Een op de vijf gemeenten is van plan om de regels voor zonnepanelen binnen beschermde stads- en dorpsgezichten te versoepelen. Dat blijkt uit een rondgang onder ruim honderd gemeenten. Nu is het in de meeste gemeenten nog niet toegestaan om binnen beschermde gebieden zonnepanelen te plaatsen die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte.
“Er is een spanningsveld tussen cultuurhistorie en duurzaamheid”, laat een woordvoerder van de gemeente Culemborg weten. “Ook panden binnen het beschermd stadsgezicht moeten kunnen verduurzamen. Het versoepelen van de mogelijkheden om zonnepanelen in het beschermd stadsgezicht te plaatsen kan daar een bijdrage aan leveren.”
Hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans is blij dat steeds meer gemeenten hun beleid verruimen, maar vindt het nog niet genoeg. “Straks staan we allemaal onder water, maar dan hebben we wel een mooi daklandschap. Wat hebben we daar dan aan? Gemeenten zouden het juist moeten stimuleren dat mensen hun dak vol leggen met zonnepanelen, ook in het beschermde stadsgezicht.”
237.000 woningen beschermd
In 2050 moeten alle Nederlandse gemeenten klimaatneutraal zijn, zo is besloten in de Europese Klimaatwet. Een deel van de gemeenten heeft de ambitie om dit doel al eerder te behalen. Inwoners kunnen bijdragen aan de overgang naar een duurzame energievoorziening door op hun eigen dak zonne-energie op te wekken, maar dat is nog niet overal toegestaan.
Dat komt omdat 237.000 woningen in Nederland vallen onder een beschermd stads- of dorpsgezicht, verdeeld over 186 gemeenten. Dat zijn bijna net zoveel woningen als er in de stad Den Haag staan. Wij vroegen ruim honderd van deze gemeenten met een of meer beschermde gebieden hoe zij omgaan met vergunningsaanvragen van bewoners die graag zonnepanelen willen plaatsen op een beschermd dak.
Verstorend beeld
Op dit moment staat 40 procent van de gemeenten toe dat zonnepanelen binnen beschermde gebieden beperkt in het zicht liggen vanaf de openbare ruimte, bijvoorbeeld aan de zij- of achterkant van het dak. Overige gemeenten staan panelen in het zicht nooit toe (30 procent) of enkel onder heel strikte voorwaarden (30 procent), bijvoorbeeld bij nieuwbouw. Bij bestaande gebouwen in een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt vaak als voorwaarde gesteld dat zonnepanelen het beeld zo min mogelijk mogen verstoren.
Met het plaatsen van zonnepanelen aan de voorzijde van het dak zijn de meeste gemeenten alsnog zeer terughoudend. In slechts 15 procent van de gemeenten worden onder strikte voorwaarden vergunningen afgegeven voor zonnepanelen aan de gevelzijde.
Ambitie
In de gemeente Haarlem is sinds vorige maand juist meer ruimte voor zonnepanelen op daken in de beschermde binnenstad. “Dit sluit aan bij de ambities van de gemeente met betrekking tot zonne-energie en de wens van bewoners en eigenaren om te verduurzamen,” reageert een woordvoerder van de gemeente Haarlem.
Volgens hoogleraar Rotmans zouden gemeenten zonnepanelen op daken binnen beschermd stads- of dorpsgezichten altijd moeten toestaan, ook als ze volledig in het zicht liggen. “Juist deze mooie wijken hebben een voorbeeldfunctie. Natuurlijk is esthetiek belangrijk, maar duurzaamheid is net zo’n belangrijke pijler. Laat zien dat het oude met het nieuwe gelijk op kan gaan.”
De uitzending ‘Klimaatconflict in de stad’ over hoe gemeenten de afweging maken tussen esthetiek en duurzaamheid is op zondagavond 16 januari om 22.10 uur te zien op NPO2.