Volgens onderzoeker Friso van der Zee is dat niet zo: “Ik snap dat mensen zonneparken lelijk vinden. Je hebt liever een weiland als uitzicht, dat begrijp ik helemaal. Maar het argument dat het slecht is voor de natuur is minder valide.”
Bij de ingang van het zonnepark aan de Haarweg in Wageningen staan twee busjes van Securitas. Er is iets mis met het alarmsysteem. Onderzoeker Friso van der Zee van de Wageningen Universiteit staat in oranje jas aan de poort. Hij krijgt het alarm er niet af. Je kan het park niet zomaar op, gezien de bordjes aan het hek: hoogspanning. Levensgevaarlijk!
Op dit park van 6 hectare staan 37 rijen zonnepanelen in de zogeheten zuidopstelling: schuin omhoog naar het zuiden gericht. Van der Zee onderzoekt de ecologische effecten van het beheer op zonneparken. Hij is vegetatiekundige, wat kort gezegd betekent dat hij alles weet van bloemen en plantjes. “Ik kijk wat voor planten hier staan. Op dit park zit er nog redelijk wat ruimte tussen de panelen en daarmee heb je ook gelijk meer kans dat daar nog wat leuke planten gaan groeien.”
De invloed van een zonneweide op de natuur
Van der Zee geldt als één van dé zonneparkonderzoekers in het land. We stellen hem de vraag: wat is de invloed van een zonneweide op de natuur? Een aantal jaar geleden onderzocht Van der Zee 25 zonneparken in het land. Op slechts drie daarvan was het beheer gericht op verbetering van de biodiversiteit. “In theorie kan een zonnepark de natuur verbeteren: als de grond eerst landbouwgrond was en míts het groenbeheer op het park goed is.”
Beheer zonnepark essentieel
Van der Zee legt uit: “Veel zonneparken worden op voormalige landbouwgrond aangelegd en die zijn zwaar bemest. Daar is de hoeveelheid soorten laag. En waarom komt dat? Door al dat voedsel in de grond, die stikstof. Die planten concurreren met elkaar om voedsel en licht. Maar als er heel veel stikstof is, zijn er een paar planten die de wedstrijd winnen zoals Engels raaigras of een brandnetel en dan hebben andere planten geen kans meer. Dus als je hier meer biodiversiteit wil, meer plantensoorten, moet je zorgen dat je voedsel uit de grond trekt. En het beheer van zo'n zonnepark is daarbij essentieel. En dat is iets wat op heel veel plekken in Nederland, in mijn ogen, nog een stuk beter kan.”
Voedsel uit de bodem trekken
Naast ons begint het ineens hard te zoemen, het geluid komt uit een groot wit apparaat: een omvormer die gelijkstroom omzet in wisselstroom. De zon schijnt en er wordt meteen energie opgewekt. “Als je goed wil beheren, moet je zorgen dat je het voedsel uit die bodem trekt. Je moet dus maaien en het maaisel opruimen. Dat laatste is essentieel. Heel veel parken worden gemaaid, maar daar blijft het maaisel liggen. Dat is makkelijker en goedkoper. Maar vergeleken met de totale business case is het een relatief klein bedrag.”
Nu onderzoekt Van der Zee -kort gezegd- wat de minimale hoeveelheid licht en ruimte is die nodig is voor groei ónder de panelen. Op het park zet hij stukken af van 4 bij 2 meter en telt hij welke soorten er groeien en in welke hoeveelheden. Aan de rand van het park gaat hij op zijn knieën zitten en benoemt zonder aarzelen de soorten. “Dat is een ridderzuring. Dat zijn paardenbloemen, dit is straatgras, een heel gewoon grasje, die bloeit nu. Een slipbladige ooievaarsbek. Kijk, dus er staat hier zeker in die rand wel wat. Dit is het blad van een wilde peen. Als je deze een beetje fijnwrijft, dan ruik je dat wortelloof...” Kamille, geranium, grote ereprijs. “Kijk, nou dit is reukgras, als je hier op kauwt, dan smaakt het een beetje naar karamel.”
Lelijke parken
Van der Zee snapt dat mensen zonneparken lelijk vinden. “Je hebt liever een weiland als uitzicht, dat begrijp ik helemaal. Maar het argument dat het slecht is voor de natuur is minder valide. Als het in een weidevogelgebied ligt, wel. Maar dit was hiervoor een akker waar aardappels geteeld werden, qua biodiversiteit stelt dat niet veel voor hoor. En dan gaan ze er ook met bestrijdingsmiddelen overheen.”
Multifunctioneel
In het regeerakkoord staat dat elk nieuw zonnepark multifunctioneel moet worden aangelegd. Een abstracte kreet, vindt Van der Zee. “Wanneer vinden we iets multifunctioneel? Is één schaap in een zonnepark multifunctioneel? Ik vind dat daar richtlijnen voor opgesteld moeten worden, wanneer vinden we het goed genoeg?’ Van der Zee is daar met het ministerie al een tijdje over in overleg. “Wij kunnen best voor ze op een rijtje zetten wanneer het park echt multifunctioneel is. Maar die opdracht hebben we nog niet gekregen. Zolang je het laat bij zo'n kreet, dan vind ik het een beetje een holle frase. Die moet je verder uitwerken.” Er springt een haas voorbij. De derde al die we zien binnen een half uur. “Hazen lopen een hoop rond op zonneparken hoor. Die kunnen hier lekker rustig aan de gang gaan.”
Hoeveel van de bestaande zonneparken kunnen beter worden beheerd? Het antwoord van Van der Zee doet schrikken: “Zo’n 95 procent.” Komt dat doordat we nog te weinig van natuurbeheer op zonneparken weten? “We weten inmiddels genoeg, maar niet alle bedrijven doen het op die manier. Gedeeltelijk onwetendheid en voor een gedeelte is het misschien ook een financiële kwestie. Waar ligt de sleutel? Dat is natuurlijk bij de gemeentes, want zij moeten de vergunning geven. Zij kunnen voorwaarden stellen bij het verlenen van een vergunning. Oók als het park mocht worden doorverkocht aan een buitenlandse partij.”