De handhaving van het verbod op straatintimidatie wordt effectiever, als de politie versterking krijgt van boa's. Dat verwacht demissionair Justitieminister Dilan Yesilgöz (VDD) althans. In Rotterdam start daarom binnenkort een pilot en Pointer nam alvast een kijkje. Hoe gaat dat straks in zijn werk?
Het is koopavond op de Lijnbaan in Rotterdam. Omdat het behoorlijk koud en nat is, is het niet overdreven druk. De mensen die wél op straat rondlopen, zijn overwegend jong. Buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) Kim en Richenel letten op hoe de groepjes jongeren zich gedragen. Zijn ze luidruchtig? Hoe verhouden ze zich tot ander winkelend publiek? Spreken ze burgers aan, vallen ze mensen lastig? Richenel: "Daar proberen wij preventief tegen op te treden. Gewoon door het gesprek aan te gaan. Jongeren uit bijvoorbeeld Rotterdam Zuid hebben soms bepaalde filters niet. Dat kan overlast geven."
Het uniform
Kim en Richenel werken voor het team Stedelijke Inzet-Jeugd van de gemeente Rotterdam, waar per 1 juli wordt geëxperimenteerd met handhaving van straatintimidatie door boa's. Daarvoor worden ongeveer twaalf handhavers ingezet, die eerst nog een training over het thema zullen volgen. Kim en Richenel kunnen tijdens deze avonddienst dus nog niet laten zien hoe dat gaat, maar wel vertellen wat ze nu al zien gebeuren. Dat is – om te beginnen – eigenlijk nooit straatintimidatie. Kim: "Ik zie het tijdens mijn werk niet zo vaak. Maar dat kan natuurlijk ook aan het uniform liggen."
Op deze bewuste vrijdagavond zien we ook niets gebeuren dat straks niet meer mag. Het biedt de boa's tijd en ruimte om in het wilde weg met jongeren het gesprek aan te gaan. Hiermee houden ze de lijntjes kort. Nu er nieuwe wetgeving aan komt, zijn dat alleen nog maar relevantere gesprekken. Kim: "We vragen bijvoorbeeld of ze weten ze wat straatintimidatie is. Of ze het zelf weleens meemaken. Of ze weten dat het na 1 juli strafbaar wordt. We proberen het onderwerp bespreekbaar te maken bij jongeren."
'Fluiten en sissen ook?'
Daar blijkt genoeg te winnen. Meerdere keren zeggen jonge vrouwen die Kim en Richenel aanspreken dat ze geen problemen ervaren met straatintimidatie, of ze kennen het überhaupt niet. Tot duidelijk wordt wat de definitie zoal behelst. "Fluiten en sissen ook?" vraagt een meisje zichtbaar verbaasd. "Oh ja dat sowieso. Altijd." Een ander doet 's avonds op straat vaak of ze aan het bellen is en laat zich in het donker liever van de tramhalte ophalen dan door de wijk te lopen. Een jongen geef schoorvoetend toe dat hij in Syrië wel eens meisjes nafloot ("als ze te ver weg zijn"), maar hier in Nederland niet meer. "Ik heb gehoord dat je een boete kunt krijgen of zo."
Kim en Richenel wijzen tijdens de gesprekken op het bestaan van een app die de gemeente in 2017 lanceerde. Rotterdammers kunnen daarmee seksuele straatintimidatie melden en als ze dat doen, krijgen boa's een melding waar ze vervolgens op af kunnen. "Dan horen we bijvoorbeeld ‘daar en daar’ staat een groep jongeren en die vallen een vrouw lastig."
De jeugdboa's kunnen op zo’n moment een – zoals ze dat noemen – spiegelreflectie toepassen. Dan stappen ze op een groep jongens af en zegt Richenel zoiets als: "Heren, jullie hebben net een aantal dames op die en die manier aangesproken. Is dat nou echt wijs? Wat zou je moeder of zus denken als ze dat hoorde?" De app is in 2022 in totaal 605 keer gedownload.
De aanpak van seksuele straatintimidatie is voor boa’s dus vooral een kwestie van bemiddelen. Door dat nu zoveel mogelijk te doen, hopen de gemeente, politie en boa's na inwerkingtreding van de nieuwe wet sterk te staan. "We kunnen op deze manier veel informatie ophalen, waardoor we straks precies weten: waar hebben mensen last van? Waar zijn de hotspots? Dan hebben we na 1 juli een beeld van waar we op in kunnen zetten."
In samenwerking met het AD zijn we een grootschalig onderzoek gestart naar plekken in Nederland waar vrouwen zich onveilig voelen. Dat onderzoek loopt nog, meedoen kan hier. Bekijk hier de uitzending over straatintimidatie: