Het aantal datalekken bij de Nederlandse provincies is vorig jaar bijna verdubbeld. In 2018 waren dit er 91, tegenover 52 in 2017. Dit blijkt uit een Wob-verzoek van Reporter Radio in samenwerking met Dagblad De Limburger, de Leeuwarder Courant en Omroep Gelderland.
Van een datalek is sprake als onbevoegden toegang kunnen krijgen tot niet-openbare gegevens. Het kan gaan om een hack, maar ook een gestolen mobiele telefoon, tablet of laptop moet geregistreerd worden als datalek.
Grote verschillen tussen provincies
De verschillen tussen provincies zijn groot. Friesland registreerde vorig jaar de meeste datalekken, namelijk zestien. In Zeeland was slechts een datalek. Aleid Wolfsen, voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), noemt de verschillen opmerkelijk: "Die grote verschillen bij provincies zijn een teken om daarop in te zoomen".
Wat opvalt is dat het aantal geregistreerde datalekken is gestegen, maar er minder wordt gemeld bij de AP. In 2018 meldden de provincies slechts 26 procent van de datalekken, in 2017 was dit nog 46 procent.
Uit de informatie van het Wob-verzoek ontstaat de indruk dat sommige datalekken ten onrechte niet zijn gemeld bij de AP. Alleen als vaststaat dat informatie versleuteld is hoeft een datalek niet gemeld te worden.