“Windmolens in Spankeren: Nee!” prijkt er op de spandoeken langs de Broekdijk in het Gelderse dorp. Omwonenden van het gebied maken zich zorgen over de mogelijke komst van twee turbines in “hun achtertuin”. Ze vrezen voor hun nachtrust en gezondheid, maar óók voor de gevolgen voor de biodiversiteit in het nabijgelegen natuurgebied. De verantwoordelijk wethouder, Dorus Klomberg, vindt het echter nog te vroeg om het gebied nu al uit te sluiten. “We zitten nog in een verkenningsfase.”
Net als in alle andere gemeenten in Nederland wordt in Rheden (waar Spankeren onderdeel van uitmaakt) momenteel in kaart gebracht waar windmolens en zonneparken kunnen worden gebouwd. Allemaal in het teken van het Klimaatakkoord, waarin is afgesproken dat de CO2-uitstoot in 2030 drastisch moet zijn verlaagd. In ons onderzoek Klimaatconflict in de polder onderzoeken we hoe dat proces verloopt en tegen welke dilemma’s en problemen bestuurders en burgers aanlopen. Delft de natuur het onderspit in deze energietransitie?
Het is volgens Klomberg zeker niet zo dat de natuur in Rheden op de laatste plaats komt. “Sterker nog, in onze gemeente staat natuur denk ik op de eerste plaats of in ieder geval wel erg vooraan,” aldus de wethouder. Hij legt uit dat bijna 85 tot 90 procent van zijn gemeente sowieso vanwege wet- en regelgeving is uitgesloten als zoekgebied voor duurzame energieopwekking. Rheden ligt namelijk in en aan Nationaal Park de Veluwezoom en kent dus veel beschermd natuurgebied (Natura 2000 of Gelders Natuurnetwerk). In of nabij die gebieden wordt streng gelet op ecologische effecten van verschillende ontwikkelingen en zijn windmolens en zonneparken alleen toegestaan onder hele strikte voorwaarden. Klomberg: “Op de Posbank bijvoorbeeld is het heel simpel: Daar kan het niet. Maar juist in die gebieden die grenzen aan het beschermde gebied zijn de afwegingen heel lastig.”
Geen wettelijke beperking
Eerder spraken we met Anita Werkman, die in zo’n grensgebied woont, op een van de weinige plekken in de gemeente Rheden dus zonder wettelijke beperkingen. Zij vreest, net als haar buren, niet alleen de gevolgen voor de natuur maar ook voor haar woongenot: “Daar ben ik eerlijk in, als hier windmolens komen dan staan ze 300 meter van mijn huis. Ik ben hier gaan wonen voor het uitzicht en de rust en dat wordt daardoor natuurlijk wel verstoord.”
De bezwaren van omwonenden zijn voor de wethouder geen reden om nu al een streep door het gebied te zetten. “Er ligt wel een natuurgebied dichtbij, maar daar waar de mogelijkheden zijn betreft het weidegrond.”
Hij wil graag de discussie aangaan over dit soort gebieden met de gemeenteraad en de bewoners. “We hebben in Nederland namelijk wel een heel groot ruimteprobleem. Er moeten huizen gebouwd worden, boeren willen ook hun land gebruiken, we willen meer natuur en we hebben een klimaatopgave. Ik vind dat je als gemeente en als bestuur ook een verantwoordelijkheid moet nemen om bij te kunnen dragen aan het tegengaan van de klimaatverandering. Dat moet je allemaal met elkaar afwegen.”
Wespendief in Spankeren?
Dat natuur en de energietransitie elkaar soms in de weg kunnen zitten bleek recent nog uit een onderzoek van de provincie Gelderland. Van een beschermde roofvogel, de wespendief, zijn te weinig broedparen aanwezig op de Veluwe. De aanwezigheid van windmolens in het gebied brengt hun voortbestaan in gevaar omdat de wespendief ook vliegt op een hoogte waar de windturbines zich bevinden. Met als gevolg dat plannen voor tientallen windmolens in het gebied niet door kunnen gaan. Ook voor kansen voor windmolens in Spankeren heeft deze roofvogel wellicht gevolgen, omdat de wespendief ook daar zou kunnen voorkomen. Voor de omwonenden een extra reden om zich tegen de windmolens te verzetten.
De wethouder wil de komende jaren eerst bekijken hoe het nu precies zit met de roofvogel in zijn gemeente en het gebied zeker nog niet afschrijven voor grootschalige opwek. “Als de gemeenteraad het ermee eens is en zegt: ‘“Wij zien er wel brood in’”, dan wil ik heel graag gaan bekijken wat er kan. Misschien met nieuwe technieken, want dat ontwikkelt zich ook. Ik ken de weerstand bij bewoners, die voel ik ook. Maar als het aan mij ligt gaan we dit de komende periode in samenhang met de inwoners verkennen. Sterker nog, dat is een randvoorwaarde voor mij dat het op die manier gebeurt.”