Een steekpartij met dodelijke afloop, een vluchtpoging die eindigt in een schietpartij: een paar keer per jaar is het raak in één van de zes Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI's) in Nederland. Ruud* werkt al dertig jaar in een JJI, waar hij de werkomstandigheden heeft zien verslechteren door het personeelstekort. Hij doet zijn verhaal anoniem, vanwege de 'afrekencultuur' die hij naar eigen zeggen helaas in zijn werk ervaart.
Achter de krantenkoppen over geweldsincidenten zitten de verhalen van medewerkers, die door het grote personeelstekort maar weinig aandacht kunnen geven aan de jongeren die vastzitten. "Ik zie jongens binnenkomen met veel bravoure," vertelt Ruud, die op de afdeling voor kort verblijf werkt waar jongens maximaal een paar maanden zitten. Om echt contact te kunnen maken en problemen aan te pakken, is het volgens hem nodig om voorbij die harde buitenkant te komen. Veel jongeren houden hun stoere rol gelukkig niet vol. "Op een gegeven moment kun je er doorheen breken, en dan kun je ze bereiken." Om op dat punt te komen, is wel behoorlijk wat tijd en aandacht nodig. "Ik denk dat het vak gruwelijk wordt onderschat."
'Vaak hebben ze van alles meegemaakt'
De groep verhardt de laatste jaren, merkt Ruud. Het gaat om jongens die bijna niet meer beter weten dan dat ze zich groot voor moeten doen, en bij hen duurt het dan ook langer om tot de kern te komen. "Je kunt het ze niet eens kwalijk nemen. Vaak zit eronder dat ze uit een achterstandswijk komen, en al van alles hebben meegemaakt. Ook komen ze vaak uit een cultuur waarin je alles voor je moet houden; waar je geacht wordt om het gezin al van jongs af aan draaiend te houden. Die status ga je daarbuiten dan ook proberen hoog te houden."
Naast die hardere jongeren zijn er juist ook jongens die zich minder goed staande kunnen houden in de groep, vertelt Ruud. Daar moeten medewerkers ook oog voor hebben, om de veiligheid te kunnen garanderen. Deze combinatie kost veel energie.
JJI's kunnen doelen niet waarmaken
Terwijl de groepen dus zwaarder worden en er hierdoor eigenlijk meer voor nodig is om elke jongere te bereiken, zorgt het personeelstekort er juist voor dat er in de praktijk minder aandacht is dan voorheen. Van de jongeren die eenmaal in een JJI hebben gezeten, gaat volgens de meest recente cijfers binnen twee jaar meer dan de helft opnieuw de fout in. In de JJI's neemt de agressie toe en zijn er ook meer incidenten.
Vier inspecties riepen de minister eind 2022 nog dringend op maatregelen te treffen. De situatie in JJI's was volgens hen onhoudbaar geworden: "De straf is bedoeld voor [...] het voorkomen van recidive, waarbij de straf moet worden benut als middel tot gedragsbeïnvloeding. Deze taak kunnen de JJI’s momenteel onvoldoende uitvoeren [...]."
Personeelstekort of niet, sinds 1 april is de norm voor ochtend-, avond- en weekenddiensten verhoogd van twee naar drie medewerkers op tien jongeren (bij lang verblijf bestaan groepen uit acht jongeren, red.). Dat wordt vaak gehaald, vertelt Ruud, maar de gaten worden opgevuld met zzp'ers en uitzendkrachten. Dat was zelfs al zo voordat de norm werd verhoogd, zegt hij.
Die inhuur van buitenaf klinkt als een mooie oplossing, maar brengt volgens Ruud gevaar met zich mee. "Iemand die eenmalig een dienst komt draaien, kun je niet alle ins en outs over een groep gaan vertellen. Daar is ook geen tijd voor. Zo iemand weet dus weinig over de dynamieken." Subtiele signalen voordat iets escaleert, worden zo minder snel opgepikt.
'Je bent meer op je hoede'
Medewerkers die wèl in dienst zijn bij de JJI zijn volgens hem dan ook extra alert als ze werken met een tijdelijke kracht. "Je bent meer op je hoede als je niet alleen met vaste mensen staat. Je zorgt dan dat je heel veel zelf doet." Soms staat een vaste medewerker zelfs met twee invallers, waardoor er dus nóg meer op diens schouders terechtkomt.
Officiële cijfers van het aandeel uitzendkrachten en zzp'ers zijn niet openbaar. Pointer heeft deze inmiddels opgevraagd bij de Dienst Justitiële Instellingen. Dat het tijdelijk inhuren veel gebeurt, wordt echter wel door verschillende mensen uit het veld bevestigd. Ook zijn er bij verschillende uitzend- en zzp-bureaus vacatures te vinden voor de 'invalpool' bij JJI's.
Behandeling blijft achter
Een groot verloop van uitzendkrachten doet daarbij ook de behandeling ook geen goed, vertelt Ruud. "Een zzp'er die van hot naar her gaat, bouwt geen vertrouwensband op met de individuele jongeren." Doordringen tot een jongere die sterk is verhard, is hierdoor vrijwel onmogelijk. En de vaste medewerkers moeten zoveel ballen hooghouden dat ook zij de behandeling niet optimaal kunnen uitvoeren.
Om jongeren goed te kunnen behandelen, zijn er volgens Ruud vooral meer mensen nodig, en kleinere groepen waar de aandacht beter verdeeld kan worden. "Dan hebben we voor de jongeren individueel meer tijd. Dat is vooral bij de hardere jongens nodig, want die zijn in de groep niet te bereiken. Als je ze een-op-een spreekt, ontstaat er bij sommigen toch een openingetje." Medewerkers krijgen nu maar amper de kans om zo tot deze jongeren door te dringen.
Gevolgen van grote bezuinigingen
Er was niet altijd een personeelstekort. Sterker nog: in 2013 werd gesproken van een flinke overbezetting. De jeugdcriminaliteit daalde, en de verwachting was dat die trend zou doorzetten. In het Masterplan 2013-2018 stond daarom dat het aantal plekken in JJI's van 950 in 2013 naar 689 in 2018 zou worden verlaagd. Het aantal medewerkers zou volgens een ander plan met 1100 verlaagd kunnen worden, van 2800 in 2010 naar zo'n 1700 in 2018. "Vanaf toen is de klad erin gekomen," zegt Ruud. “Er zijn instellingen gesloten zonder na te denken over de gevolgen, en we hebben veel collega's verloren die het werk in de vingers hadden. Die krijg je niet meer terug. Het beleid was erg op de korte termijn gericht."
Veel medewerkers zijn bang dat we weer zelf groente moeten gaan snijden. Dat zorgt voor een gevoel van onveiligheid.
Er worden wel vaker dingen besloten die niet altijd aansluiten bij de praktijk, vindt Ruud. Zo is onlangs besloten dat in meerdere JJI's weer dagelijks gekookt zal gaan worden, in plaats van alleen in het weekend. "Er zal wel een gedachte achter zitten, maar het is moeilijk om zo'n hele groep aan de gang te krijgen." Het zijn groepen met een gemengde leeftijd, waarbij koken niet stoer wordt gevonden.
Op dit moment wordt er nog alleen in het weekend gekookt. Daarbij worden sinds enige tijd voorgesneden groentes gebruikt, vanwege een eerder steekincident. "Heel veel medewerkers zijn er bang voor dat we weer zelf groente moeten gaan snijden, omdat dat goedkoper is. Dat zorgt voor een gevoel van onveiligheid." Ook Ruud ziet dit niet zitten. "Als ze mij vragen weer met messen te werken, doe ik dat gewoon niet. Ik gooi ze weg. Die geluiden hoor ik ook op de vloer. Dan eten we wel eieren."
'Werken met deze jongens is mooi'
Toch wil Ruud benadrukken dat zijn werk niet alleen maar uit narigheid bestaat. Hij is ondanks alles blij met de hulp die hij kan bieden, zoals het tot rust brengen van de jongeren. "Jongens weten bij mij waar ze aan toe zijn. Dat hebben ze nodig, en dat waarderen ze uiteindelijk ook," vertelt hij. "Het werken met deze jongens is mooi. In korte tijd kun je misschien alleen kleine stappen zetten, maar je maakt ze wel. Dat geeft voldoening."
*Ruuds echte naam is bekend bij de redactie.