Tineke (57) is een een laatbloeier op carrièregebied. Tien jaar lang studeert ze in de avonduren, terwijl ze overdag een baan heeft én een druk gezin. Nu heeft Tineke een uitdagende fulltimebaan als leidinggevende bij de overheid. Maar ze is óók mantelzorger voor haar beide ouders die steeds hulpbehoevender worden. En die combinatie vergt het uiterste van haar organisatietalent.
“Als ik nu kijk naar de foto’s van hun 60-jarige trouwdag, 2 jaar geleden, dan schrik ik: wat een verschil. Wat zijn mijn ouders de afgelopen jaren snel achteruitgegaan.” Aan het woord is Tineke, die ons na onze uitzending over langer thuis wonen met dementie een bericht stuurt. Daarin laat ze weten dat de mantelzorg voor haar ouders in rap tempo zwaarder wordt. Tineke’s moeder heeft dementie en is afhankelijk van intensieve zorg om het thuis te kunnen redden. En waar Tineke’s vader voorheen nog veel van die zorg op zich kon nemen, lukt dat hem nu niet meer. Vorig jaar heeft hij een hartinfarct gekregen. En daar bleef het helaas niet bij.
Ongeluk
Want op oudejaarsdag vorig jaar, als Tineke’s vader een blokje om gaat, wordt hij aangereden door een auto. Hij belandt in het ziekenhuis en een lange periode van revalidatie volgt. “Toen pas zagen mijn zus en ik hoe onze moeder er eigenlijk voor stond. En wat mijn vader al die tijd in zijn eentje had opgevangen. Dat kwam wel even binnen.” Tineke, haar man en haar zus verdelen de zorg voor hun (schoon-)moeder nu onderling. “Mijn moeder weet niet meer welke dag het is. Iedere ochtend maken we met haar een schema voor die dag, voor houvast. Maar toch blijft ze vaak in de war. Het is meerdere keren voorgekomen dat ze een van ons om een uur ’s nachts belde: ‘Waar blijft het busje van de dagbesteding? Ik zit al klaar hoor!’”
Intensieve mantelzorg
Na ruim twee maanden revalideren mag de vader van Tineke weer naar huis, naar zijn vrouw. Sindsdien krijgen Tineke’s ouders elke avond twee keer thuiszorg aan huis. Om te helpen met douchen en het geven van de medicijnen. Maar daarnaast komt er nog veel neer op de drie mantelzorgers. “De zorg is inmiddels zo intensief dat ik er elke dag mee bezig ben. Je komt daar vaak thuis, je pleegt een telefoontje of bent met papierwerk bezig. Is er een ziekenhuisbezoek, dan ga je mee. En zo is er gewoon zoveel. Ook de sociale dingen. Mijn moeder was heel attent en stuurde vaak kaartjes naar vrienden en familie. Dat probeer ik nu ook voor haar over te nemen.”
Telefoontjes op thuiswerkdagen
Van haar werkgever krijgt Tineke best wat ruimte om haar baan met mantelzorg te combineren, vertelt ze. Als ze een uurtje later komt, wordt daar niet raar van opgekeken. Maar door de grote hoeveelheid van zorgtaken die ze op haar bordje heeft, blijft het een lastige combinatie. “Ik kan bijvoorbeeld regelmatig thuiswerken, wat echt heel erg fijn is. Maar als ik aan mijn ouders vertel dat ik een thuiswerkdag heb, dan horen ze niet het woordje ‘werk’, maar alleen het woord ‘thuis’. Ze hebben niet door dat ik op zo’n dag niet vrij ben, maar de hele dag in de weer ben met vergaderen, stukken lezen, enzovoorts.” Tineke krijgt op zo’n dag regelmatig telefoontjes van haar vader. Ook met dingen die best even kunnen wachten. “Hij wil dan heel graag kwijt waar hij mee zit, zonder zich af te vragen of ik misschien in een vergadering zit.”
Worsteling om alle ballen hoog te houden
Voor Tineke brengen dit soort situaties conflicterende gevoelens naar boven. “Mijn ouders zijn er altijd voor mij geweest. Ze hebben bijvoorbeeld veel opgepast toen onze kinderen klein waren. Bovendien zijn het gewoon ontzettend lieve mensen. In de jaren die we nog samen hebben, wil ik er heel graag voor hen zijn. Maar ik merk dat het in de combinatie met werk eigenlijk te veel is.’ Een stapje terugdoen op werk, wil Tineke ook niet zomaar doen. “Ik heb hard gestudeerd om te komen waar ik nu ben. Eerst een studie bedrijfskunde, daarna nog rechtswetenschappen. Die studie heeft me qua werk gebracht waar ik nu ben. Als ik minder uren zou gaan werken, kan ik deze baan misschien niet meer doen.”
Schoolvoorbeeld vrouwelijke arbeidsparticipatie
Met haar 40-urige contract is Tineke nou juist een schoolvoorbeeld van de vrouwelijke arbeidsparticipatie waar minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) om verlegen zit. Onlangs nog lanceerde deze minister de publiekscampagne ‘Het potentieel pakken’, die vrouwen ertoe moet aanzetten meer uren te gaan werken. De krappe arbeidsmarkt staat namelijk te springen om meer voltijd werkenden. En vrouwen werken relatief vaak in deeltijd. Volgens het ministerie van Sociale Zaken is het hoog tijd dat we die ‘deeltijdnorm’ doorbreken en kan meer uren werken leiden tot meer inkomen, meer werkplezier, meer perspectief en meer balans.
Maar tegelijkertijd zijn het juist vrouwen die bovengemiddeld vaak mantelzorg op zich nemen. Van alle mantelzorgers die zorgen voor een naaste met dementie, is 71 procent vrouw. Het beroep op deze mantelzorgers zal in de komende jaren alleen maar verder toenemen, doordat mensen met dementie steeds langer thuis wonen. Maar wat betekent dat dan voor de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt? Tineke vraagt zich af of ze daar op het ministerie wel over na hebben gedacht.
Lastig plannen
Ondertussen denkt Tineke na over het zo goed mogelijk combineren van haar baan met de zorg voor haar ouders. Ze weet bijna zeker dat als ze zorgverlof voor een dag in de week aan zou vragen, haar werkgever dat wel zou goedkeuren. Maar het lastige is dat zorgverlof maar maximaal een aantal weken per jaar mogelijk is. Bovendien merkt ze in de praktijk dat de zorg voor haar ouders heel lastig te plannen is. “Doordat ik heb gestudeerd naast mijn gezin en baan, ben ik een enorm goede planner geworden. Maar het plannen van een studie is zó ontzettend anders dan het plannen van zorg voor je ouders. Altijd ligt die telefoon naast je bed voor de hulpvragen die ieder moment kunnen komen. De meeste stress heb ik over al die onverwachte momenten waarop een beroep op me wordt gedaan en die je juist niet kunt plannen.”