Sociale isolatie bij uittreden Jehovah’s Getuigen
Het wereldbeeld en de daarbij horende regels van de Jehovah’s Getuigen isoleert hen van de rest van de wereld. Uit de gesprekken die Pointer had met ex-Jehovah’s Getuigen blijkt dat deze geïsoleerde wereld oude familiebanden en gewoontes doorsneed. Zo verloor Patrcik Haeck, die 40 jaar bij de Jehovah’s zat, als jong kind alle contact met zijn grootouders. “En ook de muziekschool waar ik zo veel plezier in had, werd verboden”, vertelt hij. Haeck is momenteel contactpersoon voor België van OMF, een internationale organisatie die onder andere in scholen voorlicht hoe je sektarische kenmerken herkent.
Eydie Visser vertelt dat zij vanaf haar zesde geen wereldse feesten meer vierde. “Mijn moeder trad toe toe de Jehovah’s Getuigen en we mochten geen verjaardagen en feesten, zoals Pasen en Kerstmis meer vieren”.
“Hierdoor behoor je wel tot de gemeenschap, maar niet tot de wereld daarbuiten”, zegt Juliëtte Schaafsma, hoogleraar Cultural Diversity aan de Universiteit Tilburg. “Je voelt je anders dan de anderen en wordt daarop aangesproken, waardoor je geen aansluiting meer voelt”. Het zijn allemaal gevolgen van de sociale isolatie waarin je terechtkomt, hetgeen je kwetsbaar maakt en het bemoeilijkt om uit de gemeenschap te stappen. Bovendien ben je als Jehovah’s Getuige onderworpen aan een strenge sociale controle, waar iedereen elkaar voortdurend in het oog houdt. Strookt hetgeen je doet of zegt niet met de regels, dan wordt dit overgedragen aan een eigen intern rechtssysteem.
Gerechtelijk Comité
Het interne rechtssysteem wordt gevormd door een Gerechtelijk Comité, dat bestaat uit een aantal ‘ouderlingen’. “Zelf heb ik daar ook aan deelgenomen”, legt Patrick Haeck uit. “Als iemand een regel heeft overtreden kan een lid dat melden en als getuige optreden”. En als er twee getuigen zijn van een overtreding, dan wordt het bewezen verklaard en kan een beschuldigde eigenlijk alleen berouw tonen. “De ouderlingen zijn eigenlijk aanklager en rechter tegelijk en er is geen onafhankelijke verdediging bij aanwezig”, aldus Haeck. Als er geen berouw wordt getoond, kan dat betekenen dat ‘een sociaal doodsoordeel’ over je wordt uitgesproken. Je wordt dan uitgesloten door de Jehovah’s Getuigen en leden mogen geen contact meer hebben met de uitgesloten ex-Jehovah’s getuigen.
Shunning
Dit shunning-beleid (sociale uitsluiting) leidt tot ernstige situaties vertelt Patrick Haeck, die nadat hij werd uitgesloten contact zocht met andere uittreders. “Zo heb ik ook mensen ontmoet die hierdoor op 18-jarige leeftijd zelfmoord hebben gepleegd”.
Het beleid van uitsluiting wordt nog steeds uitgedragen door de Jehovah’s Getuigen. In de recente Wachttoren, het huisblad van de geloofsgemeenschap, staat:
Zorg dat je zelf geestelijk sterk blijft, sta achter de beslissing, uitsluiting maakt deel van Jehovah’s regeling.
In België was het mogelijk om een proces te voeren, juist omdat het uitsluitingsbeleid zo structureel is en veel persoonlijke gevolgen heeft. Haatzaaien, aanzetten tot haat en dicriminatie zijn strafbaar volgens de Belgische wet.
“We hebben voldoende getuigenissen verzameld en het beleid aangetoond”, aldus Haeck. De Jehovah’s Getuigen werden op 16 maart 2021 veroordeeld door de correctionele rechtbank te Gent. Daar werd niet geoordeeld over het organisatorisch recht tot uitsluiting dat vrij toepast kan worden door elke organisatie, maar over het structureel verbieden van contact met familieleden van leden die de geloofsgemeenschap willen verlaten. De rechter oordeelde dat het uitsluitingsbeleid dat de Jehovah’s Getuigen voeren tegen ex-leden in strijd is met de bepalingen van de Antidiscriminatiewet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Volgens Fokko Oldenhuis, hoogleraar Recht en Religie aan de RUG, zou zo’n zaak in Nederland ook kunnen. “De structuren in Nederland zijn hetzelfde, want die worden mondiaal vanuit Amerika aangestuurd. Rechters blijven van religie af, maar de kern is hier dat ze oproepen uittreders totaal te isoleren. Zowel voor een strafrechter als een burgerlijk rechter een belangrijke kwestie, al zal wel helder moeten worden dat de rechtsorde wordt aangetast”.
Sektesignaal
Ook is het voor dit soort zaken van groot belang dat er eindelijk een vervanging komt voor het onlangs opgeheven sektemeldpunt Sektesignaal, vindt Oldenhuis. “We zullen eens een stap moeten maken. We hebben een College voor de Rechten van de Mens voor discriminatiezaken, dat heel goed functioneert. Eigenlijk zouden we een sektekamer moeten hebben. Met uitspraken van het College kunnen mensen vervolgens naar de burgelijke of strafrechter stappen.”
Dit onderzoek kwam tot stand met de steun van de Vlaams-Nederlandse Journalistenbeurs.