Per 1 juli 2022 kunnen slachtoffers van werk met gevaarlijke stoffen een tegemoetkoming krijgen van 20.000 euro. Dat geld komt uit een nieuw, nationaal fonds dat werkgevers vullen. Dat is één van de uitkomsten van een rapport van de commissie-Heerts die onderzocht hoe de schadeafhandeling van beroepsziekten in de toekomst gemakkelijker kan worden. We spreken oud-FNV-voorzitter en tegenwoordig burgemeester van Apeldoorn Ton Heerts voor ons onderzoek Ziek door mijn werk. Is zo’n fonds genoeg of toch een beetje een magere uitkomst? “Dit is wat wij op dit moment hebben kunnen bijdragen.”
Bruno Bruins, oud-minister voor Medische Zorg, wordt ‘verkenner’ voor het nieuwe fonds. Bruins zal onder meer een lijst opstellen van ‘stoffengerelateerde beroepsziekten’ die de basis wordt voor de vergoeding.
Waarom dit fonds? Wie in Nederland denkt ziek te zijn geworden door zijn werk, heeft nu vaak een lange weg te gaan als hij zijn werkgever aansprakelijk wil stellen voor zijn gezondheidsklachten. Zaken van 5, 10 of zelfs 15 jaar zijn geen uitzondering.
Alsnog een rechtszaak
Voor mensen die met gevaarlijke stoffen hebben gewerkt en die straks een vergoeding hebben gekregen uit het fonds, ligt de weg vrij om alsnog een rechtszaak aan te spannen tegen hun oud-werkgever. Zo kunnen ze er mogelijk een hogere schadevergoeding uitslepen. Het fonds garandeert dus niet dat mensen straks niet meer jarenlang in juridische procedures terechtkomen. Heerts: “Die garantie kan op voorhand niet worden gegeven.
Dit was het advies dat op brede steun kon rekenen van de sociale partners en uiteindelijk hoop ik dat dit allemaal bouwstenen zijn op weg naar een betere wereld.”
Heerts vertelt dat zijn commissie bewust heeft gezocht naar een oplossing buiten het juridische domein. Als aannemelijk is dat iemand ziek is geworden door het werken met een bepaalde gevaarlijke stof, dan krijgt diegene een vergoeding.. Hij of zij hoeft dus niet met keiharde bewijzen te komen dat er een causaal verband is tussen ziekte en werk, zoals wel het geval is bij een rechtszaak.
Bewijslast moet weg bij de zieke werknemer
Waar zou Heerts in een ideale wereld willen uitkomen? “Je moet uiteindelijk de bewijslast bij het individu, die tegen machtige verzekeraars en grote werkgevers en systemen moet vechten, weghalen. Het individu moeten we in de kern beschermen. Dat doe je door op het moment dat een aantal artsen zegt ‘dit moet haast wel gekomen zijn door het werk’, de bewijslast in feite om te keren. Dan is het aan de werkgever om te bewijzen dat de ziekte niet door het werk is ontstaan. Wij hebben deze verandering in het aansprakelijkheidsrecht nog niet kunnen bewerkstelligen, maar ik ben ervan overtuigd dat het debat nu niet meer van tafel gaat.”
Daarnaast denkt Heerts dat een tegemoetkoming van het fonds ook kan helpen als een werknemer alsnog een zaak aan wil spannen tegen zijn oud-werkgever. “Op het moment dat jij die 20.000 euro hebt gekregen, dan is dat natuurlijk wel een stap, want deskundigen hebben dan wel gezegd dat het aannemelijk is dat je ziek bent geworden door het werken met een gevaarlijke stof. Die erkenning, blijkt ook uit gesprekken die wij met vele slachtoffers hebben gevoerd, is al een belangrijke stap.”
Moet er niet een alternatief komen voor die hele juridische procedure, die zomaar 20 jaar kan duren? Heerts: “Er ligt nog heel veel werk. Het werk van de commissie, dat steentje heb ik kunnen bijdragen, maar er ligt nog heel veel werk.”
Maandag in Pointer, om 22:20 uur op NPO2: Ziek door mijn werk