We krijgen als factcheckers wel eens het verwijt dat we te minutieus te werk gaan. Dat we te veel zitten op alle cijfertjes die in verkiezingstijd worden opgevoerd en of die wel kloppen, terwijl het zou moeten gaan over wat er inhoudelijk wordt beweerd. Is dat zo? Hoofdredacteur René Sommer reflecteert op wat wij leerden van 10 dagen factchecken voorafgaand aan de Europese verkiezingen.
Een kandidaat-Kamerlid confronteerden we ooit met een uitspraak van haar waarbij ze cijfers sterk had overdreven. Haar verweer was dat de cijfers misschien niet helemaal kloppen, maar dat de boodschap wat haar betreft hetzelfde blijft. Heeft ze wellicht gelijk en zijn we te puriteins? Moet het meer over de inhoudelijke boodschap gaan en is het minder interessant hoe die is onderbouwd? Of zijn we juist gebaat bij feitelijkheid?
'Alternative facts'
Dan kom je in eerste instantie uit op een discussie over wat feiten zijn. Als journalisten beroepen we ons op meerdere bronnen en doen we feitenonderzoek, gebaseerd op wat we in de wetenschap als gangbaar zien. Maar sinds Kellyanne Conway, adviseur van president Trump, het begrip alternative facts introduceerde, ging de doos van Pandora open.
Conway nam het op voor woordvoerder Sean Spicer, die de aanwezigheid van publiek bij de inauguratie van zijn baas sterk had overdreven. Het zou de best bezochte beëdiging van een Amerikaanse president ooit zijn geweest. De hele wereld had ondertussen op foto’s en video kunnen zien dat er weinig enthousiasme was om de gebeurtenis bij te wonen. Conway beweerde dat Spicer tot zijn conclusie gekomen was door alternatieve feiten. De rollen werden omgedraaid: het waren de traditionele fake news media die een verkeerd beeld hadden geschetst.
Foute informatie
Het is geen incident. Journalisten, maar ook wetenschappers, komen steeds vaker in discussies terecht waarbij hun werk in twijfel wordt getrokken. Wat we voorheen als waarheid zagen, wordt tegenwoordig met argusogen bekeken. Met als gevaar dat iedereen zijn eigen waarheid heeft en feiten aan betekenis verliezen. Kritiek en argwaan is tegenwoordig met het grote bereik van sociale media ook makkelijk gezaaid. Zie maar eens te onderscheiden wat nog wel en niet klopt in de continue stroom van statements en meningen op je social media feed. En dat is waar journalisten nu juist een rol kunnen spelen.
Samen met onze journalistieke partners uit België en Nederland hebben we de afgelopen twee weken geprobeerd om zoveel mogelijk helderheid te krijgen in alle beweringen rond de Europese verkiezingen. We hebben tijdens een factcheck-marathon van twee weken gefocust op uitspraken rond de thema’s die bij deze verkiezingen centraal stonden: migratie, klimaat en Europa. Onderwerpen waarbij veel mis- en desinformatie online rondgaat. En inderdaad, we kwamen politici en opiniemakers tegen die vrijelijk hebben geshopt in cijfers om een boodschap net even wat meer gewicht te geven of de noodzaak meer te benadrukken. En in de meest extreme gevallen worden cijfers verdraaid of met opzet anders geïnterpreteerd. Dan ontstaat desinformatie; het bewust creëren van foutieve informatie met als doel beïnvloeding.
Selectief cijfergebruik
Voorbeelden van selectief cijfergebruik kwamen we meer dan eens tegen. Zoals het frame dat zo oud is als de Europese Unie zelf: Brussel is een bodemloze put. De PVV schrijft in haar partijprogramma dat de EU ons jaarlijks 10 miljard ‘kost’. Omgerekend is dat 564 euro per Nederlander per jaar. Dat bedrag maken we inderdaad jaarlijks over, maar dat is niet het complete verhaal. Want er komt via of dankzij de Europese Unie ook veel geld terug. Uiteindelijk maken we door deelname aan de interne markt juist een winst van omgerekend zo’n 1740 euro per Nederlander per jaar. Dat blijkt uit berekeningen van het Centraal Planbureau van twee jaar geleden. Dat is toch een heel andere boodschap.
Ook Farmers Defence Force vertelde, in aanloop naar de verkiezingen, niet het complete verhaal. De actiegroep beklaagde zich erover dat er jaarlijks honderden miljoenen naar boeren buiten de EU gaan, maar vermeldde er niet bij dat het om ontwikkelingsgeld gaat en dat EU-boeren zelf honderden miljarden ontvangen uit Brussel. En toen Jessica van Leeuwen (BBB) stelde dat veganisten meer stikstof uitstoten dan vleeseters, verzuimde ze de stiktofuitstoot van de dieren die vleeseters op hun bord krijgen mee te tellen. Zou ze dat wel gedaan hebben, dan was de conclusie het tegenovergestelde: vleeseters en niet veganisten zorgen voor de meeste stikstofuitstoot.
De plank misslaan
Soms gaan partijen in de overdrive om hun standpunt kracht bij te zetten en slaan dan de plank mis. Dat zagen we bijvoorbeeld bij de Partij voor de Dieren. Die willen paal en perk stellen aan vervuilende superjachten. Uit hun partijprogramma pikten we de volgende bewering op: ‘We verbieden superjachten in Europa. Die verbranden per uur wel duizenden liters brandstof’. Maar uit onze factcheck blijkt dat de jachten zo’n 300 tot 500 liter brandstof per uur gebruiken tijdens het varen. En omdat ze veel stilliggen, verbruiken ze gemiddeld ‘slechts’ 1000 liter per dag.
Ook met dat feit had de Partij voor de Dieren prima haar punt kunnen maken, bijvoorbeeld door te stellen dat jij en ik van het gemiddelde verbruik van een superjacht op één dag acht keer op vakantie kunnen naar Zuid-Frankrijk in onze dieselauto. Dergelijke onnodige overdrijvingen zijn wijdverbreid in het politieke debat. Zo stelde Europees fractievoorzitter voor de VVD Malik Azmani dat bootvluchtelingen die op de Canarische eilanden aankomen “nul” kans op asiel hebben, terwijl een aanzienlijk deel wel degelijk recht heeft op verblijf in Europa. Je kan je afvragen of zo’n overdrijving wel nodig is om je boodschap kracht bij te zetten. De boodschap blijft hetzelfde.
Geïnformeerd stemmen
De feiten, daar gaat het ons factcheckers om. Maar in een bredere context van partijpolitiek gaat dat niet altijd op. Dan wordt er soms bewust en doelgericht een loopje genomen met de waarheid. En daarmee zijn we gekomen bij het antwoord op de vraag of we gebaat zijn bij die feitelijkheid. Waarom wij als factcheckers moeten blijven doen wat we doen, hoe minutieus ook.
Want het zijn juist de details die kunnen aantonen hoe groot het verschil kan zijn tussen wat feitelijk klopt en wat foute of onvolledige informatie is; alle kleine beetjes tellen op. Onze factchecks zijn er dan uiteindelijk niet om twijfelende kiezers te overtuigen op welke partij te stemmen, maar om ze daarover aan het denken te zetten. Zodat zij goed geïnformeerd en weloverwogen hun kostbare stem kunnen uitbrengen.