Zuivelgigant FrieslandCampina loost jaarlijks tonnen fosfaten, stikstof en andere stoffen op de Waddenzee, maar de vergunning daarvoor is sterk verouderd. Het toezicht vertoont bovendien hiaten.
Jaarlijks loost FrieslandCampina via de zogeheten HoWa-leiding van Hoogkerk naar de Waddenzee miljoenen liters warm afvalwater op het kwetsbare natuurgebied. In dit afvalwater zitten tonnen aan fosfaten en stikstof. Pointer is gaan kijken bij de monding van de lozingspijp, zo’n anderhalve kilometer van de dijk ten noorden van Den Andel. Het op het oog heldere water komt dampend uit de pijp, zo nu en dan drijven er witte vlokken in.
Ellen Kuipers van de Waddenvereniging vergezelt Pointer en reageert ontzet: “Ik ben echt ontdaan. Dat dit nog bestaat. Een lozing op een kwetsbaar natuurgebied als de Waddenzee, werelderfgoed… Dit kan écht niet meer. Je kunt niet volhouden dat dit hier ter plaatse geen effect heeft.”
Zoethoudertje in de vergunning
In de verouderde vergunning van FrieslandCampina is bekeken of het water niet te veel opwarmt door de lozing. Het afvalwater is immers meer dan dertig graden en de zee altijd koeler dan 22 graden. Om dit in kaart te brengen, heeft Rijkswaterstaat destijds de ‘passeerbaarheid’ bekeken voor ‘karperachtigen’. En de dienst kwam tot de slotsom dat de karper niet omzwemt vanwege het warme water. Er zou dus geen risico zijn wat temperatuur betreft.
In de Waddenzee komen echter geen karpers voor. Karperachtigen zijn bij uitstek zoetwatervissen.
In het ontvangstgebied van de pijp drijft een groene, moskleurige substantie op de bodem. In de monding van de pijp liggen, waarschijnlijk dode, krabben.
De geldende vergunning voor FrieslandCampina dateert uit 2009. Die is achterhaald, constateert hoogleraar milieu-ecologie Annemarie van Wezel (UvA). Daarin is bijvoorbeeld 20 milligram stikstof per liter toegestaan. Maar er zijn er al jaren betere technieken om het water vooraf te zuiveren. Die zijn door de Europese Commissie in 2019 vastgelegd in zogeheten Best Beschikbare Technieken (BBT) die moeten worden opgenomen in vergunningen. “In een druk land als Nederland voldoet zelfs BBT niet altijd. En soms kun je nog strenger zijn, en ik geloof dat dat hier het geval is.”
FrieslandCampina kijkt daar anders tegenaan: “De milieuvergunning van Bedum is van 2009, wat in vergunningenland zeker niet als “’ernstig verouderd’” kan worden bestempeld zoals jullie aangeven. Dit gezegd hebbende, is het altijd goed om van tijd tot tijd te kijken of de interne en externe normen die we hanteren nog in lijn zijn met de maatschappelijke verwachtingen voor een bedrijf als FrieslandCampina. We zullen dit dan ook blijven doen en maatregelen treffen als daar aanleiding toe is.
Ondertussen zit de omgevingsdienst te wachten op initiatief van FrieslandCampina, blijkt als we navraag doen.
Verouderde vergunning
De vergunning is in 2009 door Rijkswaterstaat afgegeven, maar kort daarna is de verantwoordelijkheid voor het toezicht overgegaan naar de omgevingsdienst van de provincie Groningen. “Wij gaan ervan uit dat de provincie dat goed doet,” zegt een woordvoerder van Rijkswaterstaat. De dienst, beheerder van het natuurgebied de Waddenzee, geeft toe zelf nooit gekeken te hebben wat in de praktijk het effect is van de lozing op het wad.
In antwoord op onze vragen mailt de omgevingsdienst: “Er is sprake van een zeer onduidelijke vergunningssituatie door het grote aantal vergunningen dat verleend is. Controles en inspecties waren niet terug te vinden in het dossier.”
Bij inspecties die wel gedaan zijn, kwamen de afgelopen jaren meermaals overschrijdingen aan het licht, vooral op het punt van ‘onopgeloste bestanddelen’ in het afvalwater. Wordt het dan geen tijd voor een update van de vergunning? “De vergunningssituatie is dermate onduidelijk dat een revisie traject na 15 jaar wel gerechtvaardigd is.” Maar: “Ondanks dat het bedrijf eerder heeft aangegeven voornemens te zijn een revisietraject op te starten, nog geen sprake van een aanvraag, “ aldus de omgevingsdienst.
Kortom: Rijkwaterstaat, verantwoordelijk voor de waterkwaliteit in de Waddenzee, verwijst naar de provincie. En bij de provincie zitten ze te wachten tot FrieslandCampina beweegt.
Bestuurlijke spaghetti
Ondertussen is er nog een speler ten tonele verschenen: de eigenaar van de smeerpijp. Dat is waterschap Noorderzijlvest. In de ogen van Rijkswaterstaat is dat waterschap tegenwoordig de ‘eindlozer’. Die moet dus de lozingsvergunning krijgen. Op dit moment is die er nog niet. Formeel is er dus sprake van een illegale lozing.
“Dat zou je zo kunnen zeggen,” beaamt woordvoerder Henry Frieswijk van het waterschap, “maar we werken aan legalisering. En wij gaan niet over de samenstelling van het afvalwater. Daar gaat FrieslandCampina over en het toezicht daarop ligt bij de omgevingsdienst van de provincie.”
Professor Van Wezel: “Dit klinkt als bestuurlijke spaghetti. Maar het is een mooie illustratie van hoe verspreid die bevoegdheden zijn. Met uiteindelijk als gevolg dat ons water te vies is.”
De Waddenvereniging heeft naar aanleiding van de bevindingen van Pointer zowel Rijkswaterstaat als de natuurbeheerder van het Wad vragen gesteld. “Hoe verhoudt zich de taak van Rijkswaterstaat om te zorgen voor een schone Waddenzee tot zo’n ouderwetse smeerpijp?” vraagt Kuipers. “En wat zijn de plannen met die pijp? Want die is echt niet meer van deze tijd.”
Luister naar de reportage van Niels Heithuis:
De vervuiler betaalt minder