Het aantal Nederlandse vrouwen tussen de 45 en 60 jaar dat hormoontherapie gebruikt om overgangsklachten te verminderen is sinds 2018 slechts gestegen van 3 naar 4,3 procent. Dat blijkt uit cijfers die we opvroegen bij de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK), die data over geneesmiddelengebruik verzamelt en analyseert. Gynaecologen maken zich zorgen dat vrouwen onnodig lang rondlopen met klachten.
Het gebruik van hormoontherapie is relatief laag in Nederland, bleek uit eerder internationaal onderzoek (2014). Voor een actueler beeld zetten we de vraag uit naar de behandelgraad in andere landen bij farmaciebedrijf Theramex, dat zich specialiseert in vrouwenmedicatie. Theramex vroeg aan haar buitenlandse vestigingen hoeveel vrouwen daar hormoontherapie gebruiken. Yvette ter Brake, verantwoordelijk voor de Nederlandse vestiging van Theramex: “Wij horen dat de behandelgraad in Frankrijk bijvoorbeeld 6 procent is, in Duitsland 8 procent, en in Australië en Engeland zelfs rond de 11 en 16 procent.”
'Beste behandeling bij zware klachten'
Gynaecologen van de Dutch Menopause Society, onderdeel van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, maken zich er zorgen over dat Nederlandse vrouwen onnodig met klachten rondlopen. Gynaecoloog Henk Oosterhof: ”Ik zie dat hormoontherapie by far de beste behandeling is bij zware klachten.” Het verbaast Oosterhof dat we hier niet meer mee doen. Door onze terughoudendheid wordt vrouwen nu behandeling onthouden, denkt hij: “Terwijl ik zo vaak te horen krijg: ‘Dokter, ik heb mijn leven terug’. En dat alleen maar door de klachten te herkennen, erkennen en als dat nodig is hormoontherapie of andere behandeling voor te schrijven.”
Maatschappelijke kosten
Dat er weinig kennis is en dat men weinig praat over de overgang kan leiden tot langdurige klachten en late diagnoses bij de 1,8 miljoen Nederlandse vrouwen die ermee te maken hebben, constateerden ook de ministers van Volksgezondheid en Sociale Zaken dit jaar in een brief aan de Tweede Kamer. Daarnaast is onze calvinistische inslag volgens gynaecologen een oorzaak van de lage behandelgraad. Dat zorgt niet alleen voor persoonlijk leed, maar ook voor maatschappelijke schade. Oosterhof: “Wat het precies kost, weten we nog niet. Maar eerste schattingen laten een half miljard euro aan verzuimkosten zien en ruim twee miljard euro aan kosten door verminderde arbeidsproductiviteit.”
Minister: taboe doorbreken
Om meer kennis te delen over de overgang publiceerden werkgevers en werknemersorganisaties onlangs een handreiking Overgang en Werk. Minister Van Gennip van Sociale Zaken wil deze verder verspreiden om het taboe te doorbreken, zegt ze in een interview met Pointer: “We zijn bezig met de voorbereiding van de volgende fase van de communicatie.” Daarnaast is de behandelrichtlijn voor huisartsen vorig jaar aangepast en volgt binnenkort aanpassing van de richtlijn voor bedrijfsartsen. Oosterhof: “Laten we hopen dat het zorgt voor een kentering.”
Meer weten over de overgang op de werkvloer? Kijk onze uitzending: