De Nederlander is verknocht aan z’n auto, en dat komt vooral omdat we primitieve beestjes zijn. Uit klimaatoogpunt is het niet handig dat we zo in elkaar zitten. Waar komt die autoverslaving vandaan? En hoe komen we ervan af?
Het autobezit in Nederland blijft stijgen, en ondertussen worden er jaar op jaar bushaltes in jouw buurt geschrapt. In het klimaatakkoord staat dat we niet alleen het OV willen verbeteren, maar ook dat we het wagenpark willen vergroenen en verkleinen, om de klimaatdoelen te halen.
Alle Nederlandse personenauto’s samen zijn verantwoordelijk voor de ongeveer de helft van de uitstoot van al het verkeer en vervoer. Als we dus de auto zouden laten staan of zelfs weg zouden doen, valt er, klimaat technisch, veel te winnen.
Onaantastbaar en alleen op de wereld
Maar dat is zo makkelijk nog niet, als je bedenkt hoezeer we verknocht zijn aan onze auto’s. Wanneer je het psychologisch bekijkt, dan blijkt dat de auto appelleert aan een primitief deel van onze hersenen, het zogenaamde ‘zoogdierenbrein’, zo vertelt verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen. “De auto geeft ons een gevoel van anonimiteit, we wanen ons ongezien, waardoor we grenzen verleggen. We vertonen risicovoller gedrag dan wanneer we niet beschermd zijn door die stalen cocon.”
De auto biedt ons ook personal space, wat herleidbaar is naar territoriumgedrag. In de auto zit je lekker alleen en heb je geen vreemden in de buurt. “Dat territoriumgedrag zie je ook terug in de trein, als mensen hun tas op de stoel naast zich zetten om toch een beetje alleen te kunnen zijn.”
De auto is een verlengstuk van onze huiskamer, met onze eigen troep en onze eigen geurtjes
We identificeren ons ook met de auto. De auto is een verlengstuk van onze huiskamer, met onze eigen troep en onze eigen geurtjes. Het is ónze auto, niet een auto. “Ga maar na”, zegt Tertoolen, “als je iemand vraagt waar zijn auto geparkeerd staat zegt hij vaak ‘Ik sta daar’, en niet ‘Mijn auto staat daar’.” Wij zijn onze auto.
Er is gewoon geen alternatief
Op steeds meer plekken in Nederland is het onmogelijk om binnen afzienbare tijd belangrijke voorzieningen zoals ziekenhuizen of scholen te bereiken met het openbaar vervoer. Ook naar werk of opleiding reizen kost, zeker op het platteland, vaak veel meer tijd met het OV dan met de auto. Uit data van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat er in de afgelopen vijf jaar ruim 500 bushaltes verdwenen. Op veel van dit soort plekken blijkt een auto onmisbaar.
“Je hebt gewoon geen alternatief”, zegt Hannah Cardinaal, die zich inzette voor alternatief openbaar vervoer in haar woonplaats Ransdorp, vlakbij Amsterdam. Daar verdwenen twee buslijnen in de afgelopen vijf jaar. Toen ook de subsidie voor de vervangende oproeptaxi verviel, werd het dorp feitelijk afgesloten van toegankelijk OV. “Gelukkig hebben we de auto nog”, zegt Cardinaal. Maar het autobezit per huishouden steeg in Ransdorp met ruim een vijfde, en zo blijft de uitstootvermindering daar nog wel even uit zicht.
Bovenop de apenrots
Terug naar de psychologie. Behalve lekker alleen zijn in je auto, roept de auto ook het gevoel op dat je boven op de apenrots zit. “Een gevoel van macht en kracht”, zo omschrijft Tertoolen het. “Mensen gaan zich anders gedragen als ze alleen in de auto zitten en kunnen zich daar bovendien even afreageren. Weer die promotie niet gekregen? Ruzie thuis? In de auto raak je dat kwijt.”
De auto geeft ook een gevoel van vrijheid. De auto is van ons, ook als we stapvoets over de A2 gaan. Reclamemakers spelen handig in op dat gevoel. Verkeerspsycholoog Tertoolen verwijst naar autoreclames die vrijwel zonder uitzondering worden gefilmd in een wijds landschap of een lege stad. “Geen realistisch beeld, maar zelfs in de file geeft een auto ons ook dat gevoel.”
En zo ga jij toch met het openbaar vervoer
Op het OV moet je voor langere tijd kunnen rekenen, alleen dan kan het een alternatief zijn voor de auto. “Mensen passen hun gedrag alleen aan als er óf een crisis plaatsvindt, of als hun leven een grote verandering ondergaat”, zegt mobiliteitsexpert Wijnand Veeneman van de TU Delft. Als je bijvoorbeeld kinderen krijgt, kan het ineens noodzakelijk zijn om een auto te hebben. Of als er een pandemie uitbreekt, en het reizen met de bus wordt afgeraden, dan heb je een reden om een auto te kopen.
Maar als het OV voor lange termijn, echt decennia, op dezelfde manier wordt ingericht en jij erop kan rekenen dat je jaar in jaar uit met de bus naar je werk kunt, dan hoef je géén auto te kopen. In de provincies Groningen en Drenthe is het zo geregeld en daarom gelden die provincies als voorbeeld voor andere regio’s.
Dit stuk is geschreven in de trein
Als we willen dat het openbaar vervoer populairder wordt, dan moeten we niet doen alsof we in de trein ook zo lekker boven op de apenrots kunnen zitten. “De trein legt het in die opzichten gewoon af tegen de auto”, zegt Tertoolen. En autoliefhebbers trappen daar heus niet in, die zien echt wel in dat de trein niet de privacy en het gevoel van vrijheid biedt, zoals ze gewend zijn van de auto.
Waar je wel over moet praten als je reclame wil maken voor het OV is het unique selling point van de trein; je levert geen tijd in. “In de trein kun je werken, in de auto op zijn hoogst wat telefoontjes doen, en dan moet je er maar net genoeg op de planning hebben”, aldus Tertoolen. Een stuk schrijven, zoals dit, dat kan in de auto (voorlopig nog) niet.