Robin van Zanten (29) werkt als docent en mentor op een grote scholengemeenschap in Overijssel. Volgens hem wordt het onderwerp op zijn school nu sporadisch besproken, bijvoorbeeld in een gastles of tijdens een themaweek. Maar dat is volgens hem niet genoeg: “De afgelopen 10 tot 15 jaar is een nieuwe wereld ontstaan: de online wereld. En het is een taak van ouders, maar ook van scholen om leerlingen daarin op te leiden en voor te lichten.”

Tik Tok, Instagram, Snapchat en Whatsapp zijn de apps die de leerlingen Robin van Zanten veelal gebruiken. De meeste lessen geeft hij aan eersteklassers, de kinderen zijn dan 12 of 13 jaar oud. Grote ongelukken met het verspreiden van naaktfoto’s heeft hij gelukkig nog niet meegemaakt, maar in een andere klas op z’n school is het een keer gebeurd dat er pikante beelden rondgingen.

“We weten niet goed hoe we het moeten aanpakken. Het onderwerp zit niet vast in ons onderwijsprogramma. Als er een incident is doen we er uiteraard wel wat mee, maar dan ben je eigenlijk te laat.”



Het verhaal van Robin sluit aan bij het betoog van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Herman Bolhaar. Hij vindt dat de seksuele normen en waarden veel meer besproken moeten worden.

Maar hebben scholen wel tijd en geld om deze lessen aan te bieden? “De vraag is inderdaad: is het ooit genoeg? Wij kunnen niet alles oplossen. Maar het is de taak van een school om goed burgerschap bij te brengen. Dit soort dingen gebeuren, daar moet je niet omheen draaien. Dan moet je wel vertellen wat het met mensen doet. Het is niet alleen weerbaar maken, dus: let op je foto’s of let op je accounts, maar het is ook duidelijk maken dat het niet oké is om dit te verspreiden, omdat het heftige gevolgen heeft.”