De zelfdoding van zijn zus is het beginpunt van een diep dal voor de Doetinchemse Frits Kloppert. Hij begint te drinken, raakt in een depressie en komt op straat terecht. Inmiddels kan het verschil met die periode niet groter zijn voor Frits. Als ervaringsdeskundige helpt hij nu kwetsbare stadsgenoten de dag door.
Voor ons onderzoek ‘GGZ in nood’ wandelen we met Frits door Doetinchem, langs de plekken waar hij in zijn dakloze periode moest zien te overleven.
“Ik herinner me nog zo’n belangrijk moment. Er werd aan mij gevraagd: ‘Frits, wat wil je nou? Hoe wil jij gevonden worden? Dood op straat met een blikje bier naast je, of wil je het nog proberen?”, mijmert Frits, als we langs een van zijn vroegere hangplekken lopen. “Dat was echt een spiegel voor me. Vanaf dat moment zette ik weer kleine stapjes vooruit.”
‘Ik kreeg heel veel dorst’
Het leven lachte hem in de jaren ervoor nog toe. Frits verdient zijn geld in het buitenland, maar de suïcide van zijn zus zet alles op z’n kop. “Ik ging weer terug naar huis, om voor mijn moedertje te zorgen”, legt Frits uit. “Maar ik ben mezelf in die periode helemaal verloren. Ik kreeg ontzettend veel dorst, waardoor er een alcoholprobleem ontstond”.
‘Wat wil jij nou Frits?’
Gelukkig is er in Doetinchem één plek waar Frits zijn leven op de rails kan zetten. ‘De Villa’, zoals de opvangplek heet onder daklozen, wordt gerund door Ine. “Zij zette voor mij een trapje neer. Ik stond onderaan, en ik moest hem zelf beklimmen. Maar Ine beloofde mij dat er een plekje voor me was. Zij vroeg aan mij: ‘Wat wil jij nou?’”
En die vraag bleek een schot in de roos. “Je hebt allerlei instanties, en die hebben echt het beste met je voor, maar ze werken ook allemaal langs elkaar heen”, zegt Frits. Het feit dat er iemand was die aan hem vroeg hoe hij de toekomst wilde inkleuren, bleek een kantelpunt.
Dat menselijke contact is een van de successen voor Frits’ herstel. Tegelijkertijd herinnert hij zich ook lotgenoten die de handschoen niet wilden oppakken. “Die mensen zakten nog verder weg. En heel eerlijk, vrijwel al mijn drinkebroers zijn dood.”
Frits heeft een wijze les: “Mijn familie dacht telkens: hij raakt de bodem wel een keer. Maar die bodem is echt heel diep. Elke keer als je denkt dat het niet erger kan, kan die bodem nog dieper. Nu schijnt ook niet elke dag de zon, maar ik heb wel handvatten gekregen om ermee om te gaan. Ik gun het iedereen: laten we elkaar niet te ver afzakken.”
Aan de slag als ervaringsdeskundige
Een van die handvatten krijgt Frits nu in de Stadskamer. Dat is een plek waar iedereen uit Doetinchem terecht kan voor een warme maaltijd, een goed gesprek, of een spelletje. “Hier komen vooral kwetsbare mensen. Maar we spreken af dat iedereen z’n ‘rugzakje’ bij de deur achterlaat. En ik werk nu als ervaringsdeskundige, als verbinder. Ik kwam erachter dat ik ook talenten had, zoals een vlotte babbel. Die kan ik nu inzetten”, legt Frits uit.
De uitzending over de GGZ in nood is op 5 februari te zien op NPO1, om 22:15u.