Het gaat niet goed met Nederlandse weidevogels, zoals de grutto. De afgelopen dertig jaar verdween bijna de helft van de totale weidevogelpopulatie. Dankzij ingrijpende natuurmaatregelen barst het op het erf van boer Burchart van deze vogels. Maar meer dan een onkostenvergoeding krijgt hij niet: “We zijn dag en nacht bezig om de natuur te onderhouden, maar het enige dat iets oplevert is de melk die je verkoopt.”
Er hangt een vredige sfeer op het zonovergoten erf van boer Burchart de Jong (25). De koeien zijn gemolken, moeder hangt de was op en vanuit de verte klinkt zacht het gekwetter van vogels. Dan stormt een klein geitje de koeienstal uit, op de voet gevolgd door een iets grotere, blonde jongeman. Boer-in-spe Adrian de Jong (8) is blij met de nieuwste aanwinst op de boerderij. “Hij heet Spilsje”, vertelt hij trots terwijl hij het geitje optilt. “Hij rent steeds weg bij zijn moeder. ‘s Nachts slaapt hij zelfs bij de koeien.”
Natuurinclusieve landbouw
Op het melkveebedrijf in Vlist gaat boeren en liefde voor dieren hand in hand. “Mijn vader is gek op vogels, en zijn vader was dat ook”, vertelt Burchart. Hij draait sinds een aantal jaar volwaardig mee in het bedrijf. “We zijn al minstens de zevende generatie die hier zit.” De jarenlange liefde voor vogels werpt zijn vruchten af. De weilanden van Burchart zitten vol met weidevogels, met als bekendste bewoner: de grutto.
Vanuit de politiek en maatschappij is al langer een roep om een meer natuurinclusieve landbouw. Het beschermen van onze nationele vogel, de grutto, past in dat beeld. Zo trok Nederland de afgelopen twintig jaar tientallen miljoenen euro’s uit om de grutto te redden, vaak zonder succes. Maar boeren zoals Burchart, die wél flink hun best doen voor de weidevogel, staan voor een lastig dillema. “Met deze manier van boeren kunnen we de wedstrijd van intensieve veehouderijen nooit winnen.”
Hoofdbrekens door grutto
Terwijl Burchart het hek naar zijn weiland openduwt, blijft hij plotseling staan: “Hoor je dat? Dat is de grutto. Ze roepen hun eigen naam. ‘Grutto, grutto, grutto’. Je moet er toch niet aan denken dat het hier doodstil is?”
Toch leveren de grutto’s de jonge boer ook hoofdbrekens op. “Je moet er ontzettend veel voor doen. Kijk, dit stuk grond kun je helemaal afschrijven”, legt Burchart uit terwijl hij wijst naar een watergreppel van een paar meter breed die over het hele weiland loopt. “Een plasdras werkt als een magneet voor die vogels, de gruttokuikens lopen hier straks langs de randjes om kevers op te pikken en de oudjes baden in het water. Maar het is de slechtste maatregel voor de boer.”
Van de overheid krijgen boeren vergoedingen voor natuurmaatregelen zoals de plasdras, maar deze wegen vaak niet op tegen de kosten: “De greppel is zo’n vierhonderd meter lang en zes meter breed. Als we dit wegpompen is zeker twee meter grond helemaal dood. Dus dat is minimaal achthonderd vierkante meter wat je kwijt bent”, rekent Burchart. “En grond is ontzettend duur deze dagen.”
Alles draait om CO2
Het is niet de enige maatregel die Burchart neemt voor de weidevogels. “Dit hele perceel is gereserveerd voor weidevogels”, vertelt hij terwijl hij een plukje gras uit de grond trekt. “Hier laten we het gras staan tot 1 juni, zodat het gras hoog genoeg is voor de gruttokuikens om in op te groeien."
"Met onze manier van vogelvriendelijk boeren komen wij dus nooit in aanmerking voor de CO2-bonus.”
Fijn voor de vogels, maar een extra dilemma voor Burchart: “Tegenwoordig gaat alles om CO2-uitstoot, daar worden de grote bedrijven op afgerekend. Je kan van zuivelafnemers flinke bonussen krijgen voor een lage CO2-uitstoot per liter melk.” Boeren die aan weidevogelbeheer doen lopen deze bonus vaak mis. “Koeien hebben langer nodig om het lange, grove gras van onze weilanden te herkauwen, daarom stoten ze meer broeikasgassen uit dan koeien op boerderijen waar het gras vaker gemaaid wordt. Zulk gras is makkelijker verteerbaar en zorgt dus voor minder uitstoot van broeikasgassen.”
“Daarnaast moeten wij veevoer inkopen, omdat we door ons maaibeleid zelf niet genoeg veevoer kunnen produceren”, legt Burchart uit. Veevoer dat je inkoopt heeft ook weer een grotere CO2-afdruk. Met onze manier van vogelvriendelijk boeren komen wij dus nooit in aanmerking voor de CO2-bonus.”
Toekomst ongewis
Als hij zichzelf alle nadelen hoort opsommen, verzucht Burchart. “Ik vind het prachtig dat al die vogels er zijn, en het liefst heb ik dat ze kunnen blijven. Maar ik blijf dit niet mijn hele leven doen. Het is gewoon niet vol te houden. Eigenlijk moet je wel gek zijn, als je kijkt naar wat het je allemaal kost. We zijn dag en nacht bezig om de natuur te onderhouden, maar het enige wat echt iets oplevert is de melk die je verkoopt. Dat moet anders.”
Het onlangs gepresenteerde hoofdlijnenakkoord zou voor verandering kunnen zorgen. Vanaf 2026 wil het nieuwe kabinet structureel 500 miljoen euro uittrekken voor boeren die natuurmaatregelen nemen. Dat lijkt goed nieuws voor de grutto’s op het erf van Burchart: “De intentie is goed, laten we hopen dat het ook echt zo uitwerkt zoals het er staat. Ze hebben in ieder geval in de smiezen dat een betere beloning echt nodig is om alles wat wij hier doen vol te houden.”
Bekijk hieronder de uitzending 'Boerendilemma: geld of de grutto' terug: