Of ze nu willen of niet, de traditionele vissers moeten zich van demissionair minister Carola Schouten van Landbouw en Visserij gaan aanpassen. Volgens haar is “verduurzaming de enige weg voorwaarts voor een gezonde toekomst.” Maar veel vissers zijn de nieuwe regels wel beu en zien hun kosten door duurzaamheidsmaatregelen allereerst toenemen. Gaat duurzame visserij wel werken? En voor wie?
Voor ons onderzoek naar wat er speelt in de Nederlandse Visserij spreken we met vissers, wetenschappers en beleidsmakers over hoe toekomstbestendig de huidige visserij is. Als het aan de minister ligt, moet er heel wat gebeuren, en gauw ook: de Nederlandse vloot moet krimpen en innoveren. Is het niet om minder CO2 en stikstof uit te stoten met de vissersschepen, dan wel om te voldoen aan de regels van hoe ze vissen (om minder schade aan te richten aan de bodem en ongewenste bijvangst te hebben) en hoeveel ze vangen (om zo overbevissing te voorkomen).
Brood op de plank
“Je moet zorgen dat er genoeg vis in de zee blijft”, zegt garnalenvisser Henk Buitjes, wiens voorvaderen al sinds jaar en dag op de Noordzee vist en de regeldruk als last ervaart. “Maar er moet ook brood op de plank komen. Niet alleen voor jezelf, ook voor je maat, want die heeft ook een gezin te onderhouden.”
Niet alleen vanuit Nederland, ook vanuit de Europese Unie wordt veel druk gezet op duurzame visserij. Maar niet iedereen is blij met al die regels, en lang niet iedereen wenst te stoppen met vissen. Uitkopen is namelijk één van de opties die de minister biedt aan vissers.
Dan is er nog de komst van windmolenparken op zee waardoor er minder plek voor ze over zou blijven om te vissen, daar zijn veel vissers momenteel ook ontevreden over. Daarbovenop komen er ook extra natuurgebieden. Het vangstgebied van de visser krimpt steeds verder in.
En daar belanden we bij de discussie over hoe we de ruimte op zee moeten indelen, en hoe je die eerlijk verdeelt. Vorig jaar hadden de overheid, natuurorganisaties, energie-exploitanten en vissers daar bijna overeenstemming over bereikt via het Noordzee Akkoord. Maar uiteindelijk gingen de vissers er niet in mee omdat ze vonden dat ze te weinig compensatie kregen voor het verlies van hun visgronden.
Omslag
Ondanks dat er nog heel wat moet gebeuren om overeenstemming te bereiken, en de minister met man en macht probeert iedereen aan boord te houden, denkt Christien Absil, zelfstandig consultant duurzame vis, dat een duurzame toekomst in de visserij uiteindelijk wel mogelijk is. Maar “er is een omslag nodig bij de vissers.”
Ze ziet niet alleen obstakels, maar juist kansen bij windmolenparken voor de visserij: “Waar je niet meer kan vissen, ontstaan broedkamers voor de vissen. Die gebieden hebben veel meer vis. Zo’n effect heb je in de Noordzee, dus er blijft veel vis over voor vissers buiten de windmolenparken.” Ook zijn er legio kleine innovaties om vismethoden te verbeteren en de schepen zelf duurzamer te maken. Visser Hendrik Kramer experimenteert daarmee. Zo heeft hij een hybride motor en werkt hij met onderwatercamera’s om ervoor te zorgen dat hij gericht vist en minder de bodem beroert.
Collega’s van Hendrik experimenteren met andere netten of met passief vissen door kooien met aas op de zeebodem te plaatsen. Allemaal kleinschalige initiatieven die tijd en geld kosten, want zolang de methodes nog niet (optimaal) werken, wordt er ook minder gevangen en verdiend. En het is maar de vraag hoe die oplossingen voor de hele vloot een veranderingen kunnen opleveren. En, zo vindt de naar eigen zeggen enige Amsterdamse visser, “dan moet een duurzaam gevangen vis wel genoeg opleveren om de veranderingen te bekostigen.”