De vogelgriep rukt op onder wilde vogels en er wordt een steeds groter appèl op vrijwilligers van de dierenambulances gedaan om zieke en dode dieren op te ruimen. Veel van de extra kosten die zij daarbij maken, worden niet vergoed. Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) vindt het geen taak voor de landelijke overheid om dierenambulances hierin tegemoet te komen, blijkt uit onze uitzending over de vogelgriep.
Dierenambulances die zich overvraagd voelen, moeten de kosten proberen te verhalen op gemeenten, vindt de minister. Adema: “Als de gemeente wil dat de vrijwilligers worden ingezet om te gaan ruimen, moet de gemeente er ook voor zorgen dat dat gefaciliteerd is.”
Terreinbeheerders zoals gemeenten, natuurorganisaties, boeren en particulieren zijn verantwoordelijk voor zieke en dode dieren op hun terrein, maar wettelijk gezien hebben zij geen opruimplicht. Vandaar dat mensen vaak als eerste de dierenambulance bellen.
‘Kas loopt leeg’
De hoge uitgaven van dierenambulances zitten vooral in persoonlijke beschermingsmiddelen tegen de vogelgriep en de extra kilometers die zij moeten rijden naar de dierenarts voor euthanasie van zieke dieren. Sommige gemeenten vergoeden een deel van deze kosten, andere gemeenten helemaal niets, of betalen een kleine vergoeding per kadaver.
Vrijwilliger Gerrit de Boom van ambulanceorganisatie Vianen en omstreken: “Wij helpen de overheid om een probleem aan te pakken wat heel groot kan worden met de volksgezondheid en vervolgens zeggen ze: ‘je mag het wel zelf betalen’. Dat doet heel zeer. Dan ben je met een hele enthousiaste ploeg mensen bezig om dat grote probleem aan te pakken en vervolgens zie je de kas leeglopen.”
De uitgaven van de Rijkoverheid voor bestrijding van de vogelgriep onder wilde vogels staat in schril contrast met de uitgaven voor de vogelgriepbestrijding op pluimveebedrijven. Mardik Leopold, marien bioloog bij Wageningen University & Research: “Afgelopen jaar is er 50 miljoen aan gespendeerd om schuren (van pluimveehouders red.) te ruimen. En procentueel gaan er bij de wilde vogels veel meer dood dan bij de kippen.” Maar aan de bestrijding van de vogelgriep bij wilde vogels werd in 2022 zo’n 7 ton uitgegeven.
Volgende grieppandemie?
Het vogelgriepvirus verspreidde zich aanvankelijk via pluimveebedrijven in Azië en sloeg vervolgens over op wilde vogels die het zeer besmettelijke virus over de hele wereld verspreiden. Ook zoogdieren die besmette vogels eten, zoals vossen, marters en zeehonden, krijgen steeds vaker vogelgriep. Wereldwijd raakten inmiddels ook meer dan 800 mensen besmet, van wie de helft overleed. Snel opruimen van besmette vogels is daarom belangrijk.
Thijs Kuiken, vogelgriepexpert bij het Erasmus MC: “Dit is een vogelgrieppandemie over de hele wereld. Op dit moment gaat het via Noord-Amerika naar Zuid-Amerika. En ik ben bang dat het verder gaat naar Antarctica waar 100 miljoen broedvogels zijn die ook gevoelig zijn voor vogelgriep. Kuiken: “Vooral bij die uitbraken bij groepen zoogdieren maken we ons extra zorgen. Het kan overslaan naar mensen en dan een volgende grieppandemie veroorzaken.”
De minister van LNV is bezig met een intensiveringsplan voor de aanpak van vogelgriep onder wilde vogels. Zo is er een landelijke werkgroep opgericht om het opruimen goed te regelen.
De uitzending over de aanpak van vogelgriep onder wilde vogels is te zien op zondag 9 april op NPO2 om 22:10 uur of vanaf zaterdag op NPO Start.