Al jong heeft Brechje (36) heftige emoties en destructief gedrag en wordt zij opgenomen in een ggz-instelling die haar de diagnose borderline geeft. Die behandeling slaat goed aan, maar voorkomt niet dat zij daarna een eetstoornis krijgt. Jaren later wordt zij ook somber en suïcidaal, maar kan nu nergens goed geholpen worden voor haar depressie en medicatie krijgen voor de doodswens die zij heeft. Telkens zit die diagnose borderline in de weg.
Brechje benadert ons voor ons onderzoek ‘Hokjesdenken in de psychiatrie’. “Waar ik heel erg tegenaan gelopen ben, is dat er aan de diagnose borderline een protocol voor een behandeling gekoppeld wordt”, vertelt zij. Door dat protocol wordt zij nog steeds behandeld voor haar borderline persoonlijksheidproblematiek en niet voor de depressie.
Brechje gaat opname in en opname uit. “Maar iedere keer werd gedacht dat mijn depressie vanuit borderline kwam, al herkende ik me allang niet meer in die symptomen. Het klinkt dramatisch maar daardoor heeft mijn leven een paar keer op het spel gestaan.”
Haar psychiater bespreekt op een gegeven moment met haar de werking van een ander type antidepressiva, dat soms wordt voorgeschreven bij zware depressiviteit. “Ik dacht doe maar, misschien gaat dit mij helpen. Maar toen zei hij: ‘Maar jij zit hier op de afdeling Persoonlijkheid, dit is het protocol voor de afdeling Stemming, dus dat doen we niet.’ Ik was met stomheid geslagen.”
Geweigerd voor groepstherapie
Ook eerder al werkte haar diagnose borderline averechts. Na de behandeling voor borderline ging het beter, maar na een tijdje krijgt Brechje de eetstoornis anorexia. Ze komt bij een gespecialiseerd centrum voor eetstoornissen op een wachtlijst, terwijl zij nog maar 42 kilo weegt. Als ze na 5 maanden eindelijk aan de beurt is, wordt ze geweigerd voor groepstherapie. “Ze vonden mij te heftig om in een groep te zetten. ‘We moeten ook denken aan de mede-cliënten’, zeiden ze. Dat oordeel was gebaseerd op mijn label borderline. Ik zie nog steeds niet waarom ik niet in een groep had gekund.”
Brechje komt vervolgens een jaar op de wachtlijst voor individuele behandeling van haar eetstoornis. “Dat wachten heeft echt bijna mijn leven gekost.” Ook voor een aanvullende behandeling bij een centrum voor persoonlijkheidsproblematiek, wordt ze ondertussen geweigerd. “Bij de intake werd gezegd: ‘We gaan helemaal geen behandeling met jou aan, want je hebt ondergewicht. Je moet minstens een BMI (Body Mass Index, red.) van 17 hebben.’”
Met het eten gaat het na de behandeling gelukkig beter, maar psychisch niet. Als Brechje 30 jaar is, nu 6 jaar geleden, gaat het zo slecht met haar dat ze een zelfmoordpoging doet en zelfs een euthanasie-aanvraag met een behandelaar bespreekt. Ze krijgt dan eindelijk de antidepressiva die ze eerder niet kreeg. “Dus toch die medicatie die ze mij maanden daarvoor niet wilden geven in verband met dat protocol. Wat bleek: ik knapte op!” Die medicijnen slikt zij 2 jaar en inmiddels heeft Brechje alles afgebouwd. “Ik heb geen suïcidaliteit of somberheid meer. Maar dat had veel eerder gekund en het had me heel veel ellende gescheeld.”
Niet lang geleden heeft Brechje een nieuw diagnostiektraject doorlopen, waaruit blijkt dat zij complex trauma en ADHD heeft. De diagnose borderline is inmiddels helemaal geschrapt. De behandelingen die zij gekregen heeft, blijken dus ook nog eens gebaseerd op een diagnose die nu van de baan is. “Dat maakt het extra pijnlijk”, vindt Brechje. “Als ik eerder behandeld was voor trauma was het waarschijnlijk niet zo bergafwaarts gegaan.”