Lelystad is ten opzichte van pakweg dertig jaar geleden een populaire plaats geworden om te wonen; net als in de rest van Nederland stijgen ook hier de huizenprijzen hard. Ondertussen kampt de stad in de oudste wijken nog met een erfenis van beleid uit het verleden: huisjesmelkers. Dat bleek tijdens de live radio-uitzending vanuit Lelystad, waar Pointer met een pop up-redactie een maand kantoor hield.
"Ik zag het tien, vijftien jaar geleden al ontstaan: veel Poolse arbeidsmigranten werden ondergebracht in woningen die door huisjesmelkers werden onderverhuurd”, zegt schrijver Joris van Casteren, die opgroeide in Lelystad en zich verdiepte in de geschiedenis van de jonge stad.
Illegale kamerverhuur is iets waar Lelystad vanaf wil. Omwonenden hebben last van te veel mensen, vaak mannen, in een eengezinswoning. Er wordt geklaagd over lawaai, openbare dronkenschap en een tekort aan parkeerplaatsen. Ook voor de huurders zelf is de situatie vaak verre van ideaal: arbeidsmigranten zijn kwetsbaar en er is geregeld sprake van achterstallig onderhoud. Maar niet altijd valt er iets tegen te doen, zegt verantwoordelijk wethouder Dennis Grimbergen.
Verbod op kamerverhuur
“Het is een erfenis waar je aan werkt met elkaar. Er is in 2020 een verbod gekomen op het splitsen van een woning en kamerverhuur”, zegt Grimbergen in de radio-uitzending van Pointer. Dat verbod geldt voor nieuwe gevallen. Mensen die al een vergunning hadden om kamers te verhuren, behielden dat recht. Hun panden moeten dan wel aan bepaalde voorwaarden, zoals brandveiligheidseisen, voldoen.
En het zijn niet alleen buitenlandse werknemers die genoegen moeten nemen met een kamertje. Pointer sprak in de Atolwijk met een Nederlandse man (60) die onlangs scheidde. Hij woont in een tot kamer vertimmerde garage. “Het is ’s winters best wel koud. Het is enkel glas. Ik ben longpatiënt en heb spierreuma, dus heel gezond is het niet. Maar op een gegeven moment moet je ook tevreden zijn.” Hij betaalt voor het kamertje van pakweg drie bij drie 550 euro per maand.
Atolwijk is een achterstandswijk, die is opgenomen in het Landelijk Programma Lelystad Oost, dat iets aan die achterstanden probeert te doen. Er wonen gezinnen, maar er is op verschillende plekken volgens buurtbewoners ook sprake van kamerverhuur. Ruim 14 procent van de huishoudens in dit deel van de stad, Centrum-Noord/Atol-West, leeft onder het sociaal minimum.
In het blok waar de man woont, is door openstaande deuren te zien dat meer garages omgebouwd zijn tot kamers. Er past net een bed in, een koelkast en een televisie.
De tekst gaat verder onder het kader.
Rendement
Als particulier panden kopen en daar vervolgens kamers verhuren, is in de laatste tien jaar opgekomen, weet Martine Visser. Zij is directeur van de woningcorporatie Centrada die sociale huurwoningen aanbiedt in Lelystad. Zij kent het fenomeen: “Dit gebeurde overal in Nederland, maar in Lelystad waren tien jaar geleden de huizenprijzen ook nog eens laag. Daarnaast was het verhuren van een huis fiscaal aantrekkelijk. Je kon dus een goed rendement maken als particulier verhuurder. Tegelijkertijd nam in de regio Lelystad de werkgelegenheid toe, wat arbeidsmigranten aantrok. Er was dus ook vraag naar kamers.”
Inmiddels heeft de landelijke overheid maatregelen genomen waardoor het lucratieve er wel af is, zegt Visser. Evengoed is het probleem nog niet opgelost.
Achterstand
De afdeling handhaving van de gemeente Lelystad heeft er de handen vol aan. Alleen al in de eerste negen maanden van dit jaar kreeg de gemeente 351 meldingen, onder andere van omwonenden, over illegale kamerverhuur. Bij 106 panden stelden inspecteurs dit ook daadwerkelijk vast, andere panden worden nog onderzocht, meldt de gemeente. “Per saldo zijn we niet dichter bij een acceptabel beheersniveau dan een jaar geleden,” aldus de handhavers in het jaarverslag van vorig jaar.
De wethouder erkent dat er een achterstand is (‘een werkvoorraad’), maar dat is volgens hem onvermijdelijk: “Dit soort processen kennen ook een doorlooptijd. We hebben de verplichting om goed te controleren en zeker te weten dat de wet wordt overtreden. Als je al overgaat tot een last onder dwangsom, heeft degene die het betreft ook nog een bezwaartermijn van drie maanden en kan de verhuurder in cassatie gaan. Dat zijn zaken die gewoon lang lopen.”
Van der Valk
"De oplossing”, zegt Grimbergen, “zit in huisvesting voor arbeidsmigranten op een andere locatie goed organiseren, waarmee je uitspattingen gaat uitbannen.” Lelystad heeft een grootschalige accommodatie voor buitenlandse werknemers in de planning naast het Van der Valkhotel bij de A6.
De bedachte stad, lessen voor de toekomst