Jarenlang voerde hij strijd tegen de komst van windturbines in de Drentse Veenkoloniën. Nu woont hij naar eigen zeggen in het ‘duurzaamste huis van Nederland’ en helpt hij anderen om te verduurzamen. De 72-jarige Henk Bulder wil vooral het misverstand uit te weg ruimen dat protesteren tegen windturbines hetzelfde is als niet geloven in de energietransitie. “Dat is absoluut niet het geval, mijn huis bewijst dat.”
Het gevecht tegen de turbines in de Veenkoloniën was heftig, met dreigementen en verschillende rechtszaken tot gevolg. Vorige week nog werden twee leden van het actiecomité uit dat gebied - Platform Storm - veroordeeld vanwege het sturen van dreigbrieven aan windmolenbouwers. De bouw van het 45 molens tellende windpark is inmiddels in volle gang. Bulder – die zelf ook een tijd actief was als bestuurder bij het actiecomité – vindt nog steeds dat dit soort grote industriële windturbines niet op land thuishoren. Bulder: “Zet die maar op zee of op een industrieterrein.”
De ‘windmolenactivist’ wacht de oplevering van het windpark echter niet af en verhuist uit het gebied. “Toen mij duidelijk werd dat er via de rechter ook niets te winnen was en het windpark gewoon gebouwd ging worden, ben ik gevlucht. Ik noem mijzelf wel eens de eerste klimaatvluchteling van Nederland. Een verlies van 72.000 euro op de verkoop van mijn huis nam ik op de koop toe.”
Toch gaat hij niet bij de pakken neerzitten. “Je kan niet alleen maar ‘nee’ zeggen, je moet ook zoeken naar alternatieven,” zo licht hij toe. Samen met zijn vrouw maakt hij van de nood een deugd en ontwerpt en bouwt een energieplus-huis. Hij bouwt met zo min mogelijk beton en staal, legt zijn dak vol zonnepanelen, installeert een warmtepomp en spuit muren van kalkhennep. “En zo kan ik nog wel even doorgaan, we hebben echt alle nieuwe technieken ingezet om zo duurzaam mogelijk te zijn.” En dat alles met een negatieve footprint tot gevolg, zo beweert Bulder.
Terugkijkend naar zijn eigen windmolenverzet en de huidige weerstand tegen de bouw van windmolens op land constateert Bulder dat er bij de overheid niet veel is veranderd. “Die hebben niets geleerd van het debacle in de Veenkoloniën.” Volgens Bulder wordt er nog steeds te veel van bovenaf opgelegd en slechts gekeken naar de grootschalige opwek. “Er wordt niet gekeken naar kleinere windmolens.” Als je bij alle veehouders en agrariërs één of twee kleine molens zou neerzetten zou je al een heel eind komen, denkt Bulder. “Of kijk naar clubjes particulieren die gezamenlijk in het buitengebied hun eigen energie willen opwekken. Dan stuit je op veel minder weerstand.”