In het radiodebat op NPO Radio 1 van afgelopen vrijdag overdreef Geert Wilders toen hij beweerde dat alle woningen in Amersfoort en Horst aan de Maas naar asielzoekers gaan. In werkelijkheid namen deze gemeenten de afgelopen maanden tijdelijke maatregelen om statushouders versneld aan woonruimte te helpen.
Dit blijkt uit onderzoek van het AD, Nieuwscheckers en Pointer.
Bron van de bewering
Op 3 maart zei Geert Wilders in het lijsttrekkersdebat (NPO Radio 1) tegen Pieter Heerma (CDA): “Mensen willen niet meer asielzoekers, mensen willen dat Nederlanders weer op één komen te staan. Het CDA - ik verzin dit niet - zit in het bestuur van gemeenten als Amersfoort en Horst aan de Maas, waar alle woningen door het CDA naar asielzoekers gaan. Nederlanders worden door het CDA gediscrimineerd en u moet daarmee ophouden.”
De feiten
Om te beginnen heeft Wilders het over woonruimte voor asielzoekers, maar het gaat hier om statushouders, dus voormalige asielzoekers met een verblijfsvergunning. Statushouders hebben sinds 1 juli 2017 geen voorrang meer bij huisvesting. Gemeenten kunnen echter tijdelijke maatregelen nemen om statushouders aan een woning te helpen en zo de taakstelling van de provincie te halen. Het afgelopen jaar deden Utrecht, Amersfoort en Horst aan de Maas dat.
Vanaf 1 augustus 2022 gaf Utrecht statushouders 6 weken lang voorrang bij de verdeling van sociale huurwoningen om een achterstand voor deze groep op te lossen. De maatregel kon echter al eerder worden afgesloten, omdat na 4 weken de taakstelling bereikt was. Protesten over discriminatie van Nederlanders, door de gemeente Utrecht voorgelegd aan het College voor de Rechten van de Mens, werden in december onterecht verklaard.
In het najaar volgde Amersfoort het voorbeeld van Utrecht door per 1 november voor 6 weken woningen met voorrang toe te wijzen aan statushouders. Ook hier kon sneller dan aangekondigd, in de eerste week van december, bekend worden gemaakt dat het streefdoel was gehaald.
Horst aan de Maas, een van de Limburgse gemeenten die vorig jaar minder statushouders huisvestte dan de taakstelling van de provincie, nam een soortgelijke maatregel: in de eerste 3 maanden van dit jaar worden daar bijna alle vrijkomende sociale huurwoningen bestemd voor gezinnen van statushouders. De provincie volgt de vorderingen op de voet: als de gemeente voor 1 april de doelstellingen niet haalt, dreigt de provincie in te grijpen en te beslissen waar statushouders worden ondergebracht.
De drie gemeenten reserveerden bovendien huurwoningen voor urgente gevallen, zoals - volgens lokale nieuwssite Nu Horst aan de Maas - ‘de bewoners van de Marijkestraat die een herstructureringsurgentie hebben omdat hun huis gesloopt wordt.’
Wat tot slot de rol van het CDA betreft: in Amersfoort heeft het CDA twee wethouders, in Horst aan de Maas één (en in Utrecht geen). De wethouders die gaan over de huisvesting van statushouders zijn echter geen van allen van het CDA.
Oordeel
Geert Wilders overdreef: de gemeenten Amersfoort en Horst aan de Maas gaven bij de toewijzing van sociale huurwoningen aan statushouders tijdelijk (de eerste 6 weken, de tweede 3 maanden) voorrang aan statushouders. Het CDA is vertegenwoordigd in het college van beide gemeenten, maar de verantwoordelijke wethouders zijn van andere partijen. We beoordelen de bewering dat in de gemeenten Amersfoort en Horst aan de Maas alle woningen door toedoen van het CDA worden toegewezen aan asielzoekers als onwaar.