Een groep damherten in de Hoeksche Waard zorgt al maanden voor onrust in de Zuid-Hollandse polder. Sinds de provincie opdracht heeft gegeven om al deze dieren te laten afschieten lopen de gemoederen hoog op. Waarom moeten alle damherten daar het veld ruimen?
Ray, Arie en Jan snappen er niets van dat de groep in het wild levende damherten ineens helemaal weg moet. De populatie loopt al zo’n 20 jaar in het gebied en zorgt volgens hen niet voor overlast. Sterker nog: ze zijn een verrijking. Althans, dat vinden de dierenliefhebbers die dagelijks het gebied ingaan om de dieren te fotograferen. Ray de Boon: “Ik werk eigenlijk in de evenementenbranche en door corona kwam ik thuis te zitten. Het is echt wel een rustpuntje geworden en dat zal het ook wel blijven de komende tijd. De natuur en die herten hebben mij echt geraakt.”
Explosieve groei
De provincie denkt echter anders over de aaibare grazers. Die voorziet problemen, zeker in de toekomst als de roedel verder zal groeien. De populatie van zo’n veertig damherten zou over 2 jaar al gegroeid kunnen zijn tot ruim 120 rekent de provincie voor. Met alle gevolgen van dien. En dan kan je maar beter tijdig ingrijpen, vinden ze. “We zien nu al herten het gebied uittrekken. Ze zullen zich steeds meer gaan verspreiden en steken daarbij wegen over. Dat levert gevaarlijke situaties op. De kans op aanrijdingen, schade en overlast wordt dan aanzienlijk groter.”
Eerder zochten we al uit voor hoeveel landbouwschade damherten in Nederland überhaupt zorgen. In de afgelopen 5 jaar werd er zo’n 54.000 euro aan schadevergoeding uitgekeerd aan boeren die te maken krijgen met vraatschade door damherten. De damherten zorgen daarmee voor relatief weinig schade, vergeleken met andere dieren. Jaarlijks worden in totaal tientallen miljoenen uitgekeerd om landbouwschade te compenseren, waarvan 90 procent voor rekening is van de gans. Kijken we specifiek naar Zuid-Holland en de Hoeksche Waard dan valt op dat daar helemaal weinig schade door damherten wordt geclaimd. De afgelopen jaren werd alleen in 2019 een schadeclaim ingediend, van slechts 750 euro.
Doelredenering
Het lijkt dus op dit moment allemaal nog wel mee te vallen met die vraatschade door damherten in de Hoeksche Waard. Toch lezen we in de verantwoording van de provincie om de dieren af te schieten hele andere schadebedragen, bijna 30.000 euro in 2019. Hoe zit dat?
Volgens de provincie heeft het te maken met de status van het damhert in het gebied en gaat het hier om taxaties die dienen als indicatie. De damherten in de Hoeksche Waard zijn volgens hen ooit ontsnapt en daarna verwilderd. “In de wet is vastgelegd dat de schade die verwilderde dieren aanrichten niet wordt vergoed”, aldus de provincie. En daarom staan deze schades ook niet in de statistieken van de tegemoetkomingsregeling.
Advocaat Marco van Duijn verzet zich namens dierenrechtenorganisaties Fauna4life en Animal Rights tegen het afschot van de roedel in de Hoeksche Waard. Zij begonnen een rechtszaak die erin resulteerde dat er voorlopig niet op de damherten geschoten mag worden in het gebied. Van Duijn trekt de door de provincie opgevoerde taxaties en redenatie in twijfel. “De taxateur heeft de schade helemaal niet gezien en een verhaal opgetekend dat hem is verteld door de betreffende akkerbouwers”, zo stelt hij. “Er wordt gesteld dat dat door damherten is veroorzaakt, maar het kunnen net zo goed reeën zijn.”
Het maakt allemaal deel uit van een doelredenering, zo denkt Van Duijn. “Men heeft het doel om die populatie eigenlijk uit te roeien en zoekt dan naar argumenten en dan wordt er eigenlijk gezegd: ‘Ze gaan schade aanrichten.’ Maar dat hoeft natuurlijk niet, je kan ook allerlei voorzorgsmaatregelen treffen om die schade te voorkomen.” Dat de dieren eigenlijk niet in het gebied thuishoren noemt hij een ‘filosofisch argument’. “Welke dieren horen waar? Honderd jaar geleden waren ze helemaal uitgeroeid en zijn op een gegeven moment weer geïntroduceerd in Nederland. En dan krijg je uiteindelijk weer vaste populaties. En dat is eigenlijk precies wat er in de Hoeksche Waard, en op andere plekken in Nederland, gebeurd is.”
'Voorkomen onnodig dierenleed'
Maar waarom moeten alle damherten weg en is er niet gekozen voor het duurzaam beheren van de roedel? Dat is ook de optie die de dierenliefhebbers Ray, Jan en Arie voor ogen hebben. De Boon: “Wij zijn helemaal niet tegen afschot, maar we begrijpen niet waarom je die roedel niet op een bepaalde grootte kunt houden door er elk jaar een paar af te schieten.”
De provincie Zuid-Holland maakt toch een andere afweging. Beheer zou volgens hen betekenen dat elk jaar 35 procent van de roedel afgeschoten moet worden om de huidige grootte te behouden. “Met tijdig ingrijpen wordt onnodig dierenleed voorkomen”, zo laten ze ons weten. Ze kennen de wens van Ray de Boon en zijn medestanders. “Zij bezoeken de dieren en vinden het leuk om de damherten daar te zien rondlopen. Daarbij houden zij geen rekening met andere (maatschappelijke) belangen waaronder dierenleed en verkeersveiligheid”, aldus de provincie.
Gevaarlijke verkeerssituaties
Ray de Boon begrijpt daarentegen niet waarom er aan die verkeersveiligheid niet meer gedaan kan worden om zo de dieren veilig door het gebied te laten lopen. En blikschade bij automobilisten te voorkomen. Ook dat kan veel dierenleed voorkomen. “Het is een dijk en een paar landwegen waar je maximaal 60 kilometer per uur mag rijden. Als ze aan het begin van die wegen een bord neerzetten, dan scheelt dat misschien toch al heel wat”, betoogt De Boon. “Dan weten mensen dat ze wat voorzichter moeten rijden.”
Faunarasters kunnen aanrijdingen fors verminderen
Of de borden die De Boon voorstelt echt werken, daar zijn de meningen over verdeeld. Volgens de wetenschap is het effect nihil, zo vertelt de Wageningse ecoloog Edgar van der Grift (WUR). Hij ziet wel dat er in algemene zin bij conflicten tussen wild en verkeer vaak naar afschot wordt gegrepen. “Soms ook te snel”, aldus de ecoloog. Van der Grift doet onderzoek naar wildaanrijdingen met grote grazers, zoals het damhert, en constateert dat er vaak wel degelijk andere mogelijkheden zijn om het aantal aanrijdingen te verminderen. Zogenoemde faunarasters (hoge omheiningen om een gebied, red.) kunnen het aantal aanrijdingen met wel 90 procent of meer verlagen, aldus de onderzoeker.
Volgens de provincie Zuid-Holland zijn rasters in de Hoeksche Waard niet de oplossing. Het gebied is ‘erg open en weids’ stelt de provincie, waardoor preventieve maatregelen niet kunnen garanderen dat aanrijdingen worden voorkomen. De provincie wijst erop dat de hekken wel minstens 2 meter hoog moeten zijn en eigenaren en beheerders van het land en de wegen daar zelf verantwoordelijk voor zijn. “Al met al lijkt dit ondoenlijk, maar ook onwenselijk: hekken kunnen ook een belemmerend effect hebben op andere dieren.”
Update 28-09-2021
Damhert lijkt te moeten wijken voor ree
In de Hoeksche Waard lijken ze inderdaad voorrang te willen geven aan die andere dieren, zo blijkt uit een telefoongesprek met Mariëtte Huber van Faunabeheereenheid Zuid-Holland. In een zogenoemde FBE zijn jachthouders, boerenorganisatie LTO en maatschappelijke organisaties verenigd om de provincie te adviseren over het wildbeleid. "Soms moeten er keuzes gemaakt worden”, stelt Huber vast. Ze legt uit dat in een ander gebied in Zuid- en Noord-Holland heel veel damherten rondlopen. “En de reeën doen het daar gewoon heel slecht. Dus daar hebben we gekozen voor het damhert, min of meer. Maar op andere plaatsen kies je voor het ree.” Een valide reden, zo vindt ze. “Schade aan de flora en fauna is ook een reden voor beheer.”
De rechter zal waarschijnlijk in november uitspraak doen over de zaak.