Mensen die willen stoppen met antidepressiva krijgen nauwelijks of geen begeleiding. Hoewel het afbouwen heftige ontwenningsverschijnselen kan veroorzaken, voelen mensen zich tijdens dit traject aan hun lot overgelaten. Apothekers kunnen en willen die begeleiding bij het afbouwen bieden, maar krijgen dit niet vergoed. Sterker: hoe meer medicijnen een apotheker verstrekt, hoe meer hij verdient.
In Nederland krijgen jaarlijks meer dan een miljoen mensen een antidepressivum voorgeschreven. Veel mensen willen hier vroeg of laat ook weer mee stoppen. Ze hebben bijvoorbeeld last van bijwerkingen, vragen zich af of het middel nog wel wat doet, of zijn dusdanig hersteld dat ze geen medicatie meer nodig hebben.
Maar begeleiding bij het afbouwen van medicatie is moeilijk te vinden. Dat komt onder andere doordat het merendeel van de antidepressiva wordt verstrekt via de huisarts, die vaak niet beschikt over de tijd en kennis om hierbij te helpen. Toch is die begeleiding wel nodig. Het afbouwen van antidepressiva gaat soms gepaard met hevige ontwenningsverschijnselen, zoals angst, stemmingswisselingen, slaapproblemen of griepachtige klachten. Deze klachten kunnen erg op een depressie lijken, waardoor mensen denken niet zonder medicatie te kunnen, terwijl dat vaak niet zo is.
Afbouwzorg apotheker niet vergoed
Apothekers hebben de juiste kennis en middelen in huis om mensen hierbij te helpen, stelt arts en apotheker Marianna Abadier in Pointer: “Apothekers zijn dé medicatiespecialisten. We weten alles van medicijnen, ook in relatie tot ziektes, bijwerkingen en ontwenningsverschijnselen.” De apotheker kan volgens haar een persoonlijk afbouwschema maken en in samenspraak met de huisarts of psychiater patiënten begeleiden en adviseren tijdens het afbouwtraject. Maar deze zorg wordt niet vergoed – niet voor de patiënt, en niet voor de apotheker.
“Ik vind het heel frappant dat het leveren en vergoeden van geneesmiddelen zo makkelijk gaat, maar hulp bij afbouwen niet vergoed wordt. Dat is niet uit te leggen”, zegt Abadier, die als bestuurslid van de Vereniging van Jonge Apothekers (VJA) een club van 600 apothekers vertegenwoordigt. Op dit moment krijgt de apotheker enkel een vergoeding die gekoppeld is aan de uitgifte van medicijnen.
Perverse prikkel
Nu geldt dus: hoe meer geneesmiddelen een apotheker verstrekt, hoe meer hij verdient. In deze apothekersvergoeding zitten volgens zorgverzekeraars de kosten voor het leveren van zorg, zoals het begeleiden van mensen die willen afbouwen, inbegrepen. Maar het begeleiden bij het afbouwen van medicatie kost volgens apothekers veel meer tijd dan het uitgeven van medicijnen.
Volgens Abadier moet deze ‘perverse prikkel’ in de financiering van apothekers zo snel mogelijk verdwijnen. Voor apothekers is het op dit moment niet gunstig om mensen te helpen bij het afbouwen van medicijnen, terwijl veel apothekers deze zorg wel willen bieden. Aris Prins, voorzitter van de beroepsvereniging voor apothekers (KNMP): “Wij willen dat mensen zo min mogelijk medicatie gebruiken. En het is best een intensief traject om mensen hierbij te begeleiden.” Apothekers bieden deze begeleiding soms al wel, maar dit wordt slechts sporadisch vergoed.
De hulp van apothekers bij het afbouwen van medicatie is ook volgens psychiaters erg welkom. “Ik denk dat het met de hulp van apothekers ook veel haalbaarder is”, zegt psychiater Remke van Staveren, die onlangs een boek schreef over het belang van afbouwen van antidepressiva en andere medicijnen tegen psychische klachten. “Want de huisartsen hebben het al druk genoeg en aan psychiaters is een tekort.”
Zorgverzekeraars erkennen perverse prikkel
Dat er sprake is van een perverse prikkel in de financiering van apothekers, waardoor het voor hen op dit moment niet lucratief is om mensen van de medicijnen af te helpen, erkennen zorgverzekeraars zelf ook. “De huidige bekostiging stimuleert de apotheker onvoldoende om aan de slag te gaan met het afbouwen van geneesmiddelen”, zegt Saïd Zarroy, zorginkoper bij VGZ, de op één na grootste zorgverzekeraar van Nederland. Zorgverzekeraars Nederland wijst erop dat individuele zorgverzekeraars er overigens zelf voor kiezen om apothekerszorg wel of niet (aanvullend) te vergoeden.
Uit een rondgang langs de vier grootste zorgverzekeraars blijkt dat VGZ en CZ werken aan een plan om de apothekersvergoeding te veranderen. “Wij zijn druk aan het nadenken hoe we de zorg en distributie van elkaar kunnen scheiden”, aldus de zorginkoper van VGZ. Door de zorg voor patiënten en het leveren van medicijnen los van elkaar te financieren, moet het voor de apotheker interessanter worden om zich meer te richten op het verlenen van zorg, waaronder begeleiding bij afbouwen. Althans, dat is het idee van de zorgverzekeraars.
Vrees voor bezuiniging
Apothekers vinden een harde scheidslijn tussen zorg en distributie geen goed idee. Zij vrezen dat dit uiteindelijk een bezuinigingsmaatregel is die ertoe leidt dat de apotheker bij de uitgifte van medicijnen buitenspel wordt gezet, bijvoorbeeld door de komst van ‘online apotheken’. “Dan wordt medicatie straks ook per post verzonden om de kosten te drukken. Wij hebben niet het gevoel dat dit de farmaceutische zorg ten goede zou komen”, stelt de voorzitter van KNMP. De apotheker zou hierdoor mogelijk deels zijn functie als laagdrempelige medicatieadviseur aan de balie verliezen, terwijl dit persoonlijke contact volgens hen juist belangrijk is. Beroepsverenigingen pleiten daarom voor een aanvullende vergoeding voor het leveren van zorg, en niet voor een geheel nieuwe vorm van financiering.
Wat dit voor de patiënt betekent die graag onder begeleiding wil stoppen met zijn medicatie, valt nog te bezien. Hoe dan ook moeten patiënten en apothekers hoogstwaarschijnlijk nog wel een aantal jaar wachten totdat afbouwzorg standaard wordt vergoed.
De tv-uitzending van Pointer over het gebrek aan begeleiding bij het afbouwen van psychofarmaca is op zondag 13 november om 22.10 uur te zien bij NPO 2.
Bekijk hier onze uitzending: Wie helpt ons van de pillen af?