De Amerikaanse sociaal psycholoog Jonathan Haidt vindt met zijn aanklacht tegen het gevaar van social media voor het welbevinden van jongeren een welwillend oor bij bezorgde ouders en professionals. Maar wetenschappers in Nederland keren zich tegen zijn invloed. "Haidt wakkert morele paniek aan.”
Het gebeurt niet elke dag dat een aanklacht tegen social media viraal gaat. Maar Jonathan Haidt lukte het om meer dan 600.000 likes op een video van de Wall Street Journal op Instagram te krijgen, waarin hij zegt dat jongeren onder de 16 te jong zijn voor een eigen social media-account.
Zijn boek The Anxious Generation (vertaald als Generatie Angststoornis) kwam in maart 2024 uit en voert sindsdien bestsellerslijsten aan. Ook inspireert het ouderbewegingen en politici over de hele wereld. Maar er is een groep in Nederland die zich massaal tegen de boodschap van Haidt keert. Zijn collega’s uit de sociale wetenschap.
Angstige generatie
Haidt start in zijn boek met wat volgens hem een gezonde kindertijd inhoudt, omdat deze volgens hem onder druk staat. We zijn volgens hem van een spelgerichte kindertijd naar een schermgerichte kindertijd gegaan, en daarmee zouden kinderen essentiële vaardigheden verliezen die je als kind in risicovol spel leert. Haidt vindt dat we kinderen buiten te veel zijn gaan beschermen (een ontwikkeling die in de Amerikaanse context sterker is dan hier), terwijl ze online zijn losgelaten zonder enige begrenzing, begeleiding of bescherming.
Die herbedrading (great rewiring) van de kindertijd is volgens Haidt de grote verklaring voor de plotselinge achteruitgang van mentale gezondheid van jongeren wereldwijd na 2010. Hij redeneert dat die daling samenvalt met de introductie van de smartphone.
Afstand doen van sociale media
Haidt kijkt voor zijn inzichten niet alleen naar studies die een correlatie laten zien tussen smartphonegebruik en de dalende mentale gezondheid bij jongeren, maar ook naar experimentele studies die jongeren een tijdje afstand laten doen van social media. Volgens hem laten de meeste studies die dit experiment langer dan een paar dagen laten duren, een positief effect zien op de mentale gezondheid van deelnemers.
Morele paniek
In augustus waarschuwen 18 Nederlandse wetenschappers in een opiniestuk op de site van het Trimbosinstituut tegen het boek van Haidt. Zij schrijven: “Haidts boodschap dat sociale media en smartphones de oorzaak zijn van een wereldwijde mentale gezondheidscrisis onder jongeren landt op een welwillend bed van zorgen en onderbuikgevoelens. De wetenschappelijke werkelijkheid is echter dat zijn claims ongefundeerd en problematisch zijn.”
Haidt negeert volgens de ondertekenaars onderzoek dat niet in zijn straatje past, trekt oorzaak-gevolg conclusies uit onderzoek dat alleen een verband aantoont, negeert de positieve ervaringen van jongeren zelf en houdt geen rekening met het feit dat niet iedereen hetzelfde reageert op sociale media. Ze beschuldigen Haidt dan ook van het aanwakkeren van ‘morele paniek’, zoals die er ook was bij de opkomst van het hoorspel en de televisie. De auteurs schrijven niet wat voor antwoord zij als deskundigen hebben op de zorgen die bij ouders en beleidsmakers leven en we ontdekten in gesprekken ook dat niet iedere briefondertekenaar het boek daadwerkelijk had gelezen.
Het was niet de enige kritiek uit wetenschappelijke hoek die Haidt kreeg. In Nature schreef de Canadese hoogleraar psychologie Candice Odgers een kritische bespreking van het boek. Zij stelt dat de wetenschap zijn conclusies over een mentale gezondheidscrisis die veroorzaakt wordt door smartphones niet onderschrijft, en dat het zelfs het zicht kan ontnemen op de werkelijke oorzaken daarvan. Die twee punten werden ook door Nederlandse wetenschappers in een opiniestuk in NRC verwoordt. Haidt en zijn co-onderzoekers reageren met uitgebreide blogs op critici als Odgers. Hij levert ook kritiek op onderzoek dat volgens hem de toets der kritiek niet doorstaat.
Haidt heeft in het schrijven van dit boek zijn onderzoek in het openbaar gedaan. Hij hield een blog bij waarin hij ideeën en hypothesen testte en maakte openbare google documenten aan om alle onderzoek dat iets zegt over de relatie tussen sociale media en de mentale gezondheid van jongeren bijeen te brengen. In die documenten konden andere onderzoekers reageren met suggesties en kritiek. Op de site bij het boek staat veel extra informatie die niet in het voor een breed publiek geschreven boek paste.
#GeenPaniek
De kritiek op Haidt komt niet van de minsten. Nederland heeft een goede reputatie op het gebied van onderzoek naar jongeren en sociale media. Patti Valkenburg is wereldwijd een van de grote namen in dit vakgebied. Zij identificeert in totaal wel 15 redenen voor de afname van mentale gezondheid bij jongeren, in plaats van alleen te wijzen naar de opkomst van sociale media
Onderzoeker Loes Pouwels van de Radboud Universiteit legt in een interview uit wat keer op keer herhaald wordt door de Nederlandse psychologen en sociologen: “Een kleine groep worstelt inderdaad met zijn telefoongebruik en ervaart echt negatieve effecten op het welbevinden. Deze jonge mensen kunnen bijvoorbeeld niet stoppen met scrollen, vergelijken zich te veel met anderen of krijgen te maken met cyberpesten. Daartegenover staat een kleine groep die vooral positieve effecten ervaart. Deze categorie vindt online de vrienden die offline misschien nooit in beeld waren gekomen. Maar, veruit de grootste groep geeft aan dat het telefoongebruik weinig invloed heeft op het welzijn.” Pouwels baseert dat onder meer op een onderzoek dat zij in 2021 deed onder 387 adolescenten. Uit ander onderzoek blijken de groepen die positieve of negatieve effecten ervaren allebei ongeveer 10 procent van de jongeren te zijn.
Tekenend voor de houding van Nederlandse sociale wetenschappers is de titel van een advies van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving uit 2023: De digitale leefomgeving: #GeenPaniek. De boodschap vatten de auteurs samen als: “Vermijd een overspannen debat en houd oog voor de positieve, sociale kanten van het online leven.” Ze stellen dat er geen consensus bestaat over het effect van het online leven van jongeren op hun mentale gezondheid. Maar verder onderzoek wordt eerder afgeraden dan aanbevolen. “Wie op zoek gaat naar de concrete individuele effecten van de online omgeving zal blind zijn voor het grotere plaatje.” Wel adviseert de Raad bevordering van digitale geletterdheid en mediawijsheid onder jongeren.
Rondetafelgesprek Tweede Kamer
In april 2023 vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek over de impact van social mediagebruik op jongeren plaats. Wetenschappers en onderzoeksinstellingen waren gevraagd om input te leveren om politici duidelijk te maken wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren om schade aan jongeren te voorkomen. De position papers die wetenschappers vooraf schreven, geven inzicht in de staat van het debat in Nederland.
MindUs, een organisatie die veel met jongeren zelf in contact staat, kwam met een behoorlijk alarmerend position paper. “Jongeren zelf geven aan last te hebben van het verslavende karakter van sociale media en de grote mate van toegankelijkheid en gemak waarmee ze ermee in aanraking komen,” aldus de onderzoekers Ze zien dat jongeren afgeleid worden. “Verhalen van jongeren die gemiddeld wel 6 tot 9 uur per dag op hun mobiele telefoon doorbrengen zijn niet meer ongewoon. Er blijft minder tijd over voor (offline) sport, ontspanning, vrienden of zelfs slapen.”
Daarnaast worden jongeren volgens MindUs constant geconfronteerd met een ‘perfect plaatje’ waardoor ze steeds voelen ‘er nog niet te zijn’ en krijgen ze meer prikkels dan ze mogelijk aankunnen. Jongeren geven aan dat ze zich zorgen maken over volgende generaties en behoefte hebben aan grenzen.
Het contrast met de andere deskundigen
Andere onderzoekers zetten in hun position papers voor dat rondetafelgesprek juist in op meer nuance. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving zegt dat er geen apart gezondheidsbeleid op het digitale domein nodig is. Jongeren maken zelf namelijk geen verschil tussen de offline en online wereld. Bovendien versterken digitale apparaten hoogstens problemen die er al zijn.
Kennisinstituut Trimbos schrijft vooral over de voordelen van sociale media voor jongeren. Het Nederlands Jeugdinstituut legt de nadruk op hoe weinig er bekend is over de link tussen sociale media en mentale problemen. Wel stellen zij dat de helft van de vrije tijd van jongeren opgaat aan sociale media.
Op welke leeftijd beginnen?
Wat een goede leeftijd is om met smartphones of sociale media te beginnen, is een vraag waar Nederlandse wetenschappers zich niet snel aan wagen. Uit onderzoek onder bijna 28.000 jongeren wereldwijd blijkt dat de mentale gezondheid van kinderen die jong een smartphone krijgen, op latere leeftijd slechter is dan de kinderen die pas laat een smartphone krijgen.
60 procent ervaart negatieve gevolgen social media
In augustus 2024 verscheen een onderzoek (nog zonder peer review door andere wetenschappers) van de Nederlandse onderzoeksgroep van Patti Valkenburg. Hoofdauteur Amber van der Wal ondertekende ook de hierboven genoemde brief van 18 wetenschappers. De conclusies uit dit nieuwe onderzoek staan haaks op het steeds herhaalde mantra dat sociale media voor de meeste jongeren geen invloed hebben op hun mentale gezondheid. De titel van het onderzoek luidt: ‘Sociale mediagebruik leidt tot verslechtering van mentale gezondheid bij de meeste tieners’.
De onderzoekers lieten honderden jongeren tussen de 14 en 18 jaar gedurende 100 dagen dagelijks antwoord geven op vragen over hoe ze zich voelden en welke sociale media ze hoe lang gebruikt hadden. Er werd gekeken naar drie aspecten van mentale gezondheid: welzijn, zelfvertrouwen en hechtheid van vriendschap. Bij 60 procent van de jongeren had hun sociale mediagebruik een negatief effect op al deze aspecten van mentaal welzijn. Ze voelen zich dus slechter, hebben minder zelfvertrouwen en ervaren minder hechte vriendschappen, hoe meer ze op social media zitten.
De effecten blijken echter behoorlijk te verschillen per social-mediaplatform. Na een avondje WhatsApp en Snapchat voelen jongeren juist hechtere vriendschapsbanden. Wellicht niet verbazend, omdat deze sociale media vooral gebruikt worden voor contact met vrienden. De apps waarbij je de levens van met name onbekende anderen aan je voorbij ziet trekken, zoals TikTok, YouTube en Instagram, hebben veel negatievere effecten. TikTok heeft voor 72 procent van de jongeren een negatief effect op hun vriendschappen, YouTube zelfs 80 procent.
Hoofdonderzoek Amber van der Wal pleit in een interview over het onderzoek voor het beperken van de toegang van tieners tot social media in EU-verband. Niet door het helemaal te verbieden, maar door iets te doen aan het design van de sociale media die je verleiden om eindeloos door te scrollen. Instagram heeft net aangekondigd een stap in die richting te zetten met speciale accounts voor tieners. Dat betekent onder meer dat ze 's nachts geen pushmeldingen van nieuwe berichten krijgen en dat ze na 60 minuten een melding krijgen om de app af te sluiten. Ook krijgen ouders meer mogelijkheden om de tijd van hun kind op de app te beperken en te zien met wie ze recent berichten uitgewisseld hebben.
Van der Wal komt ook met een concreter advies aan ouders dan eerder te horen was vanuit de wetenschap. “Voor kinderen die nog niet aan sociale media zijn begonnen, is het denk ik goed om sociale media – en dan met name TikTok, YouTube en Instagram – zo lang mogelijk uit te stellen.”
Wat zeggen jongeren zelf?
Al in 2018 noemde één op de drie 18- tot –25-jarigen zichzelf verslaafd aan sociale media. En dat was voordat TikTok populair werd. Uit een peiling onder 900 Nederlandse kinderen tussen 10 en 18 blijkt dat 70 procent vindt dat ze weleens te lang achter een scherm zitten. Een meerderheid geeft de gevolgen van de digitale wereld voor hun mentale en fysieke ongezondheid een onvoldoende. Ook voelen ze zich in ruime mate niet veilig online. Onder mbo-studenten blijkt uit recent onderzoek dat excessief social-mediagebruik een risicofactor voor stress is. Studenten gaven zelf aan dat social-mediagebruik de kwaliteit van persoonlijke contacten vermindert en zorgt voor een lager zelfbeeld.
Patti Valkenburg heeft in 2023 Nederlandse tieners gevraagd naar hun gebruik van sociale media. TikTok en Snapchat worden het meest gebruikt. Ruim de helft van de jongeren denkt dat sociale media een positieve invloed hebben op hoe gelukkig ze zich voelen. Dat is twee keer zoveel als de groep die een negatieve invloed ziet. Maar de helft van de meisjes denken dat sociale media slecht zijn voor hun zelfbeeld. Bij jongens ligt dat cijfer twee keer zo laag.
In de VS heeft Jonathan Haidt een enquête onder ruim 1000 Gen Z-ers uit laten voeren, die tussen den 18 en 27 jaar waren. De meerderheid zit meer dan 4 uur per dag op social media. Bijna de helft van hen zou willen dat social media als TikTok, Snapchat en X/Twitter nooit waren uitgevonden. Jonge mannen zien vaker positieve dan negatieve gevolgen van sociale media voor hun emotionele en sociale gezondheid, maar bij jonge vrouwen is dat precies andersom. De meerderheid van de Gen Z-ers denkt dat sociale media een negatieve invloed op hun generatie en op de samenleving hebben. Twee derde is zelfs voor wettelijke grenzen aan sociale media voor kinderen.
Sociale norm
Jonathan Haidt meent dat zijn verhaal na alle kritiek overeind blijft staan. "We kunnen nooit 100% zeker zijn. Maar het ziet er naar uit dat dit gaande is (dat sociale media de mentale gezondheid van tieners schaden, redactie). En in beleid hanteren we het principe dat als iets waarschijnlijk schadelijk is voor kinderen, we dat product van de markt halen." Hij pleit daarom voor een verandering van de sociale norm. De smartphone moeten we niet aan kinderen geven totdat ze naar een nieuwe school gaan. In de Verenigde Staten gaan jongeren als ze 14 zijn naar high school. Een telefoon waarmee kinderen enkel kunnen bellen zou voor die periode al een optie zijn. Haidt acht social media ongeschikt voor jonge kinderen en pleit ervoor pas vanaf 16 jaar toegang daartoe te geven.
Ook zouden scholen van hem telefoons van de eerste tot de laatste bel uit de school moeten weren. Thuis of in de kluis dus, zoals een deel van de Nederlandse scholen inmiddels doet. Tot slot meent hij dat kinderen niet alleen vrijheden moeten verliezen, maar ook krijgen. Vrijheid, risico, verantwoordelijkheid en zelfstandigheid in het echte leven zijn “de beste manier om weerbare adolescenten en volwassenen te creëren”.
Dit onderzoek van Pointer is onderdeel van het KRO-NCRV dossier Druk! De mentale gezondheid van jongeren in ons land verslechtert. KRO-NCRV spreekt in dossier Druk! met jongeren en deskundigen over mentaal welzijn.
Bekijk hieronder de uitzending over smartphonegebruik onder jongeren terug: