Veel bedrijven die willen investeren in zonnepanelen lopen vast. Bij de drie grootste netbeheerders (Liander, Stedin en Enexis) staan op dit moment in totaal een kleine 3000 bedrijven ‘in de wacht’ om een nieuw project aangesloten te krijgen. In de meeste gevallen gaat dat om commerciële exploitanten van bijvoorbeeld zonneparken, maar ook veel ‘zon-op-dak-initiatieven’ zijn de dupe. Dat blijkt uit navraag van Pointer.
De netbeheerders roepen de politiek op nu ‘harde keuzes’ te maken en regie te pakken, anders komen de klimaatdoelstellingen in gevaar. Hoewel de netbeheerders het elektriciteitsnet al fors hebben uitgebreid de afgelopen jaren, blijkt dat niet voldoende om aan de huidige vraag te voldoen. “We zijn volop bezig om de capaciteit van het net te verdubbelen,” zegt Hans Peter Oskam van Netbeheer Nederland. “We kunnen dat alleen niet zo snel doen als boeren en ondernemers zonnepanelen kunnen plaatsen.”
Volgens Oskam is er de afgelopen 10 jaar al zo’n twaalf gigawatt aan zonnestroom toegevoegd aan het energienet. “Dat is voldoende om heel Nederland op een zonnige zomerdag van zonnestroom te voorzien. Maar als we nog meer willen met elkaar dan moeten we flink uitbreiden en dat is een uitdaging. Het is niet alleen zonnestroom, het zijn ook extra woningen, extra bedrijvigheid, elektrisch rijden, noem maar op.”
De capaciteitsproblemen zijn veroorzaakt door een tekort aan technisch personeel en trage vergunningsprocedures, stelt Oskam. Namens de netbeheerders pleit hij dan ook voor meer politieke aansturing en aanpassingen van de huidige regels. “Zeker als we de klimaatdoelen in 2030 willen halen moeten procedures sneller en simpeler”, vindt Oskam. “Nu zijn we soms 8 jaar bezig voordat er met de bouw van een transformatorstation begonnen kan worden. Wij zeggen: ‘Maximaal 2 jaar praten en 2 jaar bouwen.’”
Bovendien moeten er volgens hem ‘harde keuzes’ worden gemaakt door de politiek over wie als eerste moet worden aangesloten en wie nog een paar jaar moet wachten. De netbeheerders willen dat de landelijke overheid met een kader komt en een rangorde aangeeft. “Woningen, bedrijven, datacentra. Zeg maar wat voorrang moet krijgen,” aldus Oskam.
Niet efficiënt
Netbeheerders kunnen op dit moment niet zelf kiezen wie zij als eerste aansluiten, dat is bij wet zo geregeld. “Wij moeten iedereen gelijk behandelen en op volgorde van binnenkomst aansluiten”, aldus Oskam. En dat is niet altijd handig of efficiënt, zo stelt hij. In de afgelopen jaren zijn er bijvoorbeeld veel zonneparken aangelegd in dunbevolkte gebieden die van oudsher ook een ‘dun’ elektriciteitsnet hebben. “Het is voor ons veel handiger als zonnepanelen dicht bij plekken liggen waar het net veel meer aankan of waar elektriciteit ook gebruikt wordt, dan hoef je dat niet helemaal naar de andere kant van het land te transporteren.”
Hij denkt dat bedrijven die nu al wel zonnepanelen hebben liggen, maar hun stroom nog niet kunnen terugleveren ook nog veel zelf kunnen doen. “Ze kunnen kijken hoe ze hun zonnestroom zelf kunnen gebruiken, bijvoorbeeld door aan de slag te gaan met een elektrische trekker. Dan hoeft de stroom het net niet op.” Ook zou de overheid het volgens de netbeheerders aantrekkelijker moeten maken om de overtollige stroom op te slaan, bijvoorbeeld door een subsidie op batterijen in te voeren.
Uitzending
Meer over de energietransitie in Pointer. Slechts 12 procent van de bedrijfsdaken ligt vol met zonnepanelen. Waarom investeren zo weinig ondernemers in deze duurzame oplossing? Maandag 15 november, NPO2, 22:15 uur.