Uit alle hoeken van het land klinkt er protest tegen windmolens op het land. De meeste mensen willen nou eenmaal niet aankijken tegen een turbine van 250 meter hoog, sommigen vrezen bovendien ook voor hun gezondheid of een verminderde nachtrust. Windmolens verder weg van de bewoonde wereld, in of vlakbij natuurgebieden, stuiten op natuurwetgeving en verzet van natuurliefhebbers.
Met al dat verzet tegen windmolens rijst de vraag: Hoe moet Nederland dan wél de klimaatdoelen halen? Naut Kusters van actiegroep Windalarm ziet de oplossing in windturbines op zee. “Ik ben milieukundige en mijn hele leven staat in het teken van duurzaamheid,” vertelt Kusters. Als ‘parttime’ klimaatactivist protesteerde hij niet alleen tegen de windmolens in Amsterdam, maar ook tegen kolencentrales. “Ik ben dus echt pro-klimaat en het verduurzamen moet ook zo snel mogelijk gaan als kan, maar het moet wel slim gebeuren,” zo betoogt hij.
In het klimaatakkoord is afgesproken dat in Nederland in 2030 de CO2-uitstoot fors is verminderd. Op dit moment zijn daarom dertig energieregio’s op zoek naar geschikte plekken om zonneparken en windmolens te plaatsen op land. Dat moet zo’n 35 terawattuur aan duurzame energie gaan opleveren, bijna een derde van ons huidige elektriciteitsverbruik.
“Het zijn prachtige dingen, die windmolens, maar ze horen niet thuis voor de deur van een volkswijk,” vindt Kusters. En het hoeft ook niet, want volgens hem kunnen er veel meer windmolens op zee worden gezet. Kusters: “De Nederlandse Noordzee is 60.000 vierkante kilometer en dat is anderhalf keer de oppervlakte van het vasteland van Nederland. En als je kijkt naar 2030, dan is ongeveer 3 procent van de Noordzee nodig om 80 procent van onze huidige stroombehoefte op te wekken.”
Delft de natuur het onderspit bij het behalen van de klimaatdoelen? Bekijk onze uitzending terug: