Iedereen die zich zorgen maakt over huiselijk geweld kan daarvan melding doen bij Veilig Thuis. Uit de cijfers blijkt dat burgers daar nauwelijks gebruik van maken. Het gevoel leeft dat Veilig Thuis niet direct in actie komt of dat de kinderen uit huis worden geplaatst. “Veilig Thuis heeft een imagoprobleem".
Melding
Mijke ziet vanuit haar raam dat de buurman zijn vrouw in elkaar slaat. Ze wil graag een melding ervan doen bij Veilig Thuis. “Maar toen ik de medewerker aan de telefoon kreeg, raadde zij mij dat af. De buurman zou erachter kunnen komen dat ik die melding had gedaan. Het kon gevaarlijk zijn. Of ik zeker wist dat ik er een melding van wilde maken?”
Veilig Thuis wijst Mijke op de risico’s van een melding. Na het gesprek met Veilig Thuis besluit Mijke om geen melding te doen. “Ik wilde het risico dat hij straks aan mijn deur stond niet lopen.” Mijke had andere verwachtingen. “Ik dacht dat Veilig Thuis direct in actie zou komen. Dat ze met die man zouden gaan praten.”
Huiselijk geweld
Het verhaal van Mijke staat niet op zichzelf. Er is veel onduidelijkheid over wat Veilig Thuis nou precies is en doet. We krijgen op onze oproep over huiselijk geweld meerdere reacties. De rode draad van die reacties: Veilig Thuis komt onvoldoende in actie. En de instantie doet te weinig onderzoek naar wat er precies speelt.
Ook Ilse belt met Veilig Thuis, nadat ze door haar ex-man meerdere keren is bedreigd. “Ik had eindelijk de moed verzameld om Veilig Thuis te bellen. Die medewerker had het over een complexe scheiding. Mediation zou volgens haar kunnen helpen, terwijl ik juist doodsbang voor mijn ex was.”
Poortwachter
Sinds 2015 is Veilig Thuis de poortwachter als het gaat om het melden, adviseren en toetsen van álle vormen van huiselijk geweld. Daarvoor waren er nog aparte advies- en meldcentra voor kindermishandeling en (ex)partnergeweld. Die vallen sinds de decentralisatie onder één dak.
“Dat dit allemaal bij Veilig Thuis is ondergebracht, is winst”, zegt Mariëlle Dekker, directeur van Augeo Foundation, een organisatie die zich inzet tegen kindermishandeling en huiselijk geweld. “Vaak spelen er in situaties meerdere vormen van geweld. Door die in één meldpunt onder te brengen wordt dat zichtbaar. Er is een behoorlijke overlap.”
Toch is Veilig Thuis niet voor iedereen automatisch de plek om een melding te doen van huiselijk geweld. Uit de cijfers van vorig jaar blijkt dat de meeste meldingen van de politie komen (65 procent). Slechts een klein deel komt van burgers (9,3 procent). Mensen die zélf te maken hebben met huiselijk geweld melden niet of nauwelijks.
Imagoprobleem
Dat alles heeft te maken met de beeldvorming rond Veilig Thuis. Mariëlle Dekker van Augeo: “Ouders zijn bang voor Veilig Thuis. Ze denken vaak dat hun kinderen uit huis worden geplaatst. Ook hebben ze het gevoel dat er een oordeel over ze wordt geveld. Terwijl het juist belangrijk is dat mensen zélf eerder om hulp vragen. Blijkbaar is het systeem zo ingericht, dat mensen dat niet durven.”
Judith Kuypers, voorzitter van het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, herkent de angst van mensen met Veilig Thuis. “Er is een hardnekkig beeld dat wij kinderen uit huis plaatsen. Maar het is de rechter die na onderzoek van de Raad voor Kinderbescherming dat bepaalt. En in slechts 1 procent van alle meldingen vragen wij de Raad om onderzoek te doen.”
Dat wil niet zeggen dat Veilig Thuis niet ingrijpt als dat nodig is. Kuypers: “Soms vinden we dat het in een gezin echt onveilig is. Dat er voor iedereen een time-out nodig is, zodat er goede hulp en ondersteuning komt. Dan vragen we wel aan ouders of de kinderen tijdelijk bij een familielid kunnen wonen."
Meldcode
Sinds 2013 is er de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. Het werken met de meldcode is verplicht voor mensen die in de gezondheidszorg, het onderwijs en de kinderopvang werken. De code helpt bij het signaleren en handelen bij (vermoedens) van huiselijk geweld en kindermishandeling. Maar uiteindelijk maakt een professional zelf een afweging om bij Veilig Thuis een melding te doen.
Het aantal meldingen van scholen, huisartsen, kinderdagverblijven is opvallend laag. Nog lager dan dat van burgers. Het komt niet boven de drie procent uit. “Ook voor professionals blijft het moeilijk om een melding te doen”, zegt Majone Steketee, wetenschappelijk directeur van het Verwey Jonker Instituut. “Zij vrezen dat ze het contact en het vertrouwen van cliënten kwijtraken als ze gaan melden.”
Eén van de wettelijke taken van Veilig Thuis is om een terugkoppeling te geven aan de melder. Steketee: “Dat gebeurt niet altijd. Een school heeft daardoor het gevoel dat er niks met de melding wordt gedaan. Er gebeurt dan bij Veilig Thuis wel van alles, maar daar worden zij niet van op de hoogte gesteld. En dan krijg je dat zo’n school denkt: de volgende keer meld ik niet meer.”
Adviezen
Naast meldingen kunnen burgers en professionals ook advies vragen. Veilig Thuis adviseert dan wat burgers en professionals bij een vermoeden van huiselijk geweld kunnen doen. Door bijvoorbeeld de wijkagent te informeren. Het aantal adviesaanvragen ligt bij burgers weer vele malen hoger dan de meldingen: 44 procent.
“De adviesvraag is laagdrempeliger dan de melding”, zegt Kuypers van Veilig Thuis. “Dan komt de naam van de betrokkenen ook niet in ons systeem te staan. We geven dan slechts advies. En soms is dat voor iemand en voor die situatie ook voldoende.”
Takenpakket
Het noteren van meldingen en het geven van adviezen; het is slechts een deel van het takenpakket van Veilig Thuis. Nog belangrijker is wat Veilig Thuis eraan doet.
Mijke dacht dat Veilig Thuis bij haar overbuurman zou aankloppen. Maar dat gebeurde dus niet. “Ik heb gewacht met bellen, omdat ik niet wist waar ik precies moest zijn. Het heeft dus even geduurd. De medewerker zei dat ze alleen direct in actie komen als er een gevaarlijke situatie was.”
Acuut gevaar
Veilig Thuis maakt gebruik van een veiligheidstaxatie. Via een vragenlijst bepaalt een medewerker of er direct wordt ingegrepen. Als er sprake is van een levensbedreigende situatie. Of als een kind acuut in gevaar is, grijpt Veilig Thuis in. Vaak met hulp van de politie. Die taxatie blijft altijd een toetsing. Soms is het glashelder, maar soms ook niet.
Het is het grijze gebied wat bij bellers voor onduidelijkheid zorgt. Als iemand wordt bedreigd, maar de dader staat op dat moment niet voor de deur is er geen sprake van ‘acuut gevaar’. Als een dronken man bijna zijn vrouw wilde slaan, ook niet. Toch verwachten burgers dan wél actie.
“En het is niet zo dat wij niets doen”, zegt Judith Kuypers van Veilig Thuis. “We proberen vooral te stimuleren dat er hulp op gang komt. We leggen dan contact met hulpverleners. Ik denk ook niet dat burgers zouden willen dat bij de eerste melding Veilig Thuis er meteen op af komt.”
Dubbel gevoel
Zowel Ilse als Mijke hebben een dubbel gevoel aan hun telefoontje aan Veilig Thuis overgehouden. Ilse twijfelt of ze bij de volgende keer weer zou bellen. “Mijn ex is inmiddels veroordeeld. Het is nu redelijk rustig.” Mijke is positiever. “De volgende keer bel ik direct. Met Veilig Thuis of toch met de politie, zodat ze hem op heterdaad kunnen betrappen.”