Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) krijgen als gevolg van je werk. Met name bij geüniformeerde beroepen, zoals politieagenten, brandweerlieden en ambulancepersoneel, lijkt de kans op PTSS verhoogd. Verpleegkundige Marc den Heijer werkte jarenlang op een psychiatrische afdeling binnen een gevangenis en kreeg PTSS: "Ik ben nooit meer hetzelfde geweest sinds ik daar 25 jaar geleden begon."
Marc den Heijer, een geboren Scheveninger, is oorspronkelijk kassenbouwer, maar vindt zo'n vijfentwintig jaar geleden al snel zijn roeping in de hulpverlening. Hij heeft een enorme passie voor het helpen van mensen en slaat daarom het pad van de verpleegkunde in. Hij vindt zijn weg naar de gevangenis, waar hij als verpleegkundige zelfs de meest moeilijk behandelbare mensen een kans op een beter leven wil geven.
De psychiatrische afdeling wordt de thuisbasis van Marc, waar hij als verpleegkundige soms met wel twaalf patiënten op een dag te maken heeft. Hij behandelt ze en houdt toezicht op patiënten die zich op deze afdeling bevinden. Als er incidenten zijn moet Marc ook ingrijpen, hij is er altijd als eerste bij. Hij voelt zich als verpleegkundige in de gevangenis helemaal op zijn plek. "Je ziet veel mooie dingen in de gevangenis, bijvoorbeeld een gedetineerde die vooruitgang boekt en echt aan zijn toekomst werkt. Ik werkte daar echt met een fijn team, omringd door mensen op wie ik kon bouwen."
Achter iedere deur een probleem
Hoewel Marc veel plezier heeft in zijn werk, ervaart hij ook veel nare dingen. "Ik kwam veel dingen tegen die geen mens zou moeten zien. Zelfbeschadigend gedrag en suïcidepogingen waren niet ongewoon om mee te maken. Achter elk celdeurtje schuilde een ander probleem."
Er wordt ook regelmatig geweld gebruikt tegen hem en zijn collega's, Marc rijdt daardoor ook vaak met een blauw oog naar huis. "Je vergeet eigenlijk dat je in een abnormale situatie werkt, ook al voelt het heel normaal aan. Je werkt met mensen die ziek zijn. Als je werkt met baby's, dan begrijp ik dat je daar rustiger van wordt. Als je echter met twaalf psychiatrische patiënten werkt, zou het vreemd zijn als dat geen effect op je heeft."
Schermutseling
Op een gegeven moment wordt Marc geconfronteerd met een zestiende suïcidepoging. "Die avond wilde ik gaan slapen. Toen ik in bed lag, zag ik het gezicht van die jongen die een suïcidepoging had ondernomen veranderen in dat van mijn zoon. Ik zat rechtop in bed en heb die hele avond niet kunnen slapen. En de dagen daarna heb ik geen oog dichtgedaan."
Toch blijft Marc doorgaan. De druppel volgt niet veel later. Hij pakt die dag met een aantal collega’s het bestek af van een patiënt die agressief gedrag vertoont, wat noodzakelijk is voor zijn eigen veiligheid. Er ontstaat een schermutseling waarbij Marc een klap krijgt. Marc weet op dat moment dat het voor hem zo niet langer door kan gaan.
Nasleep
Marc belandt thuis, kan niet meer werken en wordt steeds zieker. Hij sluit zich af voor zijn vrouw en kinderen, is angstig en trekt zich terug. Al snel krijgt hij de diagnose PTSS. Omdat hij niet kan slapen, zit hij vaak buiten in een tuinstoel. Hij brengt soms tot wel zestien uur per dag door in die stoel, voor zich uit starend naar een boom, afgesloten van zijn omgeving. "Op een gegeven moment was ik zo angstig. Ja, ik zat hier dan met knuppels en zelfs messen in mijn stoel. Ik was dan bang dat ze over de schutting komen om mij wat aan te doen."
Marc begrijpt later dat zijn PTSS niet door één suïcidepoging was ontstaan. Het is een opeenstapeling van incidenten gedurende zijn vijfentwintigjarige loopbaan. "Ik ben beetje bij beetje ziek geworden, elke gebeurtenis vulde mijn rugzak verder. Op een gegeven moment kon ik niet meer. Die rugzak was te vol."
Hulp
Marc zoekt hulp, ondergaat een jarenlang traject met traumapsychologen en krabbelt langzaam weer op. Hoewel hij blij is met de hulp die hij krijgt, realiseert hij zich dat meer aandacht voor zijn werkomstandigheden zware mentale problemen eventueel had kunnen voorkomen. "Mensen worden niet voldoende voorbereid op wat ze kunnen tegenkomen, ook in geüniformeerde beroepen. Daar ben ik van overtuigd. Hier op die stoel heb ik nagedacht over wat er is gebeurd, wat er met mij aan de hand was en welke vragen wel of niet zijn gesteld gedurende mijn loopbaan. Natuurlijk is er goede opvang na heftige incidenten, maar moeten we niet meer preventief handelen als we weten dat dergelijke incidenten vaak voorkomen?"
Marc is nu bijna volledig hersteld en werkt weer fulltime bij een GGZ-instelling. Hij heeft besloten nooit meer terug te keren naar de gevangenis, ondanks de positieve aspecten van zijn werk daar. En die stoel? Die doet hij voorlopig niet weg. "Die stoel heeft nog steeds betekenis voor mij. Ooit, als het weer echt goed met me gaat, zal ik er weer in zitten."