Terwijl haar studiegenoten zich verheugen op de naderende zomervakantie, ziet Lauren (20) daar juist als een berg tegenop. Sinds een paar jaar kampt de studente uit Nijmegen met de eetstoornis anorexia. Ze wacht al maanden op een behandelplek in een eetstoorniskliniek. Ondertussen is ze bang dat als het straks zomer wordt en de structuur van haar studie verdwijnt, de eetstoornis steeds meer grip op haar krijgt.
We vinden het verhaal van Lauren in onze inbox. Ze schrijft dat ze 3 jaar geleden, met tóen nog een beginnende eetstoornis, vol herkenning naar onze uitzending over de falende anorexiazorg kijkt. “Het was zo’n confronterende ervaring om de aflevering nu opnieuw te zien. Ondertussen heb ik heftige anorexia. En wat me vooral zo raakt als ik ernaar kijk, is dat ondanks de beloftes die worden gedaan over het harde werk aan het falende systeem, ik weinig veranderingen merk. Niet alleen zijn de wachttijden nog steeds bizar hoog, maar lijkt er ook weinig specialisatie of expertise te zijn.”
Code zwart voor anorexiapatiënten
De tip van Lauren zorgt ervoor dat wij die beloftes van het vorige kabinet er weer eens bij pakken. In onze door Lauren aangehaalde uitzending uit 2021 kaartten wij al aan dat de anorexiazorg haperde. We lieten toen zien dat de lange wachtlijsten en het gebrek aan afstemming tussen de verschillende behandelplekken ervoor zorgde dat sommige anorexiapatiënten in rap tempo achteruitgingen. Door de politiek werden die problemen erkend. Toenmalig staatssecretaris voor Volksgezondheid Paul Blokhuis had het zelfs over ‘code zwart in de anorexiazorg’.
Toen Kamerlid voor GroenLinks Lisa Westerveld naar aanleiding van onze uitzending Kamervragen stelde, beloofde Blokhuis verbetering. Een ‘ketenaanpak’ moest zorgen voor een betere herkenning en behandeling van anorexia. Dat zou moeten leiden tot minder ernstig zieke patiënten én lagere maatschappelijke kosten. Maar: zien anorexiapatiënten daar op moment in de praktijk wat van terug?
Angstklachten én anorexia
Als Lauren 14 is, maakt ze voor het eerst kennis met de ggz. Ze is somber en angstig en wordt daarvoor behandeld door een jeugdpsychiater. Ook dan is eten (en niet eten) iets waar ze al veel, en op een ongezonde manier, mee bezig is. Op haar 17e wordt, terwijl die behandeling nog loopt, voor haar behandelaren duidelijk dat Lauren een eetstoornis heeft. Toch kan ze er niet voor behandeld worden. “Ik was daar binnengekomen met een andere diagnose, namelijk angst- en stemmingsklachten. De behandeling die ik al kreeg kon niet op een andere diagnose worden toegespitst.”
Lauren wordt voor haar eetprobleem doorverwezen naar een diëtist. Maar die heeft geen enkele ervaring met eetstoornissen. Laurens gewicht is inmiddels ‘stabiel, maar heel laag’. Ze gaat op kamers in Nijmegen en de vrienden die ze daar maakt, helpen haar. Ze doen boodschappen met Lauren en zorgen ervoor dat ze in de supermarkt niet uren bezig is met calorieën tellen op verpakkingen. Ook zorgen ze ervoor dat er altijd iemand samen met haar eet.
Losgelaten door de ggz
Maar de eetstoornis blijft en Lauren heeft toch intensieve behandeling nodig. Na 15 weken wachten kan ze daar eindelijk aan beginnen. En de behandeling slaat aan. Na 8 weken intensieve zorg gaat het veel beter met Lauren. “Ik kwam er super gemotiveerd en aangesterkt uit. Met veel vertrouwen in de toekomst.” Maar dat gevoel is helaas van korte duur. Lauren heeft meer behandeling nodig dan die 8 weken. Maar omdat ze inmiddels 18 is geworden, kan ze niet meer in de jeugd-ggz terecht.
In plaats daarvan wordt ze doorverwezen naar de ggz voor volwassenen. En dus komt ze wéér op een wachtlijst terecht. Tijdens het wachten wordt ze, zegt ze zelf, te veel losgelaten. “Ik had één keer in de week een online gesprek met mijn oude behandelaar. Maar dat was voor mij veel te weinig. Ik raakte weer in de greep van mijn hoofd. Voortdurend dat stemmetje: Zou ik weer in mijn kleinste kleren kunnen gaan passen? Zou het me lukken om verborgen te houden dat ik weer niet aan het eten ben?”
Niet te helpen
Als Lauren eindelijk aan de beurt is voor de behandeling, blijkt de methode die de eetstoorniskliniek hanteert, niet bij haar te passen. Zo moet ze bij de weegmomenten kijken naar haar gewicht, terwijl ze van haar eerdere behandeling gewend was om ‘blind’ gewogen te worden. “Dat lijkt misschien een klein verschil, maar ik kon niet goed met dit soort veranderingen omgaan.” Het loopt spaak en Lauren gaat op zoek naar een andere behandelplek. Na opnieuw 4 maanden wachten kan ze daar terecht.
In eerste instantie lijkt de behandeling daar succesvol. Maar na 2 maanden krijgt Lauren van haar behandelaar te horen dat ze niet zeker weten of het lukt om haar binnen een jaar – en dat is wel het doel van deze behandeling – van haar eerstoornis af te helpen. “Ik kreeg te horen dat ze twijfelden of ik aan dat jaar wel genoeg zou hebben, omdat ik naast de eetstoornis ook last had van de angstklachten die ik van jongs af aan al heb.” Gedesillusioneerd stopt Lauren met de behandeling. “Wéér dat stemmetje. Ze kunnen je niet helpen. Jij bent gewoon niet te helpen.”
Meer gewacht dan behandeld
Inmiddels staat Lauren – niet verrassend – weer op een wachtlijst, voor een gespecialiseerde eetstoorniskliniek. Over een week of 15 is ze aan de beurt. En bij de intake heeft ze al te horen gekregen dat ze haar daar niet kunnen helpen als ze onder haar huidige gewicht komt. “Ik merk aan mezelf dat het heel complex is wat ik heb. Het kan niet in een maandje worden opgelost en dus heb ik er ook begrip voor dat het voor zorginstellingen niet makkelijk is. Maar wat me toch wel kwaad maakt is dat ik in de afgelopen jaren meer heb moeten wachten dan dat ik behandeld ben. En dat ik tijdens die wachttijd behoorlijk aan mijn lot wordt overgelaten.”
Door Laurens lage gewicht is ze moe en verzwakt, en slaapt ze overdag anderhalf uur. Daarom twijfelt ze over de voorgenomen vakantie met vrienden naar Italië. “Dan moeten mijn vrienden toch de hele tijd checken hoe het met mij gaat, terwijl ze zelf ook vakantie moeten vieren. Ik twijfel of ik die verantwoordelijkheid voor mijn gezondheid zo bij hen kan neerleggen.”