De bouw van 8.000 woningen in de laagste polder van Nederland, werpt al maanden veel vragen op. Is dat met het oog op klimaatverandering niet vragen om problemen? Tegelijk zitten we met een nijpend tekort aan woningen, hoe lossen we dit op? “We moeten niet meer bouwen voor de eeuwigheid en pijnlijke keuzes maken.”
Op vrijdagavond, zo vlak voor het paasweekend in maart van dit jaar, viel hij op de mat, de brief van de gemeente Zuidplas. Daarin moest Fred Boevé lezen dat de gemeente van plan is om in 2024 te starten met de bouw van 8.000 woningen in de Zuidplaspolder, tussen Gouda, Rotterdam en Zevenhuizen. En laat Freds boerderij nou net op de plek staan waar dat compleet nieuwe dorp moet komen. Gevolg: Fred wordt gedwongen zijn tuin, zijn paardenstallen en grond aan de gemeente te verkopen.
“Je wereld stort in, als je zo’n brief krijgt”, vertelt Boevé. “We wonen al 20 jaar in deze boerderij en ons bedrijf, een paardenfokkerij, zijn we op deze manier kwijt want daar is dan geen ruimte meer voor. Daar komt bij Fred zich zorgen maakt over het heien dat straks voor het nieuwe dorp in zijn achtertuin staat te gebeuren. Door al het water in de bodem bereiken de trillingen die dat bouwgeweld met zich meebrengen waarschijnlijk ook de muren van zijn huis. "En dan krijgen wij straks te maken met verzakking.”
En dan gaat het om verzakking in die toch al zo diepe polder. Met 6,76 meter onder NAP is de Zuidplaspolder namelijk de laagstgelegen polder van Nederland. En met oog op de voorspelde toename van clusterregens en de stijgende zeespiegel is het de vraag of bouwen in zo’n polder een slim idee is. Fred: “Waarom zou je daar straks duizenden mensen huisvesten, als je weet dat er meer water deze kant op gaat komen?”
Hoewel het bestemmingsplan nog niet is afgerond en Fred als gedupeerde dus nog geen bezwaar kan maken, heeft hij vast een stichting opgericht waarmee hij de belangen van alle tachtig gedupeerde omwonenden behartigt. Mensen die net als hem met hun woning of bedrijf plaats moeten maken. “Je weet dat er een heel leger aan advocaten klaar zal staan, maar dit gaan we natuurlijk aanvechten tot aan de Raad van State.”
Verrommelde polder
De gemeente Zuidplas is van mening dat een nieuw dorp, twee nieuwe bedrijventerreinen en een vernieuwend landschap een goede bestemming zullen zijn voor de al lange tijd wat verwaarloosde polder. De plannen voor nieuwbouw in het middengebied van de Zuidplaspolder liggen er al sinds 2004, vertelt projectleider Marco van Lente. “Door allerlei omstandigheden is het er nooit van gekomen, maar de mensen die er zitten hielden er dus al rekening mee, en dan ga je niet zo snel investeren. Dat leidt tot verrommeling van de polder.”
Maar er is een andere reden waarom de gemeente liever een woonwijk ziet in de polder, dan landbouw. Om de grond droog te houden voor landbouw wordt water onttrokken, maar daarmee zakt de bodem verder naar beneden. Het is alleen de vraag of woningbouw een oplossing is voor dit probleem. Verschillende klimaatdeskundigen vinden het onbegrijpelijk dat er juist op die plek een nieuw dorp moet verschijnen. “In veenweidegebieden is vernatting nodig om bodemdaling tegen te gaan, want dat veroorzaakt uitstoot van CO2”, stelt Marjolijn Haasnoot, onderzoeker bij Deltares. “En voor de klimaatdoelstellingen moeten we juist onze uitstoot beperken.”
Ook maakt Haasnoot zich zorgen over de gevolgen die de opwarming van de aarde heeft op het water in Nederland. “We krijgen te maken met een toename van extreem weer, dus warmer, natter én droger. We krijgen vaker extreme regenbuien, hoge rivierafvoeren of extreem lage rivierafvoeren en ondertussen stijgt de zeespiegel. Ons waterbeheer heeft Nederland veel rijkdom gebracht, maar inmiddels zijn de grenzen van onze optimalisatiestrategie in zicht.”
Afvoerputje
Is een nieuw dorp in het ‘afvoerputje’ van Nederland niet vragen om problemen? Projectleider Van Lente: “We bouwen niet op het diepste punt, dat ligt aan de andere kant van de A20. Wij bouwen op -4 en -5 meter onder NAP en daarmee is het Vijfde Dorp echt niet uniek. De Alexanderpolder en Nessellande bij Rotterdam liggen ook op dat niveau.”
De plannen worden door het bestuur van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard ondersteund, dus Van Lente ziet niet direct een probleem. “Dijkring 14, de dijk die de Zuidplaspolder beschermt, beschermt tegelijk de rest van de Randstad. Dus als die het niet houdt hebben we een veel groter probleem. We moeten vooral kijken hoe we klimaatadaptief kunnen bouwen, dus bijvoorbeeld door drijvende woningen te bouwen. Daarnaast investeren we in duurzame energie en groen, dat is ook belangrijk voor de toekomst van dit gebied.” Hoe het er daadwerkelijk uit gaat zien is vooralsnog niet duidelijk, het bestemmingsplan en de stedenbouwkundige plannen zijn nog in de maak.
Grotere plaatje
“Het buikgevoel zegt: de bodem daalt, de zeespiegel stijgt, waarom bouwen in de laagste polder? Maar het gaat vooral om dat grotere plaatje”, meent Alex Hekman, business director Water bij ingenieursadviesbureau Sweco. “We willen 650.000 woningen bouwen in de Randstad, grotendeels onder zeeniveau. Dat is een ingewikkelde. Van de zeespiegelstijging is heel onzeker hoe hard die gaat, en tegelijkertijd is er een aantrekkingskracht om te bouwen aan de westkant van het land, want daar zitten de grootste economische belangen.”
Hekman kijkt vooral graag naar wat wel kan. “Je moet in beeld brengen wat precies mis kan gaan. Zeespiegelstijging en bodemdaling gebeurt al heel erg lang, en 1 of 2 meter water kunnen wij wel aan in Nederland. Maar als de zeespiegelstijging doorzet verloopt deze exponentieel. Dat betekent dat we steeds korter de tijd hebben om ons aan te passen aan het stijgende water. Misschien hebben we in 2080 nog maar twintig jaar om de dijken te verhogen, of in 2150 nog maar 5 jaar om dat te doen. De onzekerheid is groot, maar betekent dit dat je daarvoor nu alleen nog maar op palen moet bouwen?
Wat Hekman betreft zou er bij woningbouw veel meer uitgegaan moeten worden van flexibiliteit. Met de woningbouwopgave wordt ervan uitgegaan dat er in 2030 bijna een miljoen woningen bijgebouwd moeten worden. Wat betreft Hekman is het “helemaal niet slim” om twee derde van die woningen aan de westkant van Nederland te plannen, wat nu het geval is. “De CO2-uitstoot buiten Nederland hebben wij niet in de hand. Als op een gegeven moment onze dijkversterking de snelheid van de zeespiegelstijging niet meer kan bijhouden, dan moeten we keuzes maken waar nog wel en waar niet meer versterken. De dijken waarachter het economisch belang in de polder minder groot is, die verhoog je niet. Dat zou voor nu ook kunnen betekenen om niet in die polders te bouwen.
Pijnlijke keuzes
Dat dit onherroepelijk pijn gaat doen, beaamt Hekman. Bepaalde gemeenten worden op die manier minder waard, en bepaalde gebieden moeten ‘vernatten’ om het water de ruimte te geven en zo te zorgen dat andere gebieden droog blijven. Daarnaast is het volgens Hekman beter meer woningen te bouwen die niet voor de eeuwigheid bestemd zijn. Hekman: “Juist meer tijdelijke bouw, houtbouw, maar ook drijvende woningen, zodat je minder waardeverlies hebt als de huizen onverhoopt toch afgebroken moeten worden of zelfs onder water komen te staan.”
Daarom is Hekman ook niet per definitie tegen het plan in de Zuidplaspolder. Hij benadrukt alleen wel dat het water er daadwerkelijk de ruimte moet kunnen krijgen, dat daar bij de bouw rekening mee wordt gehouden. “Zorg dat je de ruimte hebt om grond te herbestemmen, binnen of buiten de wijk, als het water stijgt. Maak het groen daar overstroombaar.”
Wat Hekman betreft zit er een groot gat tussen wat we wíllen en hoe we daarmee omgaan in de praktijk. “Dat geldt ook voor mijn ingenieursbedrijf. Ik zeg wel eens: ‘Wij zijn met onze creativiteit een grote bedreiging voor de klimaatbestendige inrichting van ons land. Want er komt een enorme dreiging op ons af, en we zeggen vaak: daar zouden we eigenlijk niet meer moeten bouwen. Maar wij bedenken altijd wel een manier om het toch te doen’. Dat moet anders. Ook de vergunningverleners die ergens akkoord voor geven zullen steviger de grenzen moeten bewaken.”
Geen winst te behalen
Inwoner Fred wacht het bestemmingsplan inmiddels al een tijdje af en gaat zich daarna met zijn stichting Polderbelangen Zuidplas beraden op verdere stappen. Voor hem persoonlijk is er geen winst meer te behalen. “Als we mogen blijven wonen zijn we ons bedrijf kwijt. En als we weg moeten zou ik niet weten waarheen. De gemeente Zuidplas koopt ons huis dan op tegen marktwaarde. Maar waar vind ik nu een boerderij van dit formaat met land voor onze paarden voor een betaalbare prijs?”