Nog krap een jaartje te gaan en dan zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. Politieke partijen zijn de komende tijd druk bezig om kandidaten voor die verkiezingen te werven. Uit cijfers blijkt dat het lokale bestuur kampt met een probleem als het gaat om diversiteit. “De witte man van rond de zestig is in het bestuur oververtegenwoordigd.”
Sinds demonstraties van Black Lives Matter staat diversiteit weer hoog op de politieke agenda. Ook in de media komt het thema regelmatig aan bod. Toch laten recente cijfers zien dat het aantal vrouwen en mensen met een migratieachtergrond in het lokale bestuur achterblijft. Zo is één derde van de 1400 wethouders vrouw en hebben slechts 42 een niet-westerse afkomst.
“Ja, dat is schrikbarend laag”, zegt Marcelle Hendrickx, voorzitter van de Wethoudersvereniging en sinds 2014 wethouder in Tilburg. “We proberen dit jaar met bijéénkomsten mensen te interesseren voor de functie van wethouder, maar het zijn uiteindelijk de politieke partijen die daar zelf over gaan. En in de praktijk blijkt dat dan toch vaak dat witte mannen voor de politieke functies naar voren worden geschoven.”
Genderongelijkheid
Ook als het gaat om burgemeestersposten is het beeld weinig rooskleurig. In slechts vijf van de 350 gemeenten heeft de burgemeester een migratieachtergrond. Zo’n 30 procent van de burgemeesters is een vrouw. Er wordt in de politiek weliswaar gesproken over diversiteit, maar dat vertaalt zich niet direct in de cijfers.
Volgens Liza Mügge, hoofddocent politicologie van de Universiteit van Amsterdam, is in Nederland sprake van een diepgeworteld patroon van genderongelijkheid. “Het beeld van de politieke leider is nog steeds een witte man van middelbare leeftijd. Dat is de norm. Alles wat niet aan die norm voldoet – vrouwen, mensen met een migratieachtergrond – staat op een achterstand.”
Wantrouwen
Dat diversiteit voor kiezers wel een issue is, blijkt uit de opkomst van multiculturele partijen. Tijdens de vorige gemeenteraadsverkiezingen van 2018 wist de partij DENK in dertien gemeenteraden zetels te bemachtigen. En in Amsterdam kwam BIJ1 – de partij van Sylvana Simons die pleit voor ‘radicale gelijkwaardigheid’ – met een zetel in de raad. Waar politici met een migratieachtergrond eerst bij gevestigde partijen als PvdA en GroenLinks onderdak kregen, vormen ze nu zelf een partij.
Bahreddine Belhaj is raadslid voor de PvdA en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NvRR). Hij merkt dat het wantrouwen in politici met een migratieachtergrond nog steeds een rol speelt. “We zien dat als iemand met voorkeursstemmen gekozen wordt. Het verwijt is dan dat je als Turks of Marokkaans gemeenteraadslid alleen de belangen van die bevolkingsgroep vertegenwoordigt.”
Selectiecommissie
Een cruciale rol in het samenstellen van de kieslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen spelen de selectiecommissies. Zij stellen de kandidatenlijst samen. Bij de meeste partijen hebben de leden dan nog de laatste stem over de definitieve lijst. Belhaj:” Er worden keuzes gemaakt die niet altijd een goede afspiegeling van de samenleving zijn. Zo’n commissie moet veel meer letten op een gevarieerde lijst: jong, oud, mensen met beperking, vrouw, man, mensen met een migratieachtergrond. Dat gebeurt niet altijd.”
Ook Liza Mügge van de Universiteit van Amsterdam vindt dat selectiecommissies meer kunnen doen. “Partijen zouden hun kieslijst meer bewust diverser moeten samenstellen. Maak gebruik van vrouwennetwerken, netwerken van partijleden met een migratieachtergrond of biculturele achtergrond. Er is genoeg talent om tot een gevarieerde lijst te komen.”
Quotum
België kent sinds 1994 een seksequotae in de politiek. Zo moeten kieslijsten evenveel mannen als vrouwen tellen. Zou zo'n quotum ook in Nederland moeten gelden als het gaat om vrouwen of mensen met een migratieachtergrond. “Als tijdelijk correctiemiddel zou dat kunnen helpen”, zegt Mügge. “Als je het streefcijfer niet bereikt, kun je een quotum invoeren. Tot nu toe denken partijen vaak dat ze er wel uitkomen en dat kwaliteit vanzelf wel komt bovendrijven, maar het gaat ontzettend langzaam.”
Bahreddine Belhaj van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NvRR) is geen voorstander van een quotum. “Je moet alles doen om zo’n goed mogelijke afspiegeling van de bevolking te krijgen. Toch zou ik het denigrerend vinden als ik door een quotum als raadslid zou worden gekozen. Ik moet misschien harder vechten, maar een quotum vind ik een heel zwaar middel.”