Bij elke Europese verkiezingscampagne duikt het onderwerp weer op: moeten we met alle landen in de Europese Unie niet één groot gezamenlijk leger vormen? Laurens Dassen van Volt vindt van wel. En daar heeft hij niet alleen idealistische redenen voor, maar ook een financiële: het zou 75 miljard euro schelen. Dat klopt, al lijkt de praktijk weerbarstig, zo blijkt uit een factcheck in het kader van de Factcheck-marathon in aanloop naar de Europese verkiezingen.
De bewering
In een debat bij Goedemorgen Nederland komt Dassen met het bedrag op de proppen: „Op dit moment verspillen we 75 miljard – 75 miljard, dat is drie keer de Nederlandse defensiebegroting, per jaar – omdat we allemaal verschillende investeringen doen, verschillende wapensystemen. Dus het (een EU-leger, red.) heeft alleen maar voordelen.”
In de podcast Europa draait door noemt Anna Strolenberg, kandidaat-Europarlementslid voor Volt, ook een EU-brede krijgsmacht als speerpunt. Want we lijken nu niet erg efficiënt: „We hebben in Europa vijftien verschillende tanks in plaats van één.”
Over dat precieze aantal kun je overigens discussiëren: verantwoordelijk staatssecretaris Van der Maat zei in juli 2023 op een defensiebeurs dat er twaalf verschillende tanks in gebruik zijn in Europa, maar generaal Onno Eichelsheim, de Commandant der Strijdkrachten, sprak in 2022 wél van vijftien.
75 miljard
En dan dat bedrag van 75 miljard van Dassen, waar komt dat vandaan? Een woordvoerder van Volt verwijst naar een rapport van een denktank van het Europees Parlement, uit februari vorig jaar. Daarin staat, voor tientallen beleidsterreinen, wat verdergaande Europese samenwerking de economie zou opleveren. Het resultaat: áls de Unie in de komende jaren ‘ambitieuze’ stappen zet naar verregaande samenwerking, dan groeit de economie van 15.000 naar 20.000 miljard euro. De extra samenwerking levert tot 2800 miljard euro op. Een besparing van een kleine 3 procent, 75 miljard euro, komt voor rekening van samenwerking op het gebied van defensie.
Maar dat kan op verschillende manieren. Vooropgesteld: Europa’s defensie-uitgaven zijn behoorlijk hoog, aldus de denktank. De 27 EU-landen, samen goed voor 450 miljoen inwoners, geven bijna net zo veel geld uit aan defensie als het ruim drie keer zo grote China: zo’n 250 miljard euro per jaar.
Efficiënter omgaan met defensiegeld
En hoe kan dat dan efficiënter? De denktank splitst de voordelen van samenwerking uit: als de Europese defensie-industrie meer samen optrekt in plaats van elkaar beconcurreert, dan levert dat 14 miljard euro op. Samen materieel inkopen? Dat bespaart bijna 13 miljard euro. Een daadwerkelijke gezamenlijke Europese troepenmacht levert 32 miljard euro aan besparingen op. En zo zijn er nog meer onderdelen die efficiënter zouden kunnen en geld op zouden leveren.
Tel je al die posten bij elkaar op dan kom je inderdaad aan Dassens 75 miljard euro. Hij gaat kortom voor het volledige pakket.
Maar dat bedrag komt wel met de nodige mitsen en maren. Een gezamenlijke Europese troepenmacht is iets waarover de regeringsleiders beslissen en in de Nederlandse politiek krijg je de handen er niet op elkaar: Volt en D66 zijn uitgesproken voor, blijkt uit het Kieskompas. GroenLinks-PvdA is neutraal, alle andere partijen, inclusief de vier coalitiepartijen, zijn tegen.
Samenwerking 25 landen
Van de 27 EU-landen hebben er 25 een paar jaar geleden al wel afgesproken om op militair gebied meer samen te doen – alleen Malta en Denemarken doen niet mee. Als die overige 25 landen hun defensie-economieën stroomlijnen, wat heeft dat dan voor gevolgen?
Dat hangt er maar net vanaf hoe je die samenwerking vormgeeft, zegt Robert Beeres, hoogleraar defensie-economie aan de Nederlandse Defensie Academie. Hij doet onderzoek naar hoe de lusten en de lasten op defensiegebied zijn verdeeld.
"Iedereen is het er wel over eens dat één Europese defensie-industrie goed zou zijn”, zegt Beeres. "Maar de Fransen zullen die in Frankrijk willen hebben, de Duitsers in Duitsland, en zo voorts.” Momenteel zijn die twee landen ook de ‘nettobetalers’ op defensiegebied. "Je kunt je voorstellen dat áls er een defensie-unie komt, Frankrijk en Duitsland willen dat vooral de Oost-Europese landen, en misschien ook Nederland, daar een financieel offer voor brengen."
Oordeel
De 75 miljard euro die Dassen noemt klopt en is gebaseerd op een uitgebreid rapport over mogelijke besparingen door verregaande samenwerking op onder meer defensie. Maar er kunnen wel kanttekeningen worden geplaatst bij de haalbaarheid, want het is zeer afhankelijk van de heikele vraag of de EU-lidstaten hun leger (deels) willen laten opgaan in een Europese krijgsmacht.
Reactie VOLT
"Dat EU-lidstaten voor een Europese defensiemacht moeten kiezen om die miljarden te kunnen besparen is precies het punt dat Laurens Dassen maakt en precies de reden dat we als enige politieke partij in al die lidstaten actief zijn”, laat een woordvoerder van Volt weten. "In een wereld waarin Poetin steeds dichterbij komt en Amerika steeds meer afstand neemt, moeten wij onszelf kunnen beschermen."