Veel jongeren die in de criminaliteit raken, hebben een instabiele gezinssituatie en een beperkt vangnet. Dat geldt niet voor Marijn. Zijn moeder, Natalie, merkt al vroeg op dat er iets aan de hand is. Hij gaat met jongens om die vrienden lijken, terwijl ze hem criminele klusjes laten opknappen. Natalie klopt bij allerlei instanties aan, maar krijgt door bureaucratie en versnipperde verantwoordelijkheden niet op tijd de juiste hulp. Inmiddels wordt Marijn verdacht van drie delicten.
In coronatijd gaat het mis. "Marijn was toen 14, hij had veel vrije tijd en weinig school, en hing veel buiten rond," vertelt Natalie. Zijn gedrag verandert. "Hij kwam laat thuis, hing stoere verhalen op, had het ineens over dure kleren. Hij leek soms wel onder invloed, maar dat geloofden we ergens toch niet. Waar zou hij drugs vandaan moeten halen? Tot we zakjes wiet op zijn kamer vonden."
Marijn biecht na enig aandringen op dat hij vrienden is geworden met een jongen die hem af en toe een jointje geeft zonder er iets voor terug te vragen. Het blijkt iemand te zijn die drugs verhandelt. Natalie: "Ik zei toen al tegen Marijn: 'In die wereld krijg je niets gratis. Uiteindelijk ga je betalen.' Maar hij luisterde niet, en was compleet loyaal aan die persoon. Ik had het idee dat hij mij nog eerder zou verraden dan die jongen."
Helikopter boven het huis
De alarmbellen gaan pas echt af als zijn moeder een zak wit poeder onder zijn bed vindt. Ze zoekt meteen contact met de politie, die volgens Natalie pas na herhaaldelijk bellen langskomt. Marijns slaapkamer wordt ondersteboven gekeerd. Behalve veel snoeppapiertjes, die volgens de politie kunnen wijzen op drugsgebruik, vinden ze niets. Het poeder blijkt geen cocaïne te zijn, maar wordt wel in beslag genomen.
We hoorden dat we niet veilig waren en binnen een uur uit ons huis moesten vertrekken
Het gevaar is dan allesbehalve geweken. "Marijn vertelde dat hij het pakketje van A naar B had moeten brengen, en nu zou het dus niet bij B aankomen," zegt zijn moeder. De jongens die Marijn het poeder hebben gegeven, dreigen daarop dat ze met meerdere mensen onderweg zijn naar zijn huis. Marijn raakt in paniek en belt zelf de politie, die het dit keer wel meteen serieus neemt.
"Vervolgens is er een heel groot circus losgebarsten”, vertelt Natalie. "Er hing een politiehelikopter boven ons huis, er kwamen ook agenten binnen, en na een risicoanalyse werd ons verteld dat we niet veilig waren en binnen een uur moesten vertrekken." Een week lang zitten ze op een ander adres. Het gaat de gezinsleden niet in de koude kleren zitten. "Nog steeds als ik een helikopter hoor overvliegen, ben ik weer terug in dat moment. Het was heel angstig."
Positieve invloed van een coach
Natalie zoekt vanaf het begin hulp waar ze kan, maar krijgt dit niet makkelijk voor elkaar. Marijn staat bovendien ook niet voor iedereen open. Na de politie-inval lukt het eindelijk toch. Ze vindt iemand die haar zoon weet te bereiken: een voormalig gevangenismedewerker die een eigen buddycoachbedrijf is begonnen om jongens uit de criminaliteit te houden. Marijn heeft vrijwel meteen een klik met Abdellaziz Akhath, kortweg Aziz, en weet hem te vinden als hij het moeilijk heeft. Aziz beïnvloedt Marijns gedrag in positieve zin, en Natalie haalt opgelucht adem.
Die opluchting blijft niet. Aziz kan de hulpverlening na 1,5 jaar namelijk niet voortzetten, omdat de gemeentegrenzen worden opgeschoven. Marijn woont nu op papier niet meer in de gemeente Weesp, maar in Amsterdam, en daar is andere forensische jeugdhulp ingekocht. De buddycoach maakt daar geen deel van uit. Aziz: "Ik moest hem meedelen dat het zou ophouden. Het overviel hem helemaal. Hij zei: 'Ik dacht dat je me nooit in de steek zou laten.'"
Het voelt alsof ze terug bij af zijn, zegt Natalie. Dat niet alleen: de rem is er nu echt af. "Het gedrag van Marijn werd nog extremer, nog buitensporiger." Hij heeft agressieve buien die niet langer alleen puberaal te noemen zijn.
Bang voor de toekomst
Marijn belandt in verschillende jeugdhulpinstellingen. Hij loopt een keer weg, en is dagen van de radar tot hij onder invloed van allerlei middelen weer opduikt. En er is die keer dat hij van een dak afspringt. Ook dan heeft hij drugs genomen. In juni staat hij voor de rechter voor drie delicten. Het is nu de vraag of er een veroordeling komt, en wat voor straf er gegeven wordt.
Het gevoel dat bij Natalie en haar man overblijft, is bovenal dat het niet zover had hoeven komen. Bij elke stap waarbij Marijn verder leek te ontsporen, trokken ze aan de bel. Het wordt allemaal pas serieus genomen wanneer het witte poeder opduikt. De hulp die vervolgens wél werkt, valt weg vanwege een bureaucratische aanpassing.
"Mijn grootste angst is dat hij de gevangenis in moet. Ik geloof niet dat hij daar beter uit komt. Hij is zo kwetsbaar." Op dit moment ziet Natalie het dan ook somber in voor haar zoon. "Ik ben bang dat hij nu echt het criminele circuit ingaat."