Het is bijna een jaar en heel wat bezwaarschriften verder sinds Jim Visser de eerste brief van de gemeente ontving over de zonnepanelen op zijn dak, en weer trekt hij aan het kortste eind. De gemeente Bergen op Zoom heeft besloten dat de zonnepanelen aan de voorzijde van het dak definitief weg moeten. Het argument dat de panelen bijdragen aan verduurzaming is ‘niet zwaarwegend genoeg’ om af te wijken van de regels.
Steunbetuigingen van buren, het zoeken naar publiciteit of het insturen van een zoveelste bezwaarschrift brengen voor de gemeente geen verandering in hun besluit. In een brief van 21 januari stelt de adviescommissie bezwaarschriften van de gemeente Bergen op Zoom dat ‘het college terecht heeft besloten om in deze situatie niet af te willen wijken van het welstandsbeleid’. De zonnepanelen zijn namelijk in strijd met de Nota ruimtelijke kwaliteit, die voorschrijft dat zonnepanelen binnen het beschermd stadsgezicht ‘niet zichtbaar [dienen] te zijn vanaf het openbaar toegankelijk gebied’. En het huis van Jim valt daaronder.
Ook staat er geschreven dat ‘het argument dat zonnepanelen bijdragen aan verduurzaming’ volgens de commissie ‘niet zwaarwegend genoeg’ zijn om af te wijken van de strikte regels die gelden voor het beschermde stadsgezicht, omdat ‘het gebruik van zonnepanelen (…) slechts een van de vele manieren [is] om op een duurzame manier te leven’. Wel mag Jim zijn zonnepanelen verplaatsen naar de achterzijde van het dak, waar ze buiten het zicht van de openbare ruimte liggen.
Volgens Jim is dat vanwege een dakkapel, en omdat het dak aan de achterkant gericht is naar het noorden, geen realistisch alternatief. Als laatste optie in de strijd voor het behoud van zijn zonnepanelen overweegt hij nu om naar de rechter te stappen.
Niet alleen
Dat Jim niet alleen staat in het conflict met de gemeente over zijn zonnepanelen, werd duidelijk in ons onderzoek Duurzaam wonen. In onze uitzending hierover lieten we het verhaal van Marco Slingerland zien, die in het beschermde stadsgezicht van Deventer woont en zijn zonnepanelen vorig jaar – na een foutje van de afdeling vergunningen bij de gemeente – toch van zijn dak moest halen.
Nadat we in onze uitzending uitgebreid hebben stilgestaan bij de situatie van Jim en Marco, krijgen we meer inzicht in hoeveel gemeenten dit speelt. Uit alle windstreken van Nederland krijgen we berichten van woningeigenaren die met hun gemeente in de clinch liggen over hetzelfde dilemma: waarom zijn zonnepanelen niet welkom binnen het beschermde stadsgezicht?
Zo schrijft een inwoner van de historische binnenstad van Leiden dat zij graag zonnepanelen op haar dak wil en daarvoor een bedrijf heeft gevonden dat de panelen in terracottakleur maakt, zodat ze veel minder opvallen op een oranje pannendak. Na een ‘eindeloos heen en weer schrijven met de gemeente’ kreeg zij volgens eigen zeggen te horen dat de kleur van de panelen niet relevant was en dat de zonnepanelen geen kans maakten omdat ze vanaf de straat zichtbaar zijn. De zonnepanelen kwamen er dus niet.
Onderzoek
Vanuit Nijmegen krijgen we bericht van een aantal woningeigenaren die zonnepanelen op hun dak willen plaatsen, maar vanwege het beschermde stadsgezicht ook een ‘nee’ van de gemeente krijgen op hun verzoek. Maar de bewoners geven hun wens voorlopig niet op, en laten ons weten dat ze de gemeente opnieuw gaan benaderen ‘met een linkje naar het onderzoek van Pointer’, waaruit blijkt dat 1 op de 5 gemeenten de intentie of concrete plannen heeft om het zonnepanelenbeleid binnen beschermde stads- en dorpsgezichten te versoepelen.
Niet alleen vanuit steden, maar ook vanuit verschillende dorpen horen we dat huiseigenaren die zonnepanelen willen plaatsen op weerstand stuiten bij hun gemeente. Een inwoner van het Overijsselse kerkdorpje Gelselaar schrijft ons graag mee te willen werken aan de energietransitie en een plan ingediend te hebben voor het mogen plaatsen van zonnepanelen in het beschermd stadsgezicht. Maar de gemeente houdt volgens deze tipgever voet bij stuk dat de zonnepanelen niet mogen.
‘Voor ons zeer frustrerend omdat we niet kunnen meewerken aan duurzaam wonen, en vinden dat bestuurders zich dit beleid helemaal niet kunnen permitteren als je kijkt naar de zorgelijke situatie waarin we ons bevinden met de opwarming van de aarde.’