Vrouwen voelen zich vaak onveilig op stations, in het OV, in parken en in uitgaansgelegenheden, blijkt uit de enquête van Pointer (KRO-NCRV) en het AD onder duizenden Nederlandse vrouwen. Kamerleden en Statenfracties schrikken van de resultaten en trekken aan de bel bij bestuurders: wat gaan zij doen om het gevoel van veiligheid te verbeteren?
Ruim 7400 vrouwen vulden na een oproep van Pointer en AD de enquête over onveilige plekken in. Negen van de tien respondenten gaf aan dat ze zich onveilig voelen op (trein-, metro-, en bus) stations, 82 procent voelt zich onveilig in het ov. De resultaten bleven niet onopgemerkt: diverse media bespraken het onderzoek, er werd gediscussieerd op online fora en ook onder politici gingen de resultaten rond.
'We doen iets niet goed als samenleving'
GroenLinks-PvdA Kamerlid Mutluer maakt zich zorgen over de schrikbarend hoge cijfers. Samen met fractiegenoot De Hoop stelt ze daarom Kamervragen aan demissionair minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat en demissionair minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid. “Het mag niet zo zijn dat vrouwen zich zo vaak onveilig voelen dat ze bepaalde plekken gaan vermijden of pepperspray op zak moeten dragen om zich te beschermen. Dan doen we iets niet goed als samenleving.”
De Kamerleden willen weten of de ministers in gesprek zijn met gemeenten, ov-bedrijven en/of reizigersvereniging Rover “over de schrikbarend hoge percentages vrouwen die zich onveilig voelen in het ov en op stations”. En of daar al concrete acties zijn uitgekomen. “Wat mij betreft worden er zichtbare maatregelen getroffen om de veiligheidsgevoelens van vrouwen in de openbare ruimte te verbeteren, met name ’s avonds en ’s nachts. En wordt veel meer rekening gehouden met hun behoeften bij de inrichting van onze openbare ruimte en bij ov-stations”, aldus Mutluer.
Andere aanpak nodig
In Amsterdam trekken de fracties van GroenLinks en D66 aan de bel. Ze gaan onder meer in op de reactie van de NS die zegt geen apart beleid voor mannen, vrouwen en overige groepen te maken als het gaat om veiligheid. “We willen dat iedereen zich veilig voelt in onze treinen en op onze stations”, zeggen ze in een reactie in onze uitzending. De fracties van GroenLinks en D66 delen deze ambitie maar vinden wél dat de realiteit een gendersensitieve aanpak vergt. Ze vragen het College om deze eis te stellen via de concessie.
Ook in Zuid-Holland willen partijen meer aandacht voor de veiligheid van vrouwen in het openbaar vervoer. GroenLinks-PvdA vraagt aan het provinciebestuur om de veiligheid van vrouwen en non-binaire mensen terugkerend te monitoren. Want, zo staat op hun website: “Toegankelijk en veilig openbaar vervoer voor iedereen is ons streven. Ook in de avond. Ook in je eentje. Daarvoor is het nodig om bij onderzoeken naar toegankelijkheid en veiligheid oog te houden voor verschillen.”
In de provincie Groningen worden ook schriftelijke vragen gesteld aan het provinciebestuur. De Groningse Statenfracties van GroenLinks, D66, Partij voor de Dieren en Partij vóór het Noorden willen ook dat er meer gedaan wordt om vrouwen een veilig gevoel te geven in het openbaar vervoer en op stations.
De provincie Limburg gaat een stapje verder. Zij stellen een onderzoek in naar de veiligheid van vrouwen in het ov. Dat gebeurt op verzoek van Provinciale Staten, die een motie aannamen van het PvdA-Statenlid Aleida Berghorst. “Zodat we aan vrouwen kunnen vragen: wat heb je nodig om een station voor jou veiliger te laten voelen? We gaan het probleem met deze motie niet oplossen, dat is een utopie. Maar als we met vrij eenvoudige maatregelen maar 1 procent van de gevallen kunnen voorkomen, dan moeten we dat niet nalaten”, aldus Berghorst.
Mannen
De verantwoordelijkheid voor een veilig gevoel op openbare plekken ligt volgens Kamerlid Mutluer niet alleen bij de overheid. “Er ligt hier een belangrijke taak voor de mannen van Nederland”, zegt ze. “Als vrouwen zich structureel onveilig voelen ’s avonds op openbare plekken, zijn we niet meer het progressieve gidsland dat we ooit waren.”