6,5 uur per week is een basisschooldocent in Nederland kwijt aan administratie, stelt Laurens Dassen van Volt. Hij zit daarmee iets hoger dan eerder onderzoek aantoonde, maar door het lerarentekort is de last sindsdien toegenomen. Ook zijn stelling dat docenten daardoor uitvallen en er minder animo is voor het vak, wordt bevestigd door experts en onderzoeken.
Deze factcheck is uitgevoerd in het kader van de gezamenlijke factcheckmarathon van het AD, Nieuwscheckers en Pointer (KRO-NCRV) in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november 2023. Bekijk hier alle factchecks.
De uitspraak
“Voor het lerarentekort moeten we in ieder geval zorgen dat de administratieve druk flink omlaag gaat. Leraren zijn nu 6,5 uur per week bezig met administratieve lasten.” Dat zei Laurens Dassen, lijsttrekker van Volt, op 7 november in Nieuwsuur.
Hij reageerde op een bezorgde docent die hem een vraag stelde: “Ik ben heel erg benieuwd hoe u de huidige leerkrachten wilt behouden. Dus hoe zorgt u ervoor dat ze op een fijne manier in het vak kunnen blijven staan?” Volgens een collega van haar is het met het lerarentekort namelijk niet vijf voor, maar vijf na twaalf.
De toelichting
In het verkiezingsprogramma (pdf) maakt Volt voor vijf sectoren melding van administratiedruk: in de kinderopvang, bij zorgaanbieders, voor buitenlandse bedrijven, bij ondernemers, en het onderwijs. Cijfers hoe groot die druk is, meldt Volt niet.
De woordvoerder van Volt weet waar Dassen zich op baseert: het rapport ‘Tijdsbesteding leraren po en vo’ (pdf) uit januari 2017. Dit is geschreven door de Algemene Onderwijsbond (AOb), de vakbond voor onderwijzend, ondersteunend en onderzoekend personeel, van primair onderwijs tot universiteit. “Hierin staat dat leraren 5.7u per week aan administratieve lasten kwijt zijn. Hij had zich het getal alleen iets anders herinnerd dus zat er een halfuurtje boven.”
De analyse
Een halfuurtje erboven is - volgens het rapport in kwestie - wat positief verwoord. Ja, docenten in het primair onderwijs gaven aan dat zij 5,7 uur kwijt zijn aan administratie. Zij besteden daardoor 12 procent van hun tijd aan administratie. Maar bij het voortgezet onderwijs daalt dat al naar 4 uur. Dat komt omdat zij veel minder groepsplannen en rapporten hoeven te schrijven.
Maar dat was in 2017. We zijn inmiddels zes jaar verder, en het is er niet beter op geworden. Door de enorme tekorten aan leraren worden klassen samengevoegd. Hierdoor krijgen leraren nóg meer administratieve taken, stelt AOb-woordvoerder Floor de Booys. “Met zes uur per week zit hij er dus niet ver naast.”
Groepsbesprekingsvoorbereidingsformulier
Ongeacht het exacte aantal uren, ervaren docenten de administratieve lasten als de belangrijkste oorzaak voor werkdruk. Toen NOS in 2017 hiernaar onderzoek deed, plaatste maar liefst tweederde van de 700 ondervraagde docenten het administratieve werk in de top-drie.
Bovendien lijkt er sprake van een Dutch Disease. Uit onderzoek van de Onderwijsraad in 2021 blijkt dat Nederlandse leraren ruim anderhalf keer zoveel tijd besteden aan administratie dan hun Europese collega’s. Met alle gevolgen van dien: 12 procent van de docenten is actief op zoek naar ander werk, 18 procent van de afgestudeerde pabo-docenten is binnen vijf jaar alweer vertrokken, en 9 procent doet dat binnen een jaar.
Waar die administratieve druk uit bestaat, illustreert basisschooldocent Alfons Bakker treffend op LinkedIn: “Groepsplannen, individuele handelingsplannen, OP, OPP, cito-analyses, soc.emo. observatieformulieren, groepsbesprekingsvoorbereidingsformulier ( 2 x woordwaarde;) ), Iris connect bespreking, verslagnotities van oudergesprekken, individuele kindgesprekken, voortgangsgesprekken, rapportgesprekken + verslaglegging, MDO- overleg, werkgroepenoverleg, bavo-overleg, bouwvergadering, werkvergadering, studiedagen.....enne....o ja, we geven ook nog gewoon goed les. Is dit duidelijk genoeg?”
Niet radicaal het roer om
Volgens De Booys zijn er prima oplossingen voorhanden, zoals de administratieve last uit handen geven aan onderwijsondersteuners. Ook het leerlingvolgsysteem kost veel tijd. “We leven in een tijd dat er veel gemonitord wordt, maar de balans is er nu uit. Al die tijd gaat ten koste van lesgeven of van bijvoorbeeld wat extra aandacht aan een kind die net zijn vader is verloren. Leraren komen daardoor moe en onbevredigd thuis. Ze besteden te veel tijd aan de verkeerde dingen. Daar lopen ze op stuk.”
AOb pleit daarom voor een brede maatschappelijke discussie over de wenselijkheid van die volgsystemen. “Iets minder monitoring betekent meer bevrediging voor leraren”, stelt De Booys. ”We willen niet radicaal het roer omgooien, maar wat meer balans.”
Conclusie
Volt-lijsttrekker Laurens Dassen heeft gelijk: Nederlandse docenten besteden voor hun gevoel te veel tijd aan administratie, zowel in absolute zin (wat hun werkplezier aantast en het lerarentekort opstuwt) als in relatieve zin (Europese collega’s doen veel minder aan administratie). Of het exact 6,5 uur is, is onduidelijk (de Algemene Rekenkamer doet er onderzoek naar, maar dat verschijnt pas in de loop van 2024), maar aannemelijk genoeg om te concluderen dat zijn uitspraak klopt.