“Dit soort grensoverschrijdend gedrag is structureel, denk ik.” Alexander Buskermolen, directeur van het Prinses Christina Concours, reageert op de uitzending van Pointer over grensoverschrijdend gedrag in de klassieke muziek. Daarin vertellen studenten hoe ze gekleineerd worden door hun docent en hoe ze seksueel worden lastiggevallen. Met grote gevolgen; studenten worden depressief of stoppen zelfs met hun studie. Maar waardoor ontstaat deze cultuur en waarom houdt het stand?
De studenten die zich bij ons meldden, zitten in Amsterdam, Tilburg en Utrecht op school, maar het gedrag komt overal voor denkt Buskermolen. Hij is zelf opgeleid tot klassiek pianist en kent de situatie in de sector van binnenuit.
Tot de grond toe afbranden schadelijk voor student
Hij schrikt niet van de verhalen die de studenten ons vertellen. “Het getuigt van weinig pedagogische kennis en vaardigheden als je zo met je studenten omgaat. Dan heb je je rol als docent niet helemaal begrepen.” Het is enorm schadelijk voor de student, zegt Buskermolen. “Op het podium staan is kwetsbaar, het is al spannend genoeg. Je hebt moeilijke muziek voor je neus, je bent in opleiding, je maakt fouten. Je ouders, vrienden en medestudenten zitten in de zaal, dat zorgt voor veel druk. Dan heb je positieve aanmoediging nodig en niet dat je tot de grond toe wordt afgebrand.”
Het loodgieter-effect: wie was die prutser voor mij?
Buskermolen denkt wel dat er onderscheid is tussen de oude en nieuwe generatie docenten. “De voorbeelden die ik uit eigen praktijk ken van de oude stempel, noem ik het loodgieter effect: als je bij een nieuwe docent komt, zegt deze dat alles wat de oude docent je heeft aangeleerd niet klopt. Zoals de loodgieter ook altijd zegt: wie was die prutser die dit heeft aangelegd? Een klein deel van de oudere generatie docenten – ik wil zeker niet generaliseren – vindt het nodig om de eigen visie op techniek, op muzikaliteit van nul af aan op te bouwen. Terwijl, als je op het conservatorium komt, heb je al een verleden met één of meerdere docenten en die hebben hun best gedaan om je verder te brengen in de muziek, je techniek aan te leren. En als je dan hoort dat het niet deugt, heeft dat impact.”
Grote namen niet uitgekozen om hun didactische vaardigheden
De grote vraag is natuurlijk hoe deze cultuur is ontstaan in de klassieke muziek. Buskermolen: “Docenten worden op een voetstuk geplaatst. Conservatoria doen veel moeite om grote namen aan zich te binden, om zo studenten te trekken. Dan creëer je een cultuur waarbij het niet makkelijk is de hoofdvakdocent aan te spreken op zijn of haar gedrag. En er is weinig controle.” Bij de staf van het conservatorium is er angst om goed te controleren hoe het staat met de didactische vaardigheden van een docent met een grote naam. “Als ik eerlijk ben, worden ze daar niet persé op uitgekozen. Ze worden uitgekozen op de eigen carrière en hun eigen spel. En niet op hun grote didactische vaardigheden.” En hoe zit het met die controle? “Bij mijn weten loopt de staf van een conservatorium niet geregeld binnen bij een les om te kijken hoe het er aan toe gaat. Het is een één op één situatie tussen docent en student achter gesloten deuren.”
Eén op één les gebruikelijk in klassieke muziek, altijd een risico
Deze één op één lessituatie is de romantiek en het gebruik in de klassieke muziek, vertelt Buskermolen. “Het is een overdracht van ambacht. En grote artiesten hebben vaak enorme kennis, zij hebben zelf ook weer les gehad van grote artiesten, dus die kennis wordt één op één doorgegeven.” Hij benadrukt: “Als je één op één onderwijs hebt, is er áltijd een risico. Voor de leerling is het moeilijk om het grensoverschrijdende gedrag aan de kaak te stellen.” Want er is geen sprake van een gelijkwaardige relatie.
“In een goed werkend systeem zouden er checks and balances moeten zijn op het conservatorium. Het advies ‘ga het zelf maar uitzoeken met je docent’ is volgens mij niet de juiste route, dan is het niet raar dat een student zich niet gehoord voelt.”
Conservatoria leiden te veel studenten op, dat creëert schaarste
En dan is er nog een onderliggend probleem, de voedingsbodem waardoor grensoverschrijdend gedrag wordt geaccepteerd: de markt voor beroepsmusici is heel klein. “Ik weet dat studenten erg opkijken tegen hun docenten, zich afhankelijk voelen. Het is heel belangrijk dat je goed afstudeert met goede cijfers en goede kritieken. Er is enorme schaarste, de klassieke muziek is een kleine economie. We leiden per jaar op de zeven conservatoria nog steeds veel meer studenten op dan de beroepspraktijk nodig heeft. Ook internationaal. Dat zorgt voor een enorme schaarste en dus een bepaalde machtsverhouding tussen docent en leerling.”
Jongeren kunnen nog niet voor zichzelf opkomen
Het Prinses Christina Concours heeft twee jaar geleden een code kinderbelang opgesteld. “Dat is een gedragscode omdat wij werken met kinderen en jongeren, die nog niet voor zichzelf kunnen opkomen.” Er ligt bijvoorbeeld een grote verantwoordelijkheid bij de juryleden om de juiste woorden te kiezen bij de jurygesprekjes en opbouwende kritiek te geven. “De intentie van het concours is een veilige leeromgeving te bieden voor studenten. En dat moet je helaas heel expliciet opschrijven. Maar dat scherpt ons in ons eigen werk om alert te zijn op vervelende situaties. We dragen deze code uit naar de hele sector.”
Grensoverschrijdend gedrag in de klassieke muziek