‘Migratiedeals’ tussen Europa en haar grenslanden zijn inmiddels de norm geworden. Maar vluchtelingen en migranten tegenhouden en mensenrechten naleven, schijnen moeilijk te verenigen. De afgelopen jaren is er veel geschreven over schrijnende situaties in de landen waar vluchtelingen langer worden opgevangen. Pointer gaat op zoek naar misstanden langs vlucht- en migratieroutes die nog vaak vergeten worden.
De Europese Unie maakte recent afspraken met onder andere Egypte, Tunesië en Mauritanië. De deals gaan vaak over investeringen en andere vormen van samenwerking, maar het hoofddoel is ‘illegale’ migratie verminderen. Zo komt er geld om jongeren aan werk te helpen, maar ook om grenspolitie te versterken. Ook tussen landen onderling wordt hierover gepraat. Nederland trekt 25 miljoen euro extra uit voor ‘bilaterale migratiepartnerschappen’, losse afspraken met landen waar veel mensen vandaan of doorheen komen.
Mensenrechten geschonden
De huidige Europese aanpak tegen migratie is echter niet zonder slachtoffers. De VN concludeerde vorig jaar dat er in Libië sinds 2016 systematisch ernstige vormen van mishandeling plaatsvinden, tegen zowel Libiërs als vluchtelingen. Het VN-onderzoek citeert een migrant die uit een onofficiële gevangenis ontsnapte: “Onze zorg is niet of we doodgaan in het water, onze zorg is of we terugmoeten naar de gevangenis waar we weer worden onderdrukt en mishandeld door bewakers.” Familieleden van migranten en vluchtelingen krijgen martelvideo’s toegestuurd door bewakers of smokkelaars, met de boodschap dat de familie moet betalen om ze vrij te laten.
Sinds de recentere EU-deal met Tunesië is ook dit jaar nog gebleken dat autoriteiten migranten oppakken en in de woestijn achterlaten. Intussen treedt President Saied steeds harder op tegen critici, zeker als het over migratie gaat. Niet alleen vluchtelingen zelf maar ook advocaten, pers en (lokale) hulporganisaties aan hun zijde worden steeds harder aangepakt.
Saied wakkert boze protesten aan door te beweren dat ngo’s stiekem betaald krijgen om migranten voorgoed in Tunesië te laten blijven, en hij liet in mei meerdere advocaten en journalisten oppakken. Tijdens die politie-invallen – door een aanwezige beschreven als een “horrorscène” – werd een advocaat hard naar de grond gewerkt en kwam de politie later terug om een glazen deur in te slaan. Het beeld van toenemende repressie wordt aan ons bevestigd door een Tunesische wetenschapper die om veiligheidsredenen niet geciteerd wil worden.
Beleid doorzetten én nieuwe plannen
Zo stapelt het bewijs zich op dat meerdere partnerlanden mensenrechten aan hun laars lappen. De EU schrijft zelf over Libië dat “nog altijd vele mensen- en oorlogsrechten worden geschonden, meestal zonder consequenties.” Toch lijken Europese landen graag door te gaan met de huidige aanpak om ‘economische’ migratie tegen te gaan, ondanks dat de rechten van vluchtelingen daarmee ook gevaar lopen.
Ook Nederland besteedt de afgelopen jaren steeds meer geld in landen waar mensen doorheen reizen specifiek om vluchtelingen en migranten te stoppen, zoals Marokko, Egypte en Nigeria. Projecten tegen mensenhandel, maar ook miljoenen voor een mobiele grenspatrouille, bijvoorbeeld. De vraag is op welke manier vluchtelingen dit geld in de praktijk tegenkomen.
Gevaarlijke vluchtroutes
VN vluchtelingenorganisatie UNHCR besteedde in het laatste jaarrapport aandacht aan de gevaarlijke routes die mensen afleggen om tot de Europese grens te komen. Zowel vluchtelingen als migranten volgen die routes. De twee groepen hebben niet dezelfde verblijfsrechten, maar lopen veel van dezelfde risico’s onderweg: (seksueel) geweld door smokkelaars, willekeurig opgepakt worden, afpersing door milities of bewakers, gedumpt worden in de woestijn, om er een paar te noemen. Op veel verschillende punten langs de migratieroutes kan Europees of Nederlands geld zorgen dat mensen minder veilig kunnen reizen.
Ook dichter bij huis kunnen we opletten. Amnesty meldde in juli dat een vluchtelingencentrum op het Griekse eiland Samos, een soort pilot voor recent EU-beleid, hun maximum aantal verblijfplaatsen bijna verdubbelde. Op papier tenminste; er kwamen niet meer bedden bij. Mensen hebben opgepropt en in keukens moeten slapen, er was waterschaarste en medische zorg schoot tekort, volgens Amnesty.
Aan het eind van de zomer gaan twee nieuwe migratiecentra in Albanië open. Italië mag hier opgevangen bootmigranten brengen, screenen en eventueel uitzetten. De bedoeling is dat mensen binnen enkele weken deze centra alweer verlaten, maar als Italië dat niet kan waarmaken kan het maximum van 3000 vluchtelingen snel een probleem vormen zoals op Samos. Er is in ieder geval aanleiding om deze plekken goed in de gaten te houden, als nieuwste voorbeeld van hoe Europa vluchtelingen opvangt.