Lawaai op de werkvloer: deze sportinstructeurs worden ertegen beschermd, maar hoe zit dat op jouw werkplek?
Urenlang werken in het geluid van bonkend machinegeluid. Lawaai op de werkplek associeer je in eerste instantie misschien vooral met werken in de bouw of in de metaal. Maar te hard geluid speelt in veel meer beroepen een rol. Denk bijvoorbeeld aan banen in het onderwijs, of: in de sportschool. Sportschoolhouder Richard Maatjes heeft maatregelen genomen om zijn personeel te beschermen tegen schadelijk geluid. Neemt jouw werkgever die verantwoordelijkheid ook?
Als we een kijkje nemen in de groepsleszaal van de sportschool van Richard Maatjes in Waalre, vallen twee dingen ons al snel op. Eén: er hangt een decibel-meter in de zaal die voortdurend het geluidsniveau meet. Twee: Nicole, de sportinstructeur die de bodypump-les geeft, heeft oordoppen in haar oren. Haar werkgever Richard vertelt ons dat hij zuinig omgaat met de oren van zijn personeel. “De instructeurs die bij mij werken, krijgen allemaal het aanbod om oordoppen op maat te laten maken. Zodat ze zeker weten dat ze, als ze hier urenlang in de muziek staan, geen risico op gehoorschade lopen.”
Verschil korte en lange blootstelling aan geluid
Waar Richard zijn werknemers dus oordoppen aanbiedt om zo de geluidsdruk op hun oren te verlagen, biedt hij aan de individuele sporters - zijn klanten dus - geen oordoppen aan. Vanwaar dat verschil? Richard: “Zoals je op de decibel-meter in de groepszaal kunt zien, komt het gemiddelde geluid hier nooit boven de 88 decibel uit. Als je daar een uurtje in sport, dan loop je weinig tot geen risico voor je oren. Sta je daar urenlang in per week, zoals sportinstructeurs, dan wordt het een heel ander verhaal.” Het risico op gehoorschade is, zoals kno-arts Louise Straatman ons eerder al uitlegde, inderdaad een combinatie van het geluidsniveau en de duur van de blootstelling aan geluid. Als je op je werk urenlang, week in week uit aan lawaai wordt blootgesteld, loop je dus bij een veel lager decibel-niveau al kans op gehoorschade.
Risicoberoepen
Uit de meest recente (2022) Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van TNO blijkt dat ruim 24 procent van de werknemers met lawaai op de werkplek te maken heeft. Praktisch geschoolde werknemers werken veel vaker in lawaai dan werknemers met een hbo- of wo-opleiding (34 om 14 procent). In technische beroepen en in de landbouw komt lawaai tijdens werk heel veel voor. Maar óók op werkplekken waar je het op voorhand minder zou verwachten, komt lawaai voor. Van de mensen met een pedagogisch beroep ervaart ruim een derde lawaai op het werk. Gillende of huilende kinderen in een gymzaal, klaslokaal of zwembad kunnen, als je er maar vaak genoeg aan wordt blootgesteld, ook belastend of zelf schadelijk zijn voor de oren. Tot slot is de horeca een sector waar vaak hard geluid is tijdens werk. Sinds eind vorig jaar worden horecabezoekers beter beschermd tegen hard geluid, omdat het volume gemaximeerd is op 103 decibel. Een prima bovengrens als je er incidenteel een uurtje aan wordt blootgesteld. Maar werk je er dagelijks in, is het een heel ander verhaal. Zorgen werkgevers in dat geval voor gehoorbescherming?
Arbo-normen
Want de arbowetgeving is klip en klaar over de verantwoordelijkheid van werkgevers op dit vlak. Vanaf 80 decibel lopen werknemers risico op gehoorschade en is de werkgever verplicht om gratis gehoorbescherming aan te bieden. Maar de verantwoordelijkheid van de werkgever gaat verder dan het aanbieden van gehoorbescherming alleen. Op plekken waar het geluid boven de 85 decibel komt, moet dat duidelijk worden aangegeven. Daarnaast moet de werkgever voorlichting geven over lawaai op de werkvloer en welke maatregelen hij daartegen neemt. En moeten medewerkers die in aanraking komen met schadelijk geluid, de mogelijkheid krijgen een gehoortest te doen.