In de wereld van uitzendbureaus voor arbeidsmigranten komen nog altijd veel misstanden voor. Dit onder meer doordat zij vaak voor zowel inkomen, woning, als zorg afhankelijk zijn van hun werkgever. De Roemeense Dinu Constantin werkte voor verschillende Nederlandse uitzendbureaus.
Onlangs publiceerde het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten onder leiding van Emile Roemer haar rapport. Belangrijkste conclusie: problemen ontstaan vooral door de grote afhankelijkheid van de werkgever en het feit dat uitzendbureaus de randen opzoeken van de regelgeving rondom arbeidsmigranten.
“Ontslag klinkt nog mooi, maar zo kun je het eigenlijk niet eens noemen. Die mensen worden echt plotseling op straat gezet, geen transitievergoeding, regeling, of wat dan ook”, vertelt Esmé Wiegman over arbeidsmigranten die met hun baan meestal ook meteen hun woning kwijt zijn. Wiegman is de directeur van Valente, een brancheorganisatie voor onder andere maatschappelijke opvang. Sinds de coronacrisis zien de opvanglocaties waar Valente mee samenwerkt de vraag naar daklozenopvang door arbeidsmigranten toenemen.
Dat zich sinds de coronacrisis meer arbeidsmigranten melden bij de opvangorganisaties, komt volgens Wiegman slechts deels doordat er meer baanverlies is. Tegelijkertijd werkt de crisis als vergrootglas voor problemen die er sowieso al waren. Arbeidsmigranten hebben via uitzendbureaus vaak flexibele contracten waarin werk en woning verbonden zijn. Ook voor de coronacrisis werden arbeidsmigranten soms al van de een op de andere dag op straat gezet door uitzendbureaus, maar dan bleven ze vaak onder de radar. Ze konden zonder Nederlands paspoort namelijk geen aanspraak maken op opvang. Door de coronamaatregelen kan dat nu tijdelijk wel.
Afhankelijkheidsrelatie zorgt voor meer misstanden
De samenhang tussen werk en woning is tekenend voor de afhankelijkheid van arbeidsmigranten van uitzendbureaus. Die afhankelijkheid maakt uitzendbureaus machtig en werkt misstanden in de hand, ziet de Roemeense Dinu Constantin. Hij werkte van 2017 tot 2020 in Nederland voor verschillende uitzendbureaus en stelt: “Arbeidsmigranten zijn bang om alles te verliezen en pikken daarom veel van werkgevers. Ze hebben geen sociaal vangnet in Nederland en teruggaan naar het eigen land voelt als falen”. Alles beter dan hun baan verliezen dus.
De grootste misstand is volgens Constantin dat uitzendbureaus hun beloftes niet nakomen. Zo werd Constantin voor aankomst in Nederland een contract met een goed salaris beloofd, maar hij zegt eenmaal in Nederland onder druk ingestemd te hebben met een veel lager salaris. Hij vertelt over zijn aankomst in Nederland: “We moesten midden in de nacht ergens in een weiland met zijn twaalven tegelijk een contract tekenen, het was een rare situatie”. Ook beloften over promotie worden volgens Constantin nooit waargemaakt.
Verder beschrijft Constantin dat uitzendbureaus te veel kosten inhouden op het loon van arbeidsmigranten voor bijvoorbeeld woning en transport. “Toen ik voor het eerst in Nederland kwam, moest ik 100 euro betalen voor een bed in een kamer met vijf anderen.” Ook nu Dinu terug is in Roemenië, krijgt hij nog regelmatig bericht over kosten die hij verschuldigd is aan een uitzendbureau. “Ze proberen me te laten betalen voor een week accommodatie, terwijl ik die week helemaal niet daar gewoond heb.”
In tegenstelling tot de meeste arbeidsmigranten spreekt Constantin goed Engels en is hij welbespraakt. Hij deed in Nederland dan ook vaak zijn mond open tegen werkgevers omdat hij het niet eens was met hun werkwijze. Dat moest hij bekopen met bannen door verschillende uitzendbureaus. Hij is daar niet meer welkom als werknemer. Maar niet veel arbeidsmigranten durven openlijk te praten over wat ze meemaken.
Oplossingen laten nog op zich wachten
In het rapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten worden aanbevelingen gedaan om de situatie van arbeidsmigranten te verbeteren. Onder andere moet de regelgeving voor uitzendbureaus worden aangescherpt en de zelfredzaamheid van arbeidsmigranten worden gestimuleerd, zodat ze minder afhankelijk worden van hun werkgever, zo luidt het advies. Het demissionair kabinet steunt die aanbevelingen, maar de concrete uitvoering ervan lijkt op zich te laten wachten tot na de verkiezingen.
Dinu Constantin pleit er in aanvulling op het rapport voor de weg naar instanties om misstanden te melden makkelijker te maken voor arbeidsmigranten. Nu vinden ze die weg meestal niet, stelt hij. “Je kan naar de politie gaan met je verkeerde loonstrook, maar wat gaat die eraan doen? En naar de rechter gaan, daar heeft natuurlijk niemand tijd en geld voor.”