Bewoners van Heinenoord probeerden jarenlang de komst van windmolens tegen te houden, zonder succes. Niet dat ze tegen windmolens zijn, of de doelen uit het Klimaatakkoord niet onderschrijven. Maar waarom moesten de molens juist daar komen? Ondanks de onvrede van bewoners komen er uiteindelijk toch vijf windmolens langs de Oude Maas vlakbij een natuurgebied te staan. Welke mogelijkheden hebben burgers om bezwaar te maken tegen de komst van een windmolenpark? En wat zijn hun kansen? We vragen het twee ervaren advocaten.
Tijdens ons onderzoek Klimaatconflict in de polder komen wij veel bewonersgroepen tegen die naar de hoogste rechter gaan om de komst van een windmolenpark tegen te houden. Advocaat Peter de Lange stond in 2017 een stichting bij toen de zaak rondom de Oude Maas naar de Raad van State ging. Na een proces van 2 jaar verloor de stichting de zaak alsnog waardoor vijf windmolens vlakbij Natura 2000-gebied, beschermde natuur, komen. “Het lijkt soms wel alsof de wil van gemeentes wordt doorgedrukt, of er nu naar burgers wordt geluisterd of niet”, vindt De Lange.
Wanneer maken burgers kans en wanneer juist niet? Allereerst moet je volgens de advocaat door de rechter worden gezien als iemand die een belang heeft om bezwaar te maken, in dit geval tegen de bouwvergunning van de molens. Denk bijvoorbeeld aan iemand die vlakbij een gebied woont waar windmolens komen. Dit heet dan een algemeen belang. “Stel, de tiphoogte van een windmolen is 180 meter. Bewoners die binnen een straal van tien keer de tiphoogte, in dit geval 1800 meter, wonen zijn dan belanghebbend en kunnen bezwaar maken.”
Onmogelijke klus
Omwonenden kunnen niet alleen bezwaar maken vanwege hun woonafstand tot de molen, maar ook omwille van de natuur die daaromheen ligt. Wanneer heeft iemand een belang bij het behoud van de natuur? De Lange vertelt dat het voor omwonenden lastiger is om daartegenin te gaan. In de zaak van Heinenoord verloor de stichting het hierop. “Als je je als burgers verenigt via een stichting, maar niet in je doelstellingen hebt staan dat je bijvoorbeeld vleermuizen in het gebied wil beschermen, dan kun je volgens de rechter geen bezwaar maken.”
Hoewel de vijf molens in Heinenoord niet middenin Natura 2000-gebied staan, ze staan er wel vlakbij. Bovendien staat één turbine wel degelijk in beschermd natuurgebied, geen Natura 2000, maar wel onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland. “Dat beschermingsniveau wordt dus blijkbaar zomaar opgeofferd om die dingen daar neer te zetten, terwijl er al zo weinig bos daar is. Waarom kunnen ze dan niet ergens anders worden neergezet”, vraagt De Lange zich af. “Het lijkt alsof er minder naar de bescherming van de natuur wordt gekeken.”
Een club die wel als belanghebbende kan worden gezien wat betreft het natuurbelang zijn bijvoorbeeld lokale natuurorganisaties. In de omgeving van Heinenoord is dat Hoekschewaards Landschap. Henk Malta, coördinator van de werkgroep milieu en planologie, vertelt dat de vereniging dacht dat het tegenhouden van de molens een onmogelijke klus zou worden. “In andere delen van het land zijn dit soort zaken ook geweest, er is bijna geen kans op succes merkten we.” Veel geld in een rechtszaak steken zag de vereniging daarom niet zitten.
“We hebben nu maar geaccepteerd dat de molens er komen. We hebben wel contact met de ontwikkelaar over het compenseren van het bos. Zo kunnen we de schade toch een beetje beperken.” Barendrechter René van Oosten kijkt straks uit op de windmolens in Heinenoord en voerde actie tegen de plannen. Toch heeft ook volgens hem een rechtszaak weinig zin: “Ik heb nooit ergens gezien dat inwoners bezwaar maakten en dat hun gemeente ernaar luisterde. Wat windmolens betreft hebben we hier niks te winnen in Nederland.”
Goed voorbereid
Anne van Nus is een andere zogeheten ‘windmolenadvocaat’. Zij voert al jarenlang zaken tegen de komst van windmolens, ook molens die gepland staan in of bij natuurgebieden. Ze snapt het gevoel van veel mensen wel. “De Nederlandse wetgeving rondom dit soort zaken is zo complex. Het valt bijna niet goed uit te leggen.” Wat ze ook ziet gebeuren is dat er altijd ecologische rapporten worden gemaakt om de natuureffecten van windmolens te onderzoeken voordat ze geplaatst worden. “De totstandkoming van die rapporten brengt veel onzekerheden met zich mee, mede doordat het exact bepalen van een populatie van een bepaalde diersoort lastig is”, vertelt ze.
“Je zou denken dat er ter preventie geen windmolens neergezet worden, maar in de meeste gevallen geeft de rechter toch het voordeel van de twijfel.” Er wordt volgens haar dan natuur opgeofferd terwijl er niet duidelijk is welke effecten de turbines precies op dat gebied hebben. Ze kan er met haar hoofd niet bij. “Wat is dan het belang van het hebben van natuur? Wat heb je dan aan de klimaatdoelen als de natuur het niet overleeft? Onze kinderen moeten toch opgroeien met natuur en dieren om zich heen?”
Ook al klinkt het volgens haar nu als een verloren zaak, burgers kunnen volgens haar soms wel degelijk wat tegen de komst van windmolens doen. Een uitbreiding van Windpark Delfzijl is een aantal jaar geleden, via haar optreden als advocaat, tot dusver voorkomen door de procedures van de burgers. Het lukt dus soms wel.