Bleke snoetjes, korte lontjes, buikpijnklachten en huilende leerlingen. Dat zien leerkrachten rond de toetsperiodes op de basisschool. Na tientallen tips over de gevolgen van onze toetscultuur zetten we samen met DUO Onderwijsonderzoek & Advies een vragenlijst uit onder 400 bovenbouwleerkrachten. “Wij hebben zelfs ouders die thuis consequenties hebben op lagere scores, terwijl het kind gewoon laat zien wat het kan.”
In ons onderzoek naar Toetsstress op de basisschool krijgen we tips van directeuren die toetsantwoorden in de la vinden van leerlingen, en leerkrachten die kinderen het plezier in onderwijs zien verliezen omdat er zo gefocust wordt op de toetsresultaten. Ook laten leerkrachten ons weten dat ze collega’s hebben die proberen de resultaten van de toetsen te beïnvloeden door ze bijvoorbeeld klassikaal te maken:
Waar komt toch die druk vandaan om hoog te scoren? En zijn dit excessen? Of heeft ons basisonderwijs een groter probleem? Om hierachter te komen zetten we samen met DUO Onderwijsonderzoek & Advies een vragenlijst uit onder 400 leerkrachten van groep 5, 6, 7 en 8. Wat is hun ervaring met toetsen?
Cito is het meestgebruikte leerlingvolgsysteem volgens de geënquêteerde leerkrachten. Maar liefst 81 procent van de leerkrachten maakt er gebruik van.
Gemiddeld nemen de leerkrachten zo’n 9 toetsen per jaar af per kind. De meeste leerkrachten (76 procent) hebben de lvs-toetsen niet nodig om te weten of een kind de lesstof begrijpt. Om kinderen te kunnen volgen in hun ontwikkeling lijkt de helft deze toetsen wél handig te vinden. Dit is volgens Cito ook waar het leerlingvolgsysteem voor bedoeld is: als hulpmiddel. Leerkrachten vinden dat het doel van het lvs is om de ontwikkeling van leerlingen te volgen, maar ook om het uitstroomniveau naar het voortgezet onderwijs te bepalen.
Bijna driekwart van de leerkrachten merkt dat de druk om te scoren toeneemt in de hogere klassen. Dat is namelijk het moment dat de scores gaan tellen voor het schooladvies, horen we van leerkrachten.
En daarom gaan kinderen oefenen, ziet ruim de helft van hen. Ouders kopen bijvoorbeeld toetsen via internet, of ze sturen kinderen naar huiswerkinstituten of toetstrainingen.
De focus op de toetsscores veroorzaakt stress bij kinderen. 89 procent van de leerkrachten ziet leerlingen onder spanning staan: ‘korte lontjes’, ‘bleke snoetjes’, ‘slechter eten en slapen’ en ‘vlugger huilen’. Een leerkracht ziet ‘buikpijn’ en ‘nerveus gedrag’. Kinderen zijn ‘heel druk’ of ‘juist heel stil’. Ze zijn ‘bang om te falen’ en ‘voelen de druk van ouders’. Ook wiebelig gedrag, hoofdpijnklachten, snel ruzie, paniek, ziekmeldingen en black outs worden genoemd. Een leerkracht schrijft: “Wij hebben zelfs ouders die thuis consequenties hebben op lagere scores, terwijl het kind gewoon laat zien wat het kan.”
Kinderen zo jong als 8 of 9 jaar ervaren dus fysieke spanningsklachten voor toetsen die bedoeld zijn om te kijken waar ze staan in hun ontwikkeling en ze verder te helpen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Ook Gonneke Stevens, hoogleraar Adolescent Health and Wellbeing bij de Universiteit Utrecht, ziet de druk door schoolwerk in haar onderzoeken toenemen: “Onder zowel leerlingen in groep 8 als in het voortgezet onderwijs is het percentage dat veel druk door schoolwerk ervaart in de laatste 20 jaar verdrievoudigd. Op de basisschool ging het van 6 naar 19 procent en in het voortgezet onderwijs van 16 naar 45 procent.” In 2021 heeft Stevens de leerlingen in groep 8 voor het eerst specifiek gevraagd naar stress over het schooladvies. “20 procent van de meisjes ervaart dit en 14 procent van de jongens.”
Emotionele problemen nemen toe
Hoe erg is dat eigenlijk? Een beetje prestatiedruk kan toch geen kwaad? Later moeten kinderen daar immers ook mee omgaan. Stevens: “Een beetje druk misschien niet, maar heel veel leerlingen ervaren op dit moment veel druk door hun schoolwerk, zeker in het voortgezet onderwijs. Wij zien mentale problemen toenemen en het is zeer waarschijnlijk dat de toename in druk door schoolwerk hier een rol in speelt. 43 procent van de meisjes in het voortgezet onderwijs gaf in 2021 aan emotionele problemen te hebben. Voorbeelden zijn: ik voel me ongelukkig, ik pieker veel, ik ben zenuwachtig. In 2005 was dat nog geen kwart.”
In groep 8 steeg het percentage meisjes met emotionele problemen tussen 2017 en 2021 van 14 naar 33 procent. En ook onder jongens namen deze problemen toe. Stevens: “Corona speelt natuurlijk een rol, maar druk door schoolwerk hangt er ook sterk mee samen. En een slechte mentale gezondheid beïnvloedt weer het presteren op school. Daardoor lopen we het risico lopen dat kinderen niet beter opgeleid worden.”
Ook leerkrachten ervaren druk
Niet alleen kinderen ervaren druk door de waarde die we hechten aan toetsresultaten. Ook 53 procent van de leerkrachten geeft aan soms druk te ervaren vanuit de directie of het bestuur. 16 procent zegt zelfs vaak druk te ervaren.
Een leerkracht schrijft erbij: “Alleen sinds de inspectie op bezoek is geweest ervaar ik meer druk”. Een ander licht toe: “Je moet de norm halen of anders…” Dat zou een verklaring kunnen zijn voor waarom leerkrachten, zoals de oud-collega van Cathelijne, de toetsresultaten van hun klas zelf ook proberen te beïnvloeden:
En hoe zit het dan met de eindtoets, die vanaf volgend jaar de ‘doorstroomtoets’ gaat heten? Dat is de enige toets van alle basisschooltoetsen die elk jaar wordt vernieuwd en waarvan je dus alleen oudere versies kan bestellen op Markplaats. Wordt daar ook voor getraind? Soms, zegt de helft van de leerkrachten. Bij deze toets is Cito trouwens een stuk minder populair: 44 procent zegt de Cito-eindtoets te gebruiken en 38 procent de IEP.
De meeste leerkrachten (69 procent) hebben het idee dat de eindtoets wel een goed beeld geeft. Bij de IEP-toets ligt dat percentage wel een stuk hoger dan bij de Cito.
Leerkrachten benadrukken dat een kind meer is dan de eindtoets, die alleen maar iets zegt over begrijpend lezen en rekenen. Driekwart van de leerkrachten ziet ook dat de indeling naar niveau, die we in Nederland in groep 8 al maken, nadelig is voor bepaalde groepen kinderen. 43 procent zou liever hebben dat we kinderen pas later indelen op niveau.
Ze zien dat het huidige systeem veel druk legt bij jonge kinderen en ‘weinig ruimte laat voor laatbloeiers’. Een leerkracht schrijft: “Ik zie dat kinderen veel meer in hun mars hebben. Vaak kinderen met een andere moedertaal.” Een ander schrijft: “De indeling is gebaseerd op 1 onderdeel van het menszijn… Het werkt stigmatiserend en zet een stempel op het leven van kinderen.” En: “Dit biedt geen gelijke kansen voor alle kinderen.”
Interessant hierbij is dat zowel toetsexpert Karen Heij als de Onderwijsraad deze pijnpunten in ons onderwijssysteem twee jaar geleden al aan het licht bracht. Heij promoveerde in 2021 op een onderzoek naar het Nederlandse toetssysteem. Ze geeft aan dat ons systeem de druk in de hand werkt: “We hechten te veel waarde aan toetsen en selecteren te vroeg. Ik schrik ervan als ik zie hoeveel druk het oplevert bij jonge kinderen en leerkrachten.” De Onderwijsraad bracht zelfs het advies uit om de selectie in groep 8 te schrappen en een driejarige brede brugklas in te voeren. De kinderen zouden pas daarna geselecteerd moeten worden op niveau.
Systeem op de schop?
Begin maart schreef minister voor Onderwijs, Dennis Wiersma, dat hij helaas niet kan voldoen aan de wens van de Onderwijsraad vanwege de ‘ingewikkelde omstandigheden’ in het onderwijs: “Ik deel de doelen van de Onderwijsraad om kansengelijkheid in het onderwijs te vergroten. Tegelijkertijd zet het voorstel van de raad het voortgezet onderwijs op zijn kop, zonder dat we duidelijk zicht hebben op de praktische en financiële consequenties van een dergelijke stelselwijziging.” Scholen mogen het wel doen, schrijft hij, maar hij gaat het niet verplichten.
'Trainen geeft scheef beeld'
Hoe gaat de minister er dan voor zorgen dat jonge kinderen minder stress ervaren in het onderwijs? Want het huidige systeem met zijn verplichte toetsing legt hoge druk op de laatste jaren van de basisschool en veroorzaakt ongelijke kansen. Iets waar zijn kabinet toch wat aan wilde doen?
Wiersma heeft geen tijd voor een interview, maar hij schrijft ons dat hij het zeer onwenselijk vindt als er thuis, op bijles of op school op grote schaal getraind wordt voor de toetsen. "Dat geeft een scheef beeld, en daar is niemand – het kind niet, en de school niet – bij gebaat. Het is onverstandig en ik vind het ook niet acceptabel wanneer scholen hun onderwijs aanpassen op de toetsen." Hij gaat kijken hoe hij het trainen verder kan ontmoedigen en het private aanbod kan aanpakken.
Minister: 'Enorme hoeveelheid toetsen hoeft niet'
De minister zegt verder bezig te zijn om de stress onder jonge kinderen te verminderen. Wiersma: "Ik zie soms scholen met een enorme hoeveelheid toetsen. Die komen in grote meerderheid niet van de Inspectie of van mij. Dus daar moeten scholen zelf ook in matigen."
Onderzoeker Heij geeft aan dat scholen in het verleden juist zijn gestimuleerd om waarde te hechten aan de resultaten van de lvs-toetsen bij het bepalen van het schooladvies: "Dan kun je ze nu niet kwalijk nemen dat ze die toetsen afnemen."
Stop met trainen
Ook de Onderwijsinspectie hoort geluiden over de hoge prestatiedruk. Afdelingshoofd Primair Onderwijs Kees Theunis: "Een gezonde spanning hoort bij het afnemen van een toets, maar als dat leidt tot stress, buikpijn en ruzie bij kinderen, dan is dat niet goed. Dan ga je verkeerd met zo’n toets om." Het trainen voor toetsen zien ze met lede ogen aan: "Als je oneigenlijk gaat trainen, dan is het risico dat je een te hoog schooladvies krijgt dat niet past bij de ontwikkeling van de leerling." Hun boodschap is dus: stop met trainen.
En hoe kijkt de inspectie aan tegen de druk die leerkrachten voelen om hoog te scoren? Die druk zou vanuit de inspectie via de directie en het bestuur van scholen het leslokaal insijpelen. De toetsresultaten zijn een belangrijk onderdeel van het toezicht, legt Theunis uit, maar de inspecteurs kijken ook echt naar de verantwoording die een school daarbij geeft. "Dus ook het verhaal achter de cijfers is voor de inspectie enorm belangrijk."
Niemand wíl stress, toch ís het er
De inspectie, de toetsaanbieder, de minister... Niemand wíl stress, kansenongelijkheid en toetstraining, maar toch ís het er wel. De bal ligt nu bij de basisscholen. Kunnen zij er iets aan doen? Dat wordt niet makkelijk, lezen we in de reactie van de PO-Raad (de belangenbehartiger van het primair onderwijs, red.) Het is het gevolg van politieke keuzes dat toetsen belangrijker worden, laat woordvoerder Merel Doeser weten: “De begrijpelijke zorgen over de onderwijskwaliteit hebben tot gevolg dat de Tweede Kamer en het kabinet meer controle willen. Het resultaat: de kwaliteit van het onderwijs wordt versmald tot slechts enkele cijfers en indicatoren.”
Daarnaast ziet de PO-Raad een tendens in de maatschappij dat het schooladvies in groep 8 steeds belangrijker wordt gevonden. “Daardoor komt er ook meer druk op de lvs-toetsen. Samen met het oordeel van de leerkracht en de eindtoetsscore zijn die daarvoor immers het uitgangspunt.”
Kán het wel anders? Ja, zeggen individuele leerkrachten en schoolbestuurders. Maar dat moet dan wel vanuit de scholen zelf komen. Hoe zij het aanpakken, lees je hier: