De overheid moet in de toekomst vaker opdraaien voor extra kosten bij grote infrastructurele projecten. Dat zeggen juristen tegen Pointer. Deze projecten kunnen door problemen met de ondergrond soms miljoenen euro’s duurder uitvallen dan begroot. Het gaat dan om kosten voor alles wat er mis kan gaan tijdens bouwwerkzaamheden in de bodem, waar van tevoren geen rekening mee is gehouden. Deze extra miljoenen moeten nu vaak nog door de bouwbedrijven zelf betaald worden.
Dat bouwers nu vaak zelf moeten betalen komt door het gebruik van een veroudert bouwcontract dat nu nog vaak wordt gebruikt bij dit soort projecten. De UAV-GC 2005, zoals deze contractvorm heet, wordt op dit moment vernieuwd en wordt de UAV-GC 2020. In de conceptversie van het contract staat beter omschreven wie er aansprakelijk is bij onvoorziene gebeurtenissen in de ondergrond. Betrokken juristen zijn het erover eens dat op die manier risico’s, die samenhangen met de ondergrond, duidelijker bij de opdrachtgever komen te liggen. Hierdoor zal de opdrachtgever vaker moeten gaan betalen.
Risicoverdeling oneerlijk verdeeld
“De risicoverdeling voor onvoorziene gebeurtenissen in de ondergrond is op dit moment oneerlijk verdeeld”, zegt Dick van Werven, jurist bouw- en aanbestedingsrecht bij Bouwend Nederland. “Mede hierdoor tekenen bouwbedrijven liever niet meer in op grote infrastructurele projecten”, zegt advocaat bouwrecht Rob Bleeker van Rozemond Advocaten vanavond in Pointer op NPO Radio1.
“De winstmarge voor bouwers is al niet zo groot, dus dan is het risico simpelweg te groot”. Beide juristen zijn betrokken bij de totstandkoming van de herziening van het contract.
Onderzoeksbureau McKinsey concludeerde in 2019 al dat het in de toekomst kan gebeuren dat niemand meer inschrijft op aanbestedingen voor complexe werken.
Enorme kostenoverschrijdingen
Met de huidige variant van het contract is de opdrachtgever maar beperkt verplicht om zo goed mogelijk in kaart te brengen wat zich afspeelt in de ondergrond en bouwbedrijven daarover te informeren. Als de verstrekte informatie niet of onvolledig wordt verstrekt kan er dus van alles mislopen, waardoor enorme kostenoverschrijdingen kunnen ontstaan. Bouwers kunnen zo bijvoorbeeld stuiten op bommen uit de Tweede Wereldoorlog, onverwachte kabels en leidingen of een heel andere ondergrond dan je zou verwachten. “Toch houdt de opdrachtgever de bouwbedrijven alsnog vaak hiervoor verantwoordelijk”, zeggen Bleeker en Van Werven. “Met de komst van de UAV-GC 2020 wordt dat moeilijker, daarin staat duidelijker omschreven dat in zo’n geval de opdrachtgever aansprakelijk is”.
In maart organiseerde het Instituut voor Bouwrecht een expertmeeting met ruim vijftig juristen om het concept van het hernieuwde contract te bespreken. Uit het verslag van het Tijdschrift voor Bouwrecht van deze bijeenkomst blijkt dat de ruim vijftig aanwezige juristen het erover eens zijn dat in de toekomst de opdrachtgever vaker moet gaan opdraaien voor de kosten die ontstaan door problemen met de ondergrond waarvan de bouwer niet op de hoogte was. Wel zien de juristen dat de contractvoorwaarden zoals ze nu in de conceptversie staan bij lange na nog niet optimaal zijn.
Wijzigingen in contract
Rijkswaterstaat, de grootste opdrachtgever van grote infrastructurele projecten en ook betrokken bij de ontwikkeling van het nieuwe contract, laat in een reactie weten dat, “het goed is dat de versie van het contract uit 2005 vernieuwd wordt.” Op de vraag of ze het terecht vinden dat opdrachtgevers in de toekomst vaker voor extra kosten moeten opdraaien wanneer er iets misgaat in de bodem, laat Rijkswaterstaat weten dat “de wijzigingen in het contract tot stand komen in overeenstemming met alle betrokken partijen, dus ook met Rijkswaterstaat”.
Zondag 19.00 uur in Pointer op NPO Radio 1: Infrastructuurprojecten kennen vaak bodemproblemen, met verzakkingen en kostenoverschrijdingen tot gevolg. Wie let er op de bodem? Te gast is bodemexpert Roelof Stuurman, met reportages uit Groningen en Maastricht.