Op dinsdag 4 juni trekken honderden Nederlandse boeren naar Brussel om te protesteren tegen het Europese landbouwbeleid. In het debat van vakblad Nieuwe Oogst beweert BBB-lijsttrekker Sander Smit dat Nederlandse veehouders 201 procent aan inkomen verliezen, als EU-beleid op de huidige manier wordt doorgevoerd. Landbouweconoom Tessa Avermaete noemt dit “een beetje van de pot gerukt.” Smit trekt de cijfers uit zijn verband, zo blijkt uit onderzoek in het kader van de Factcheck-marathon in aanloop naar de Europese verkiezingen.
De bewering
Tijdens het landbouwdebat van De Nieuwe Oogst (minuut 17:30) doet BBB-lijsttrekker Sander Smit de volgende bewering: "Als we vasthouden aan het door GroenLinks-PvdA ingezette beleid van de afgelopen jaren in Europa, ja dan blijkt gewoon, ik verwijs naar de Jongeneel-studie uit Wageningen, een inkomensverlies van 201 procent in de melkveehouderij en 60 procent in de akkerbouw. Dat is niet echt een wenkend perspectief." Ter verduidelijking: een inkomensverlies van 201 procent betekent dat een boer die nu bijvoorbeeld 80.000 euro winst maakt, straks 80.800 euro verlies zou draaien.
Smit doelt op een studie van de Wageningen Economic Research (WUR) uit januari 2024, onder leiding van beleidseconoom Roel Jongeneel. De Rijksoverheid laat een pakket aan Nederlandse verduurzamingsmaatregelen voor de landbouw doorrekenen, en wil weten wat de mogelijke financiële gevolgen voor boeren kunnen zijn. Dan gaat het bijvoorbeeld om de reductie van stikstof en ammoniak. Die verduurzaming brengt grote financiële gevolgen voor boeren met zich mee.
De onderzoekers bekijken allerlei verschillende scenario’s en concluderen dat in de huidige situatie, zonder extra steun van de overheid, melkveehouders een inkomensverlies kunnen verwachten tussen de 28 tot 201 procent. Voor akkerbouwers is dat tussen de 10 en 63 procent. Smit benoemt tijdens het debat dus alleen de uiterste percentages die gelden voor Nederlands beleid en schuift dat GroenLinks-PvdA in Europa in de schoenen.
‘Uit z’n verband getrokken’
Jongeneel vindt het ‘jammer’ dat juist dit cijfer zo uit z’n verband wordt getrokken. “Dit was echt een verkennende studie. We hebben allerlei maatregelen, scenario’s en ontwikkelingspaden doorgerekend. En ergens, in een van die scenario’s, kom je op een inkomensverlies van 201 procent. Dat geldt voor één individuele situatie en zal zich in werkelijkheid nooit voordoen. Je kunt dat cijfer niet generaliseren voor alle melkveehouders”, zegt Jongeneel.
De 201 procent inkomensverlies deed zich voor bij één intensief melkveehouderijbedrijf op kleigrond, waarbij het bedrijf ervoor zou kiezen om de veestapel fors in te krimpen, om te voldoen aan een fictief maximum aantal dieren per hectare grond. “Dat zou een hele dure maatregel zijn”, zegt Jongeneel, “Het is voor bedrijven aantrekkelijker om de veestapel te houden en meer grond te kopen tot de norm is bereikt.”
Bovendien werd deze studie uitgevoerd naar aanleiding van een pakket aan maatregelen door het vorige kabinet. Inmiddels staan er nieuwe politieke kopstukken aan het roer, waaronder de BBB, die milder met verduurzamingsmaatregelen in de landbouw zullen omgaan, verwacht Jongeneel: “De cijfers zijn dus eigenlijk al gedateerd.”
‘Van de pot gerukt’
“Zo’n uitspraak is wel een beetje van de pot gerukt. Natuurlijk is er veel onzeker en vragen de boeren om perspectief. Maar dit is koren op de molen van de boeren die dinsdag (4 juni) naar Brussel rijden”, zegt Tessa Avermaete, landbouweconoom verbonden aan de KU Leuven.
“Dé Europese boer bestaat niet, maar alle boeren in Europa zien op hun veld dat het klimaat verandert. In het zuiden is het te droog, en in Vlaanderen en Nederland zitten de akkerbouwers met de handen in het haar,” vervolgt Avermaete. “En dat heeft ook te maken met klimaatverandering. Zo is bijvoorbeeld op sommige plekken meer dan de helft van de aardappelen en maïs nog niet gezaaid door het natte weer. Beleidsmakers moeten hun verantwoordelijkheid nemen, niet nog meer paniek zaaien in de sector.”
‘Boeren maken zich terecht zorgen’
Op dinsdagmiddag 4 juni staan er vijfhonderd tractoren bij het Atomium in Brussel, waaronder ongeveer tweehonderd uit Nederland. Ze demonstreren aan de vooravond van de Europese Verkiezingen tegen het EU-landbouwbeleid.
“Wat je wel uit onze studie kunt concluderen is dat de verduurzaming in Nederland grote gevolgen heeft voor boerenbedrijven. Dat is echt een heftige opgave”, zegt Jongeneel. “Er is perspectief voor de boeren, maar ze kunnen het niet alleen. Er moet flankerend beleid zijn om die transitieslag te maken.”
Ook Avermaete begrijpt goed dat de boeren boos zijn. “In Brussel hebben we een ongezond systeem gecreëerd, dat we kunstmatig in stand houden. Kijk naar de veehouderij. We importeren soja van mijlenver om onze beesten te voeren. Genetisch gemodificeerde soja nog wel, wat we niet op Europese bodem mogen telen. En hier blijven we zitten met mestoverschotten. Dat is ecologisch niet houdbaar. Boeren beseffen dat zelf trouwens ook.”
Avermaete ziet een hoop haken en ogen in de ambities uit de Farm2Fork-strategie, het hart van de Europese Green Deal. “De doelstelling om 25 procent biologisch te boeren bijvoorbeeld is niet haalbaar noch wenselijk in Europa. Het doel is verkeerd, zelfs contraproductief. Europa moet streven naar minder emissies, een schone omgeving en gezonde burgers. Het idealiseren van één productiesysteem helpt ons daarbij niet vooruit.”
Oordeel
BBB-lijsttrekker Sander Smit zegt dat melkveehouders door aanhoudend Europees beleid een inkomensval kunnen verwachten van 201 procent. De studie waar hij op doelt, onderzoekt Nederlandse maatregelen, geen Brussels beleid. Bovendien zal dat scenario in de huidige praktijk niet realistisch zijn en trekt Smit de cijfers uit z’n verband, oordelen experts. De bewering is daarom onwaar.
Reactie BBB-lijsttrekker Sander Smit:
BBB-lijsttrekker Sander Smit is verbaasd dat Jongeneel zegt dat het scenario dat leidt tot een inkomensverlies van 201 procent ‘zich nooit zal voordoen’. “Slikt Jongeneel zijn eigen bevindingen in? Ook verliezen tot 63% in de akkerbouw en lager dan de 201% zijn rampzalig voor het voortbestaan van agrarische familiebedrijven en onze voedselzekerheid. Daarom moet er wat BBB betreft een ander beleid komen in Brussel en Den Haag.”