Grote angst was er in 1952 dat met de komst van Donald Duck de Nederlandse jeugd verpest en leeslui zou raken, vertelt hoofdredacteur Ferdi Felderhof. Nu, 70 jaar later, zijn ouders allang blij dat kinderen lezen, ook al is het een stripblad. Voor ons onderzoek naar het taal- en leesonderwijs, zijn we welkom in Duckstad. Hoe zorgen zij dat kinderen met plezier lezen?
Oom Donald en Bolderbas gingen op zoek naar truffels. Toen ze die eindelijk hadden gevonden, zei oom Donald: ‘Zo, dat varkentje is gewassen!’ Een leuke woordspeling natuurlijk en een manier om een nieuw spreekwoord te introduceren. Maar: begrijpen kinderen het wel? Moeten we het toelichten? Of toch maar beter helemaal weglaten? Dat zijn vragen waar hoofdredacteur Ferdi Felderhof (38) van de Donald Duck mee worstelt.
We bezoeken hem in Duckstad (ook wel bekend als Hoofddorp) in het DPG Media-gebouw. Want tja, oom Donald is natuurlijk wel gewoon onderdeel van een groot mediaconcern.
Dit keer was de keuze van hoofdredacteur Felderhof: gewoon laten staan en erop vertrouwen dat het beeld de kinderen helpt het te begrijpen. En was dat zo? “Dat zullen we horen tijdens de volgende bijeenkomst van de Duckdenkers. Dat zijn de panels van kinderen die meedenken over het blad en aan wie we dit soort vragen voorleggen.”
Behoefte aan compacter en makkelijker lezen bij Ducklezers
Het tekent de hoofdredactionele insteek van Felderhof, die ooit als 22-jarige stagiaire begon bij het blad, en inmiddels al 2 jaar hoofdredacteur is. Hij ziet namelijk wel dat ook Donald mee moet met zijn tijd (Katrien is tegenwoordig een carrièrevrouw, er zijn ook zwarte en bruine eenden en de tekst is soms compacter), maar te veel versimpelen wil hij liever niet. “Er zijn ook volwassenen die meelezen, en ik denk dat kinderen het ook niet per se fijner vinden als het te simpel is.” Wel maken ze inmiddels vier keer per jaar een ‘Makkelijk lezen’ -stripboek. “We merken dat daar behoefte aan is bij de minder sterke lezers.”
Dat de leesvaardigheid van kinderen lijkt te blijven dalen en dat leerkracht Henny aan Pointer vertelde dat ze de Donald Duck soms rijker vindt qua taal dan de leerstof van groep 7, vindt hij schokkend. “Natuurlijk doen de Duck-scenaristen hun best om de taal zo leuk mogelijk te maken, maar je verwacht toch dat de lesstof juist een bepaalde woordenschat aanleert en kinderen doet nadenken. De Donald Duck is toch vooral fijn lezen door spannende en grappige avonturen mee te maken.”
Donald niet bewust bezig met ‘educkatie’
En dat fijne lezen werkt. Deels dan. Het weekblad heeft nog steeds een oplage van zo’n 190.000 in print, zien we in de cijfers van het NOM (Nationaal Multimedia Onderzoek). Ook de cijfers van Donald lopen terug (in 2000 was de oplage nog boven de 300.000), maar toch minder hard dan de andere bladen, zegt Felderhof. “De Libelle wordt het meest verkocht in Nederland. Daarna komen wij.” Ze bereiken dus veel kinderen. Kinderen die steeds minder goed lijken te lezen. Hebben ze daar nog een rol? “We zijn niet bewust bezig met ‘educkatie’, maar het gebeurt gewoon.” Hij noemt De Jonge Woudlopers, Willies wereld en de rubriek Weet wat je zegt over, inderdaad, taal.
Verder gaan Dagobert of Donald regelmatig terug in de tijd of worden ze juist verbonden aan de actualiteit, en dan leer je dus over de Romeinen of de Nachtwacht. “Maar het verhaal zelf staat voorop.”
Donald gebruikt woorden als ‘grutjes’ en ‘schobbejak’
Om het lezen onder kinderen populairder te maken is de Donald Duck wel net een samenwerking aangegaan met het CPNB (de Stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek). “Kwik, Kwek en Kwak gaan meer lezen en we proberen het ook stoerder en leuker te maken.”
Hoopgevend vindt Felderhof dat hij merkt dat bij de Duckdenkers vooral de lange, epische verhalen blijven hangen. “Die hadden we een tijdje geschrapt, omdat we dachten dat kinderen die minder lazen, maar daar worden we dan meteen op aangesproken.”
En ziet hij nog een rol voor Donald in het onderwijs? “Educatieve uitgeverijen vragen wel eens scenes op uit het stripblad – om vragen over te stellen. En we maken af en toe uitgaven voor het onderwijs.” Daarnaast houdt Donald een aantal Oudhollandse woorden in ere zoals ‘grutjes’, ‘verfomfaaid’ en ‘schobbejak’, en ziet Felderhof dat de Donald Duck wordt gebruikt bij het leren van het Nederlands door kinderen en volwassenen met een andere moedertaal. Felderhof: “Maar Donald Duck moet vooral leuk en spannend zijn.”