Het basisonderwijs kampt al jaren met grote personeelstekorten en voorlopig is het einde nog niet in zicht. Gemotiveerde mensen die er op latere leeftijd voor kiezen om leraar te worden, zijn dus enorm belangrijk. Toch klagen veel van hen over de opleiding en een groot deel haakt af voordat ze voor de klas staan, blijkt uit onderzoek van Pointer. Voor onze televisie-uitzending van donderdag 5 september spraken we tientallen zij-instromers, onder wie Mark en Sophie.
Mark van Eijl uit Sliedrecht heeft zelfs tot twee keer toe geprobeerd om meester te worden. Mark studeerde eerst een tijdje aan de ‘gewone’ pabo en later – toen hij al in een ander veld werkervaring had opgedaan – via een zij-instroomtraject. Daarbij sta je van begin af aan betaald voor de klas, ga je één dag per week zelf nog naar school en doe je veel zelfstudie. Maar Mark is gestopt. "Er werd zoveel van mij gevraagd dat ik niet het plezier eruit haalde waar ik in werk naar op zoek ben."
Alles moet worden opgeschreven
Het ging met name fout bij de gigantische papierberg die zijn opleiding van Mark vroeg. Reflectieverslagen, leerdoelen, lesvoorbereidingen, formulieren: alles moest worden opgeschreven. Mark: "Bijvoorbeeld een taalverslag voor Nederlands. Dan willen ze weten welke spellingsmethodieken je inzet en waarom. En dat wordt dan allemaal tot in de puntjes geëvalueerd. Maar wel op papier. Daardoor ging ik vooral nadenken over wat de opleiding wilde horen. Hoe ik dingen op papier zette dus, in plaats van dat ik verantwoordde wat ik dacht en voelde bij het geven van de les."
Volgens Mark is de zij-instroom te veel geënt op de inhoud van het vak van leerkracht en te weinig op hoe iemand voor de klas staat. "Het is goed om te weten over de verschillende aspecten en logica van het onderwijs, maar het is echt lastig omdat er allemaal in te stampen, terwijl je ook nog voor de klas staat. Daar moet je ook weten over gedragsvormen en hoe je een klas managet. Je kunt blijven stampen maar als dat stukje niet goed zit, vraag ik me af of dit nou de manier is."
Veel potentiële leraren gestopt
Marks verhaal staat niet op zichzelf. Sophie Bennink uit Haarlem studeert sinds begin dit jaar in deeltijd aan de pabo. Van een klas medestudenten die net als zij de opleiding met een gezinsleven en een baan combineert, is inmiddels de helft al gestopt. De druk die het traject op de rest van hun leven legde, was simpelweg te hoog. Sophie: "Ontzettend zonde want het zijn allemaal potentiële juffen. Goede juffen ook, volgens mij, die heel gemotiveerd waren, maar het praktisch niet voor elkaar kregen."
Net als Mark, is Sophie kritisch op de verhouding tussen theorie en praktijk. Het daadwerkelijke voor de klas staan dus. Ter illustratie laat ze de lesstof zien waar ze zich in 2 jaar tijd doorheen moet werken. Meer dan vijftien boeken in totaal. "Heel leuk, maar ook heel breed. En de tentamens gaan echt enorm de diepte in. Dan ben ik dus weken aan het stampen, terwijl ik de stof al kwijt ben zodra ik het lokaal uitloop."
Tentamenweken zijn er eens per kwartaal. Deeltijdstudenten aan de pabo lopen daarnaast in de regel één dag per week stage op een basisschool. Sophie moet voor haar opleiding "ontzettend veel bewijsmateriaal" verzamelen van de lessen die ze dan verzorgt. Ze moet zichzelf bijvoorbeeld filmen en alles vastleggen in een hele reeks verslagen. In het afgelopen half jaar alleen al vijf stuks. "Terwijl ik ook gewoon een stagebegeleider heb die me beoordeelt. Ik heb hiervoor een universitaire opleiding gedaan en daar hoefde ik maar één of twee papers per jaar te schrijven."
Leren in de praktijk
Sophie leert naar eigen zeggen het meeste op haar stagedagen. Hoe kinderen zich gedragen, wat qua lesgeven wel en niet werkt. Wat haar betreft zou de pabo daarop veel meer de nadruk moeten leggen. "Gezien het lerarentekort denk ik dat het vakdidactische en pedagogische veel meer aandacht mag krijgen. Ik denk dat het belangrijkste is dat er snel meer leraren voor de klas staan die orde kunnen houden en weten hoe ze om kunnen gaan met kinderen."
Mark is dan wel geen meester geworden, hij werkt wel ‘gewoon’ met kinderen. Als onderwijsassistent op een basisschool en als jeugdcoach op een korfbalclub bij hem in het dorp. "Theorie leer je uiteindelijk ook in de praktijk. Dan ga je de logica ervan pas ervaren. Ik denk dat mensen die het zij-instroomtraject volgen vooral praktijkmensen zijn. En uit die groep wordt nu gewoon te weinig gehaald."
De tv-uitzending van Pointer stond op donderdag 5 september in het teken van zij-instroom. We spraken honderd zij-instromers en ondervroegen driehonderd schoolleiders over hun ervaringen met het traject, dat juist bedoeld is als oplossing voor het lerarentekort.